Foto: Gamelanensemble tijdens de lancering van het Netwerk Surinaams-Javaanse Gamelan (NSJG) – Stichting Herdenking Javaanse Immigratie.

 

Sinds begin dit jaar werken “Sprekende geschiedenis”, provinciale erfgoedpartners en het Netwerk Digitaal Erfgoed (NDE) samen met lokale initiatieven aan het beter zichtbaar maken van lokale en onderbelichte verhalen rondom erfgoed en geschiedenis.

De afgelopen periode zijn gesprekken gevoerd met initiatiefnemers in Zeeland, Gelderland en Zuid-Holland. Daaruit blijkt veel enthousiasme en betrokkenheid, maar ook een behoefte aan praktische ondersteuning. Er leven nog veel vragen, zoals: Hoe kun je oral history-interviews duurzaam archiveren? Welke bestandsformaten zijn geschikt voor langdurige opslag? Hoe koppel je interviews aan objecten of collecties? En hoe publiceer je ze op een toegankelijke manier online?

 

Binnen het project is een landelijke klankbordgroep actief met vertegenwoordigers van diverse organisaties, waaronder erfgoedinstellingen, archieven en gemeenschappen. Deze groep denkt mee over praktische tools en formats die lokale initiatieven ondersteunen bij het verzamelen, bewaren en delen van oral history.

 

De eerste bijeenkomst van de klankbordgroep staat gepland voor begin juli. Doel is om ervaringen te bundelen, verbindingen te leggen en ontwikkelde kennis breder toepasbaar te maken. De landelijke klankbordgroep bestaat uit vertegenwoordigers van onder meer DANS, Tresoar, Tracé Limburgs Samenlevingsarchief, Beeld & Geluid, het Moslimarchief, het Veteraneninstituut en andere betrokken organisaties.

 

Over het project

Verborgen Verhalen brengt in kaart wat lokale initiatieven nodig hebben om oral history duurzaam te registreren, bewaren en presenteren. Het project sluit aan bij de Nationale Strategie Digitaal Erfgoed (NSDE) en draagt bij aan het uitbreiden van het Termennetwerk voor oral history. Het is een initiatief van het Knooppunt Oral History “Sprekende geschiedenis”, in samenwerking met Stichting OPEN en het Netwerk Digitaal Erfgoed.

 

Het project wordt mogelijk gemaakt door het Faro-programma van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) en uitgevoerd in Gelderland, Zuid-Holland en Zeeland, samen met de provinciale erfgoedhuizen en lokale praktijkinitiatieven zoals de Werkgroep Oral History Gelderland, De Vlasklas, het Industrieel Museum Sas van Gent, Stichting Javaanse Immigratie en de Oudheidkundige Vereniging Bleiswijk.

 

Het verdrag van Faro stelt de mens en de samenleving centraal en hún relatie met erfgoed. De drie belangrijkste doelen in het verdrag zijn meedoen en meebeslissen in de erfgoedpraktijk stimuleren, erfgoed inzetten voor sociaal-maatschappelijke doelen en openstaan voor andere erfgoedopvattingen.

Hoe geef je ruimte aan verhalen die te lang zijn genegeerd?

Bij FOTODOK staat deze zomer de ervaring van Bosnische Nederlanders centraal, dertig jaar na de genocide in Srebrenica. In de tentoonstelling wordt onderzocht hoe we vandaag de dag naar Srebrenica kijken – en vooral: hoe we erover praten.

 

Persoonlijke getuigenissen uit de podcast De elf stemmen van Srebrenica vormen het vertrekpunt. Deze oral history-fragmenten geven stem aan overlevenden en betrokkenen en spelen een centrale rol in de museale presentatie. De tentoonstelling wordt aangevuld met nieuw werk van kunstenaars Nicole Segers en Anita Karabašić, winnaars van de open call (in samenwerking met Studio Camera en Beeld & ARZ), waarin beeldmakers werden uitgenodigd om de beeldvorming rond de genocide te bevragen.

 

Daarnaast maakt fotograaf Robin de Puy, geïnspireerd door de podcastverhalen, visuele vertalingen van deze getuigenissen – waarvan een deel bij FOTODOK te zien is.

 

Meer informatie over het project is hier te lezen.

Waarom gebruik(t)en mensen drugs? En welke betekenis geven ze eraan? Het historisch onderzoeksproject Drugs Monologen verzamelt persoonlijke verhalen van mensen die willen vertellen over hun ervaringen met drugsgebruik in het verleden. Hun verhalen vormen waardevolle historische bronnen om te begrijpen hoe drugsgebruik en maatschappelijke veranderingen elkaar door de decennia heen beïnvloeden. Het project maakt daarbij gebruik van verschillende vormen van oral history: van individuele interviews en thematische groepsgesprekken tot ingezonden audioverhalen die mensen zelf inspreken en insturen.

 

Experimenteerde jij in je hippiejaren met wiet of LSD? Droomde je weg bij opium of raakte je in de greep van de heroïne? Haalde je nachten door op speed of coke? Of stond je te housen op XTC? Sinds de jaren zestig zijn drugs niet meer weg te denken uit de Nederlandse samenleving. Ze vormen een complex en vaak controversieel onderdeel van het leven voor velen. De drugsgeschiedenis van Nederland bestaat daardoor uit veel verhalen. Voor sommigen is het een verhaal van rebellie, bevrijding of expressie. Voor anderen van misbruik, stigmatisering of trauma.

 

Het verhaal centraal

Ondanks de overvloed aan discussies over drugsgebruik in de media, politiek en samenleving, blijft één cruciale stem vaak ongehoord: die van gebruikers zelf. Drugs Monologen wil deze stilte doorbreken. Het doel is om herinneringen over drugsgebruik te verzamelen en te analyseren. Door terug te kijken op de verhalen van mensen die er zelf ervaring mee hebben, wordt een beter inzicht verkregen in de verschillende motieven en ervaringen rondom drugsgebruik en worden de gevolgen van het drugsbeleid door de jaren heen onderzocht.

 

Meedoen: anoniem of openlijk

Op de Drugs Monologen website kan iedereen op een veilige manier een persoonlijk verhaal opnemen of intypen en zo bijdragen aan het onderzoek. Dat kan anoniem of openlijk. Via de website kunnen mensen ook suggesties aandragen voor het onderzoek, bijvoorbeeld een plek voor de drugskaart van Nederland of een publicatie voor de egodocumentendatabase.

 

Onderzoek en kennisdisseminatie

Daarnaast vinden in het kader van Drugs Monologen oral history interviews plaats en oral history groepsgesprekken rond specifieke thema’s. Al deze verhalen dragen bij aan een beter begrip van de veranderende betekenis van drugsgebruik in de Nederlandse samenleving door de decennia heen. Vooruitlopend op de wetenschappelijke publicaties die aan het eind van het project zullen volgen, wordt er op blogs en via podcasts gepubliceerd over het materiaal dat is verzameld. Drugs Monologen is ook te volgen op social media via LinkedIn, Bluesky en Instagram.

 

Niet romantiseren of verketteren, wél begrijpen

Drugs Monologen wil het gebruik van bewustzijnsbeïnvloedende stoffen die onder de Opiumwet vallen niet romantiseren of aanmoedigen. Noch is het doel om het experimenteren met, of intensief gebruiken van drugs te verketteren of af te keuren. Het doel is vooral een beter begrip van een fenomeen dat sinds de jaren zestig een belangrijke rol kreeg in Nederland.

 

Drugs Monologen is een onderzoeksproject van de Open Universiteit en het Poppi Drugs Museum. Het wordt gefinancierd door NWO, de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek. Het onderzoeksteam bestaat uit prof. dr. Gemma Blok, dr. Irene Geerts en Sophie Janssens MA. Contact? Stuur een mailtje naar info@drugsmonologen.nl.

In het project De 11 stemmen van Srebrenica staan de persoonlijke verhalen centraal van Bosnische Nederlanders – overlevenden van de genocide en hun kinderen. Dertig jaar na de val van Srebrenica delen zij hun ervaringen van oorlog, verlies, veerkracht en het leven in een samenleving die hun verhaal vaak niet kent of begrijpt.

 

Ruim 62.000 Bosnische Nederlanders wonen inmiddels in Nederland, maar hun stemmen zijn tot nu toe nauwelijks gehoord. Dit project geeft ruimte aan die verhalen. Hoe leef je verder met een oorlogsverleden, in een nieuw land, tussen herinnering en hoop?

De elf stemmen van Srebrenica is een multimediaal project dat bestaat uit een reeks publicaties, podcasts en tentoonstellingen. Op 21 juni start de podcastserie bij OVT/VPRO. In de zomer zijn er tentoonstellingen te zien bij FOTODOK in Utrecht en Nationaal Monument Kamp Vught.

 

Door middel van oral history, fotografie en audio brengen de makers niet alleen herinnering, maar ook erkenning, verbinding en perspectief. Het project is tot stand gekomen in samenwerking met verschillende instellingen en betrokken makers, en loopt tot en met oktober.

 

Via deze stemmen wordt het verleden levend gehouden – niet als historisch feit alleen, maar als doorleefd verhaal dat raakt aan wie we zijn, en hoe we samenleven.

 

Een gezamenlijke productie van Alma Mustafić, Marjolein Koster, Robin de Puy, FOTODOK, OVT (VPRO) en Nationaal Monument Kamp Vught. De elf stemmen van Srebrenica is mede mogelijk gemaakt door het Mondriaan Fonds, Vfonds, K.F. Hein Fonds, Fonds 21 en Gemeente Utrecht.

Naast de textielindustrie kende Tilburg vele confectie- en tricotagebedrijven zoals de Brabantsche Tricotagefabriek B.V. hier op een foto uit 1935.

Begin 2025 is het project ‘’De geschiedenis van de Textielindustrie in Twente en Tilburg’’ i.s.m. TextielMuseum Tilburg en De MuseumFabriek Enschede van start gegaan. Er zijn al mooie stappen gezet.

 

Een bezoek aan TextielMuseum Tilburg vorige maand gaf inkijk in een bijzondere schat: de enorme oral history collectie van interviews met Textielarbeiders door Lou Keune en collega’s. Ook bereidt een groep enthousiaste vrijwilligers zich voor op de eerste interviews met mensen die vanuit verschillende perspectieven betrokken zijn geweest in de industrie in Tilburg. “Sprekende geschiedenis” ondersteunt dit traject en ziet vruchtvolle samenwerkingen ontstaan.

 

Ook bij De MuseumFabriek in Enschede is het project volop in beweging. Tijdens een bezoek op 21 mei gaf het museum een inkijk in hun plannen en collectie tijdens een rondleiding door museum en depot. In samenwerking met fotograaf Olivia Tudor, kleindochter van een Italiaanse textielarbeider, wordt gewerkt aan een nieuwe tentoonstelling over de verhalen van Italiaanse textielarbeiders in Twente. In aanloop daarnaartoe worden de komende maanden oral history-interviews afgenomen. Een veelbelovende fase waarin onderzoek en erfgoed samenkomen.

 

Lees hier meer over het project.

Begin april ontving “Sprekende geschiedenis” drie medewerkers van het Srebrenica Memorial Center (SMC): Hasan Hasanović, Amina Ziga en Samra Halilović. Hasan Hasanović is overlevende van de genocide in Srebrenica en verantwoordelijk voor het omvangrijke oral history-project binnen het SMC. Samen met zijn collega’s voerde hij de afgelopen vijf jaar meer dan 700 interviews met overlevenden van de genocide. Daarmee behoort de Srebrenica-collectie tot een van de grootste oral history-verzamelingen in Europa. De interviews zijn inmiddels verwerkt in diverse indrukwekkende museumpresentaties.

 

Naast zijn werk als hoofd van het oral history-project, voorlichter en docent, is Hasan recent gestart met een promotietraject aan de Universiteit van Amsterdam onder begeleiding van prof. dr. Nanci Adler. In dit onderzoek verdiept hij zijn methodiek en onderbouwt hij de kracht van oral history in post-conflict contexten.

 

Op woensdag 2 april bracht het team van “Sprekende geschiedenis” samen met de collega’s van het SMC een bezoek aan de tentoonstellingen in de Hollandsche Schouwburg en het Nationaal Holocaustmuseum, waar oral history ook een belangrijke rol speelt.

 

Een dag later, op donderdag 3 april, namen beide organisaties deel aan het mini-symposium Cultural Heritage and Conflict, georganiseerd door Martín Andrade-Pérez (MA) aan de Reinwardt Academie. Tijdens deze bijeenkomst, gericht op masterstudenten van de opleiding Applied Museum and Heritage Studies, gaven zowel “Sprekende geschiedenis” als het SMC een presentatie.

 

Mini-symposium “Cultural Heritage and Conflict” – Reinwardt Academie, 3 april 2025

Martín Andrade-Pérez opende het symposium met een lezing over immaterieel erfgoed in conflictsituaties. Aan de hand van een casus uit zijn werk in een vluchtelingenkamp in Kameroen illustreerde hij hoe erfgoed en oral history kunnen bijdragen aan herstel en verbinding. Voor wie meer wil weten over dit onderwerp: Living Heritage and Sustainable Development.

 

Daarna gaf “Sprekende geschiedenis” een presentatie over oral history als bron en methode, met speciale aandacht voor de inzet ervan in post-conflict situaties en rondom beladen erfgoed. Vier manieren waarop oral history hierbij een bijdrage kan leveren:

  1. Een stem geven aan ondervertegenwoordigde subculturen;
  2. Verschillende perspectieven op dezelfde historische gebeurtenis presenteren;
  3. Nieuwe perspectieven openen op een hegemoniaal discours;
  4. Ruimte creëren om op een veilige manier met post-conflictsituaties om te gaan

Naast hun waarde als historische bron, bieden oral history-interviews ook erkenning aan de vertellers. Door verhalen niet alleen op te tekenen, maar ook te delen, kunnen ze bijdragen aan wederzijds begrip en het openbreken van het gesprek.

 

Tijdens de presentatie werden praktijkvoorbeelden besproken, wat leidde tot interessante gesprekken. Vragen als Wie bepaalt wat zichtbaar wordt gemaakt?Hoe ga je om met tegenstrijdige verhalen of reacties? en Wat doe je met feitelijke onjuistheden of trauma’s? kwamen uitgebreid aan bod.

Hasan Hasanović namens het Srebrenica Memorial Center tijdens het mini-symposium, ‘Cultural Heritage and Conflict’
aan de Reinwardt Academie, 3 april 2025.

 

Deze vragen vormden een mooie brug naar de bijdrage van het Srebrenica Memorial Center. Hasan Hasanović vertelde over de oprichting van het centrum en lichtte het indrukwekkende oral history-project toe. Inmiddels zijn meer dan 700 overlevenden van de val van Srebrenica geïnterviewd.

 

Voor wie meer wil weten over het werk van het Srebrenica Memorial Center, de genocide in Srebrenica of de collectie, zie:
Website Srebrenica Memorial Center

 

Verder lezen? In 2020 verscheen het boek Voices from Srebrenica, geschreven door Hasan Hasanović en prof. Ann Petrila van de University of Denver, gebaseerd op de eerste interviews uit de collectie van het SMC.

 

Curaçao; de k’noekoe (1947/1948) door Hugo Wilmar

Curaçao heeft een rijke traditie van mondelinge overleveringen: verhalen, liederen, spreekwoorden en mythes die van generatie op generatie worden doorgegeven. Tijdens het project Storianan Skondi di Karibe wordt het oral history-materiaal van prof. Rose Mary Allen gedigitaliseerd, een belangrijke stap in het bewaren van deze waardevolle tradities. Om de context van deze geschiedenis beter te begrijpen, bracht  ”Sprekende geschiedenis” een werkbezoek aan Curaçao.

 

De Zikinzá-collectie: een schatkamer van verhalen 

 

Op Curaçao komen we meer te weten over de Zikinzá-collectie, een omvangrijke collectie met 1.400 liederen, verhalen en levensverhalen, verzameld door Paul Brenneker en Elis Juliana. Hun werk, onder andere vastgelegd in de Sambumbu-publicaties, beschrijft het leven, manieren en gebruiken op Curaçao vanaf de 19e eeuw, waaronder ook verhalen over slavernij en lokale tradities.

Bij een bezoek aan Cultureel Landhuis Bloemhof treffen we bij toeval het verzamelboek ‘’Sambumbu: Mensen en Manieren’’ waarin niet alleen volksverhalen en mythes worden gedeeld, maar ook bijgeloof over dieren zoals leguanen en inzichten over het slavernijverleden. Een citaat uit het boek illustreert de discrepantie tussen officiële geschiedschrijving en mondelinge tradities:

 

 Ondanks mooie wetten en mooie woorden in boeken over het lot van de slaven, dat het toch allemaal zó erg niet was, weet de overlevering wat anders te vertellen, vooral over de ellende op enkele grotere plantages

 

 

 

 

 Bezoek aan het Nationaal Archief Curaçao (NAC) &

Verbinding tussen generaties

 

 

Een bezoek aan het Nationaal Archief Curaçao bracht ons in gesprek met prof. Rose Mary Allen, filmmaker en docent Clay Toppenberg, directeur van het Nationaal Archief Max Scriwanek en medewerker Julienne Fabias. Dit bezoek benadrukte niet alleen het belang van het behouden van oral history, maar liet ons ook zien hoe vernieuwende methoden deze verhalen tot leven kunnen brengen.

 

Clay Toppenberg presenteerde een filmproject gemaakt door mbo-studenten van de richting Zorg en Welzijn. De studenten lieten zich inspireren door een oral history-fragment over een zuster die werkte met verslaafden en sekswerkers en mensen met een kwetsbare positie in de samenleving. Deze verhalen werden door de studenten herinterpreteerd in een zelfgemaakte fictiefilm, die binnenkort online te zien zal zijn.

 

De aanwezigen waren onder de indruk van deze creatieve methode om immaterieel erfgoed toegankelijk te maken voor de jeugd, vooral in een tijd waarin zij steeds minder met verhalen van hun ouders en grootouders opgroeien. Er werd gesproken over de nieuwe mogelijkheden die deze benadering biedt om verbinding te creëren tussen archiefmateriaal en jongeren. Hoewel de traditie van orale overleveringen op Curaçao grotendeels is weggevallen, worden er samen nieuwe manieren gevonden om de geschiedenis levendig te houden.

 

Daarnaast werd gesproken over technologische vooruitgang, zoals de ontwikkeling van spraakherkenningssoftware in het Papiaments om belangrijk oral history-materiaal van prof. Allen te transcriberen. Dit materiaal, dat is opgenomen tussen 1980 en 1995, omvat interviews met mensen op enkele Caribische eilanden, migrerende gemeenschappen en (klein)kinderen van tot slaafgemaakten. Tijdens het project Storianan Skondi di Karibe is dit materiaal gedigitaliseerd.

 

Ook kwam het Metamorfoze-project van de Koninklijke Bibliotheek aan bod, dat ondersteuning biedt bij de digitalisering van koloniaal archiefmateriaal. In de komende jaren zet het Nationaal Archief Curaçao een grote digitaliseringsslag in om haar koloniale archief toegankelijker te maken. Het bezoek werd afgesloten met een rondleiding door het archief, waarbij we de gelegenheid kregen om met de medewerkers in gesprek te gaan.

 

 

Tour orale geschiedenis en musea 

 

Gebouw ”De Bruidstaart” Archivo Nashonal Korsou

 

Via prof. Rose Mary Allen kregen we contact met tourgids Gisella van Uytrecht, die ons een tour door Curaçao gaf met nadruk op de orale geschiedenis en het koloniaal verleden. De tour begon in de wijk Scharloo in Willemstad, waar we verhalen hoorden over de joodse gemeenschap die vele herenhuizen liet bouwen in de wijk. Tegenwoordig zijn daar overheidsinstellingen gevestigd, zoals het Nationaal Archief en de Nederlandse Ambassade.

 

In de tour kwam ook de Tambú aan bod, een muziekgenre dat op Curaçao ontstond uit West-Afrikaanse tradities. De Tambú werd door plantage-eigenaren vaak verboden, maar tot slaaf gemaakten vonden creatieve manieren om het genre levend te houden. Zo verstopten vrouwen de trommels onder hun rokken, en werden bijeenkomsten gehouden op plekken waar de wind het geluid verspreidde zodat het niet te horen was in de landhuizen.

 

We bezochten drie musea:

 

1. Kura Hulanda Museum: Dit antropologisch museum richt zich op de slavernij, de trans-Atlantische slavenhandel en de banden tussen Curaçao en Afrikaanse culturen. We hoorden verhalen over de ontvoeringen, de reis en de gruweldaden die plaatsvonden tussen West-Afrika en Curaçao.

 

Museum Kura Hulandaa

 

2. Tula Museum:  In het museum wordt de opstand van 1795 herdacht, geleid door Tula, een tot slaaf gemaakte intellectueel. Het museum benadrukt verbeelding als middel om onbeschreven geschiedenis tot leven te brengen en biedt ruimte om met pijnlijke geschiedenis om te gaan, geïnspireerd door de Ubuntu-filosofie.

In het Tula Museum zagen we een verbeelding van een vrouw die de Tambú verstopt onder haar rok en een schilderij over “vliegende mensen.” Dit beeld verwijst naar verhalen over tot slaaf gemaakten die geloofden dat zij zonder zout in hun lichaam konden terugvliegen naar Afrika.

 

Kunstwerk over vliegende mensen in Museo Tula

 

Dit verhaal vonden we ook terug in Sambumbu:  ”Geen verhaal heb ik zo vaak moeten opnemen op de band als dit. Op twee punten komen de vele versies overeen. Ten eerste, dat de slaven, voordat ze op Curaçao aankwamen, de afspraak hadden gemaakt geen zout te eten, want zonder zout in hun lichaam zouden ze in staat zijn terug te vliegen.”

 

 

3. Museo Kas di Pal’i Maishi: Dit museum toont het dagelijks leven van de Afro-Curaçaose plattelandsbevolking tot 1950. Het traditionele kleistenen huis met rieten dak laat zien hoe men leefde, en we kregen uitleg over huishoudelijke attributen gemaakt van kalebassen, koraal en aloë vera. Samen zongen we liederen die gezongen werden tijdens dagelijkse bezigheden, wat de geschiedenis extra levendig maakte.

 

Museo Kas di Pal’i Maishi

 

Onderweg over het eiland hoorden we vele verhalen, onder andere over begraafrituelen, de beruchte plantagehouder Willem van Uytrecht en kunst van de bekende kunstenaar Yubi Kirindingo.

 

Conclusie

 

Het werkbezoek aan Curaçao onderstreepte het belang van het bewaren en doorgeven van orale geschiedenis. Verhalen over vliegende mensen, de Tambú, en de opstand van Tula maken deel uit van het rijke immateriële erfgoed van het eiland. Het bezoek inspireerde niet alleen tot reflectie op de geschiedenis van Curaçao, maar ook op persoonlijke familiegeschiedenissen en de rol van archieven in het bewaren van cultureel erfgoed.

 

Dit werkbezoek markeerde een betekenisvol einde van het project Storianan Skondi di Karibe en benadrukte de noodzaak om deze verhalen levend te houden voor toekomstige generaties.

Samen met Stichting OPEN en de NDE start Knooppunt “Sprekende geschiedenis” begin dit jaar met het project Verborgen verhalen: oral history bewaren, verbinden en presenteren, mede mogelijk gemaakt dankzij de ondersteuning vanuit het FARO programma.

Het duurzaam bewaren, registreren en presenteren van oral history collecties blijkt in de praktijk vaak ingewikkeld. In het bijzonder voor kleinere (lokale) organisaties, communities en vrijwilligersinitiatieven. Maar juist deze organisaties, communities en initiatieven hebben vaak toegang tot verrassende verhalen en nieuwe perspectieven op materieel en immaterieel erfgoed die door middel van oral history kunnen worden vastgelegd en ontsloten voor een groter publiek.

 

Doel van het project Verborgen Verhalen is om samen met diverse erfgoedpartners en enkele lokale initiatieven in drie provincies te onderzoeken hoe er een praktische (provinciale) ondersteuningsstructuur kan worden gerealiseerd die lokale/regionale oral history initiatieven de mogelijkheid biedt zelf, met lichte ondersteuning hun interviewcollecties te bewaren, te registreren én te presenteren: eenvoudig, laagdrempelig en volgens NDE-normen (NDE-compatibiliteit). Er zal onder andere worden gekeken naar geschikte collectieregistratiesystemen, metadatering en termenlijsten die vindbaarheid en verbinding versterken en de mogelijkheden voor het bieden van lokale ondersteuning bij transcriberen, duurzaam bewaren en presenteren.

 

De resultaten van het project, dat loopt tot halverwege 2026, worden breed gedeeld via alle betrokken organisaties. Via onze nieuwsbrief en website berichten we regelmatig over de bevindingen en vorderingen van dit waardevolle project, dat erfgoedparticipatie door diverse groepen een belangrijke stap dichterbij brengt.

Het Knooppunt “Sprekende geschiedenis” is in samenwerking met de MuseumFabriek in Twente en het Textielmuseum in Tilburg van start gegaan met een pilotproject in het kader van het Nationaal Historisch Initiatief: Geschiedenis van de Textielindustrie in Twente en Tilburg: nieuwe perspectieven en invalshoeken.

 

Bij veel Nederlanders is de geschiedenis van de textielindustrie en de impact daarvan op de levens van mensen die hierin werkten en op de omgeving, nauwelijks bekend. Vanuit een oral history perspectief zijn we vooral geïnteresseerd in de verhalen van de mensen die op verschillende manieren met deze industrie verbonden waren en de nieuwe perspectieven die deze verhalen met zich meebrengen. Een pilot in Twente en Tilburg en omgeving, biedt kans om oude vergeten verhalen naar voren te halen, nieuwe verhalen te verzamelen en om, op basis van die verhalen, vernieuwende presentaties voor een jong en divers publiek te maken.

 

“Sprekende geschiedenis” zal een ondersteunende rol vervullen bij de zoektocht naar bestaande oral history interviews, het digitaliseren en bewaren hiervan en de methodische aanpak van nieuwe interviews. Ook zullen we de overeenkomsten en verschillen tussen de twee regio’s analyseren en deze informatie vastleggen en breed delen in de vorm van een essay.

Het StoRe-project is een samenwerking tussen “Sprekende geschiedenis”, DANS en de Vrije Universiteit (VU), met ondersteuning van NIDI en Beeld & Geluid. StoRe staat voor Storing oral histories for future Reuse across communities en richt zich op het toegankelijk maken van bestaande infrastructuren en het stimuleren van hergebruik van oral history-data.

Het project ontwikkelt richtlijnen voor duurzaam (FAIR) preserveren en hergebruiken van deze data en bouwt aan een landelijk netwerk. Sinds 1 november versterkt Maarten Heerlien het team als informatiespecialist bij de VU. Heb je vragen over het duurzaam bewaren of hergebruik van oral histories kun je hem bereiken via m.heerlien@vu.nl.

 

StoRe is een TDCC SSH Bottleneck project en wordt gefinancierd door NWO.