menu
Geef een of meerdere zoektermen op.
Gebruik dubbele aanhalingstekens om in de exacte woordvolgorde te zoeken.

De eerste getuigen van onze eeuw

Beeld & Geluid
 
Tijdsaanduiding: 1900-1995
Aantal interviews: 9 (9 personen)
Toegankelijkheid: op aanvraag
Transcripties: korte samenvattingen
Periode interviews: 1995
Opmerkingen:

Doorzoekbaar in DAAN of de website van Beeld & Geluid met de zoekterm “De eerste getuigen” en de metadata production company name “RVU”

Drager: Analoge dragers: digi-beta en VHS Digitale dragers: MXF

Paul Julien (1981)

Hilda Verwey-Jonker (1983) (cc – Rob C. Croes / Anefo – Nationaal Archief)

Emile Schüttenhelm in 1968

Jan Tinbergen – foto: R.C. Croes, ANEFO, 1986

Willy Corsari – foto: Edith Visser, ca. 1948

Arthur Lehning (1976)

Jeanne Bieruma Oosting – Zelfportret (1932)

Chris Walder – Foto: Johan van Gurp, 1993

Corrie de Roos-Oudegeest, 1961

Deze interviewserie bevat twee reeksen. Zie de snelkoppelingen voor het archief van Beeld en Geluid.

De eerste reeks genaamd “De schatkamer – De eerste getuigen van onze eeuw”:

 

Paul Julien 1901-2001

Vraaggesprek met de 93-jarige antropoloog en scheikundige Paul Julien. Julien vertelt over: zijn jeugd in

Utrecht; zijn exclusief op de wetenschap gerichte belangstelling, waardoor sociale en politieke ontwikkelingen

tijdens zijn jeugd zich aan zijn waarneming onttrokken; zijn expedities naar Afrika en de volgens hem positieve invloed van het kolonialisme op het door stammenstrijden verscheurde Afrika. Julien toont zich somber over de toekomst door de achteruitgang in het morele besef en acht het zelfs niet uitgesloten “…dat we op weg zijn naar een Derde Wereldoorlog.”

 

Hilda Verwey-Jonker 1908-2004

Vraaggesprek met sociologe en oud-kamerlid Hilda Verwey-Jonker (1908) over haar jeugd op Zuid-Beveland en in Zwolle; het SDAP-milieu waarin ze opgroeide; de positie van de vrouw in het begin van de twintigste eeuw; de seksualiteit zoals die beleefd werd door studenten; haar kleinkinderen; de opkomst van het rechts-extremisme in de jaren dertig en haar functioneren in mannenbolwerken als de SER en de Verenigde Naties. Verwey-Jonker vreest voor de gevolgen van de vergrijzing van de Westerse samenleving. Volgens haar zullen armere volken een deel van de welvaart overnemen zonder de technische en wetenschappelijke kennis te hebben om verantwoord met het milieu om te kunnen gaan.

 

Emile Schüttenhelm 1909-2003

Vraaggesprek met oud NTS-voorzitter Emile Schüttenhelm (1909) over: het katholieke milieu waarin hij opgroeide; de Eerste Wereldoorlog; opkomst en ondergang van het communisme; de opkomst van het rechts-extremisme in de jaren ’30; zijn medewerking aan de Wereldjamboree in 1937 en zijn ontmoeting met Lord Baden-Powell; zijn bevrijding in 1945 en het voorzitterschap van de NTS, waarvoor hij gevraagd was omdat hij, volgens minister Cals, de enige was die kans had te “overleven” in Hilversum.

Schüttenhelm haalt herinneringen op aan Henk Terlingen en ziet de toekomst positief tegemoet, daar volgens hem iedere generatie de inzet en creativiteit heeft die de toekomst nodig heeft.

 

De tweede reeks genaamd “De eerste getuigen van onze eeuw”:

 

Jan Tinbergen 1903-1994

Interview met Jan Tinbergen o.a. over zijn jeugd, het einde WO I, zijn studie natuurkunde in Leiden en zijn contacten met leermeesters Paul Ehrenfest en Albert Einstein; zijn werk bij het Centraal Bureau voor de Statistiek mn de crisis-bestrijding in de jaren ’30; over zijn overstap in 1936 naar de Volkenbond in Zürich en de samenwerking gedurende WO II met volkenrecht-deskundigen als Van Asbeck en van Eysinga t.b.v. het onderzoek naar de rol van internationale verdragen; zijn passivisme en anti-kolonialisme, het onderzoek door het CBS naar de economische consequenties m.b.t. overzeese gebiedsdelen en zijn kritiek op de houding van Min. Drees mbt de-kolonialisatie politiek. Verder vertelt hij over zijn onderzoek m.b.t. wereldvraagstukken als de ontwikkelingslanden- en milieuproblematiek ed. die volgens hem een mondiale aanpak vereisen d.m.v. een wereldregering en over het ontvangen van de Nobelprijs in 1969. Tenslotte geeft hij zijn toekomstvisie m.b.t. een economisch evenwicht m.n. tussen productie en eerlijker inkomensverdeling en zijn verlangen naar een soberder en idealistischer ingestelde samenleving.

 

Willy Corsari 1897- 1998

Interview met Willy Corsari over oa haar ongelukkige jeugd, het artiestenmilieu waarin zij opgroeide, het ontstaan van de naam Corsari, haar studie piano en zang en het schrijven van meisjesboeken, haar herinneringen aan Den Haag en aan Berlijn waar ze zangles kreeg; haar leven bij het cabaretgezelschap van Jean-Louis Pisuisse en voorgeschiedenis van de moord op hem. Zij vertelt over de verschijning van haar eerste boeken, oa over euthanasie, en haar liefde voor het theater wat ze in de oorlog principieel niet meer bezocht; het verzetswerk en hulp aan joden tijdens de oorlogsjaren en de positieve herinneringen aan de bezettingstijd m.b.t. onderlinge menselijke relaties; over de uitgever Leopold die zelfmoord pleegde en haar overstap naar coöperatieve uitgever Lubberhuizen/Blommestein (later De Bezige Bij), waar ze na conflicten weer vertrok.

 

Arthur Lehning 1899-2000

Interview met Arthur Lehning over zijn enerverend verblijf in kunstenaars- en anarcho-syndicalistische kringen in Berlijn jaren ’20-’30, de opkomst van het fascime, zijn visie over de politieke stromingen van destijds i.v.m. o.a. de Spaanse burgeroorlog, zijn initiatief tot oprichting van het internationale politiek geëngageerde kunsttijdschrift “i10” en de mensen, o.a. Mondriaan, Kandinsky en Nagy, die daaraan meewerkten. Hij vertelt over zijn jeugdvriend Marsman en het ideologische conflict tussen hen in de jaren ’20; m.b.t. de Spaanse Burgeroorlog over de redenen om actief de socialistische revolutie te steunen en zijn verblijf en ontmoetingen aldaar; zijn ervaringen in het interneringskamp op het eiland Man, Engeland, na de neutralisatieweigering, i.v.m. zijn politieke activiteiten, van Nederland, zijn activiteiten m.b.t. de Koude Oorlog en de Parijse protestbeweging ’68. De afgelopen eeuw benoemt hij “this terrible age” en ook m.b.t. de volgende ziet hij weinig positieve vooruitzichten.

 

Jeanne Bieruma Oosting 1898-1994

Interview met Jeanne Bieruma Oosting over haar jeugdjaren in de welstand van de adellijke- en aristocratische kringen; haar vroege liefde voor schilderen en haar studie aan de Kunstacademie in Den Haag in welke tijd zij Koningin Wilhelmina ontmoette. Zij vertelt over haar leermeester Van Konijnenburg, haar impressionistische schildersstijl, haar vertrek in 1929 met Charlotte van Pallandt naar Parijs en haar 11-jarig verblijf daar waar zij o.a. Piccaso ontmoette en gefascineerd raakte door de zelfkant en het uitgaansleven van deze stad; over haar verblijf in het zuiden van Frankrijk na het uitbreken van de oorlog, de terugkeer naar bezet Nederland en de productieve jaren in Amsterdam. Oosting praat over haar schilder- en grafische werk, o.a. het ontwerp voor  kinderpostzegels en haar zelfportretten, de beroerte die haar trof en het gelukkige leven waar ze van genoot.

 

Chris Walder 1900-1997

Interview met Chris Walder over zijn jeugd in Breda, waar hij zich het voetballen al vroeg op straat aanleerde, zijn eerste wedstrijden, de mobilisatie en uitbreken van WO I en zijn opleiding tot notaris; voetballen bij NAC, de diverse wedstrijden t.b.v. het Nederlands kampioenschap en de verschillende NAC-spelers rond 1920-’21; het landskampioenschap van NAC, waarna hij geselecteerd werd voor het Nederlands Elftal. Hij praat over het feit dat er destijds geen trainingsprogramma was voor het elftal en het grote verschil met het huidige voetbal.

Hij meent dat hij nu ook mee had kunnen komen, omdat het altijd om het talent blijft gaan.

 

Cor de Roos-Oudegeest 1899-1998

Interview met Cor de Roos-Oudegeest over haar komaf, herinneringen aan de spoorwegstaking van 1903, haar vader Jan Oudegeest (voorzitter NVV en politicus SDAP), WO I en het steuncomité; de reacties in Nederlandse socialistische kringen op de Russische Revolutie, haar toetreding als lid van de SDAP en haar activiteiten voor de SDAP-vrouwenbond, de opkomst van het communisme en fascisme en de uitbreking van WO II, de bezettingsjaren en het verzetswerk van haar man.

Zij praat over de politiek na de oorlog o.a. m.b.t. Nederlands-Indië, over de opvattingen van minister Drees m.b.t. o.a. ondergeschikte positie van vrouwen, haar binnenkomst in de Tweede Kamer voor de PvdA in 1956 en de redenen om de actieve politiek achter zich te laten. Als grootste veranderingen in deze eeuw ziet zij de grote groei van welvaart en inspraak, maar ook een veel egoïstischer ingestelde maatschappij, waardoor zij een weinig positief gevoel heeft voor de toekomst.