menu
Geef een of meerdere zoektermen op.
Gebruik dubbele aanhalingstekens om in de exacte woordvolgorde te zoeken.

De spionagegroup “de Zwitserse weg”

Historisch Geluidsarchief RUU
 
Tijdsaanduiding: 1942-1945
Aantal interviews: 2 (1 persoon)
Toegankelijkheid: t.b.v. onderzoek
Transcripties: gedeeltelijk
Periode interviews: 12 en 26 februari 1969
Opmerkingen:

Soort interview: wetenschappelijk

De collectie is nog niet gedigitaliseerd en daarom niet direct in te zien bij Beeld & Geluid. Digitalisering kan wel worden aangevraagd bij Beeld & Geluid via: zakelijk@beeldengeluid.nl

Drager: 4 geluidsbanden

Titel: Agent van de Zwitserse weg: het levensverhaal van Jan van Borssum Buisman

Auteur: Marc Couwenberg

Uitgever: Walburg Pers, Zutphen, 2000

ISBN: 9789057301254

De zeventigjarige Gerard Slotemaker de Bruine sprak met de interviewers Th. Minderaa, J. Rijken, R.L. Schuursma en Sj. Vellenga over zijn verzetswerk tijdens de Tweede Wereldoorlog.

 

Hij was de zoon van CHU-minister Jan Rudolph Slotemaker de Bruine en Cornelia de Jong. Hij was zeer actief in het verzet, met name in de spionagegroep ‘de Zwitserse weg.’ De Zwitserse Weg was tijdens de Tweede Wereldoorlog een gangbare smokkelroute van 1942 tot juni 1944, die deel uitmaakte van het ondergronds netwerk Dutch-Paris. Premier Gerbrandy drong er bij dominee Visser ‘t Hooft op aan een inlichtingendienst op te zetten om contact mogelijk te maken tussen bezet Nederland en de regering in Londen. Visser ‘t Hooft ontmoette net in die periode Hebe Charlotte Kohlbrugge en zo kwam de nieuwe route tot stand. De route ging via betrouwbare personen en adressen van Nederland, waaronder Slotemaker de Bruine, naar Genève. Vaak brachten koeriers via deze route berichten naar Zwitserland die voor de regering in Londen bestemd waren. Die berichten werden in Nederland op microfilm gezet en vaak in de kleding verstopt.

 

Na de oorlog werd Slotemaker de Bruine directeur van het wetenschappelijke bureau van de PvdA, met welke partij hij vanwege de Indonesische kwestie brak. Gedurende zijn leven onderhield hij nauwe banden met vooraanstaande theologen en vervulde hij veel nevenfuncties. Tussen 1963 en 1967 zat De Bruine namens de Pacifistisch Socialistische Partij in de Tweede Kamer.