Makers: Jet Homoet en Ane C.Ose
De interviews zijn ondergebracht bij Atria en DANS
(toegankelijk in 2024)
Dit Oral History project (werktitel: De Thuisbevalcultuur) bestaat uit zes gefilmde oral history interviews met geboortezorg professionals, een documentaire (70’) en een trailer. Op Instagram staan korte straatinterviews met ouders en zorgprofessionals.
Oral History interviews met: verloskundigen Franka Cadée, Erna Kerkhof en Djanifa de Conceicao, kraamverzorgenden Thea Groeneveld en Pien Jasper en gynaecoloog Martine Hollander.
De levensverhalen van de zes geboortezorg professionals geven inzicht in wie en wat hen heeft gevormd, hoe zij tot de keuze van hun beroep zijn gekomen en welke ervaringen zij hebben opgedaan in de uitoefening ervan. Zij delen hun kennis over de unieke geboortezorg van Nederland vanuit hun persoonlijke ervaring en optiek. Samen schetsen ze een krachtig maar ook kwetsbaar beeld van een bevalcultuur die onder grote druk staat door een tijdgeest van medicalisering, marktwerking en de drang van de moderne mens naar controle. De keuzevrijheid van zwangere vrouwen om veilig thuis te kunnen bevallen, staat hierdoor op het spel.
Hoe waardevol en uitzonderlijk onze geboortezorg is, die de meeste Nederlanders als vanzelfsprekend beschouwen, blijkt uit de indringende verhalen van deze vakvrouwen over het overweldigende en bijzondere van elke geboorte, over het belang van een bekend gezicht bij de baring -thuis en in het ziekenhuis, over de functie van pijn en de gevolgen van trauma, armoede en racisme. De interviews en film zijn daardoor ook een reflectie op onze maatschappij en op kernwaarden als vertrouwen in onszelf en onze medemens, autonomie en keuzevrijheid.
‘De Thuisbevalcultuur’ heeft sinds 2021 de status van Immaterieel Erfgoed Nederland.
Het Oral History project Een goed begin – bevallen in Nederland is opgezet door Vertelburo. Filmmakers Ane C. Ose en Jet Homoet hebben vele jaren ervaring in het vastleggen van levensverhalen in opdracht van particulieren en organisaties.
Een deel van de collectie is ondergebracht bij DANS
Het project Herinneringen aan Indië is gestart in 2012. Guido Abuys (conservator Westerbork, tevens zoon van één van de geïnterviewden) startte het project als een vrijwilligersproject. Aanleiding voor het project was het werk van Esmeralda Böhm en Guido Abuys in Duitsland in opdracht van de NOS/NTS, waar ze op zoek waren naar mensen die de ‘bersiap’ periode hebben meegemaakt. Er waren weinig verhalen beschikbaar. Dit motiveerde Guido Abuys het interviewproject Herinneringen aan Indië op te zetten. In dit project werden levensverhalen verzameld. Doelstelling was om zo veel mogelijk verhalen te verzamelen van de eerste generatie ‘Indische Nederlanders’ voor hun overlijden.
Hoofdvraag: Hoe heeft u de aanloop naar de Tweede wereldoorlog, de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog, de periode daarna en de reis naar Nederland en aankomst in Nederland ervaren? Via de IHC-nieuwsbrief is toentertijd een oproep gedaan, mensen konden zich opgeven om geïnterviewd te worden. De meeste geïnterviewden zijn witte Nederlandse mannen. Er zijn ook enkele Indonesiërs geïnterviewd. In sommige gevallen zijn er objecten gefotografeerd van mensen die geïnterviewd zijn.
Deze zijn in de IHC beeldbank opgenomen en zullen nog herleid worden naar de interviews.
De interviews gaan in op gebeurtenissen en ervaringen in de jaren 1930 – 1990.
Er wordt voornamelijk over Indonesië en Nederland gesproken. Thema’s zijn o.a. het leven voor de Tweede Wereldoorlog, de koloniale samenleving, de Japanse inval, krijgsgevangenschap, de bevrijding, de Indonesische revolutie, repatriëring, aankomst en ontvangst in Nederland.
Beheer: De collectie wordt beheerd door het Indisch Herinneringscentrum (IHC) en is deels ondergebracht bij Data Archiving and Networked Services (DANS).
Toegang: De collectie is openbaar. Bij interesse kan materiaal opgevraagd en bekeken worden in het kenniscentrum van het IHC (CC 0.4).
Bij de interviews in lokale Indonesische talen is een vertaling opgenomen naar het Bahasa Indonesia.
De interviews afgenomen in het Bahasa Indonesia door Fridus Steijlen zijn naar het Engels vertaald.
Het materiaal wordt beheerd door het NIOD. In de nabije toekomst wordt de collectie opgenomen bij Data Archiving and Networked Services (DANS).
Binnen het onderzoeksprogramma Onafhankelijkheid, dekolonisatie, geweld en oorlog in Indonesië, 1945-1950 richt het project Getuigen & Tijdgenoten zich op het verzamelen van de ervaringen van betrokkenen in Nederland, Indonesië en andere landen. Het project Getuigen & Tijdgenoten wil een brug slaan tussen de mensen die de periode tussen 1945 en 1950 in Indonesië meemaakten en de onderzoekers.
De interviews gaan in op gebeurtenissen en ervaringen in de jaren 1945 – 1949.
Er wordt voornamelijk over Indonesië en Nederland gesproken. Thema’s zijn o.a. Indonesische revolutie, KNIL, Darul Islam, Tentara Pelajar, TNI, Koninklijke Marine, veteranen, dienstweigering, bevelweigering, oorlogsmisdadiger, MARVA, VHK, Rode Kruis, dagelijks leven, geweld, demarcatielijn, beschermingskampen, republikeinse kampen, Bandung Lautan Api, taal, loyaliteiten, ooggetuigenverslagen, positionering, herinneren en vergeten.
Realisatie:
Willy Lindwer, AVA Productions BV
Tijdsbestek: 1939-1945
Locatie: Westerbork
Aantal interviews: 14
DANS: https://doi.org/10.17026/dans-z2v-f6ux
Is onderdeel van: Thematische collectie: Erfgoed van de Oorlog, Het Willy Lindwer Holocaust Video Archief
—Beschikbaarheid—
Het materiaal is nog niet beschikbaar via DANS. U kunt wel contact opnemen met Willy Lindwer zelf, contactgegevens staan op zijn website.
Kamp Westerbork in Oost-Nederland was het laatste station voor meer dan 100.000 Nederlandse joden die gedeporteerd werden naar de nazi vernietigingskampen. Ruim 80% van de Nederlandse joden werden gedeporteerd, het hoogste percentage in West-Europa. De emotie en tragiek van het verhaal wordt versterkt door de opmerkelijke foto’s en films van Rudolf Breslauer, kampfotograaf en filmer. Dit is de eerste documentaire film die ooit gemaakt is over dit nazidoorgangskamp in Nederland, met een grote reeks gesprekken met overlevenden die een belangrijke en prominente rol in het kamp speelden, zoals jeugdleiders, over het ziekenhuis, het religieuze leven, entertainment en andere elementen van het leven in het kamp. Onder de geïnterviewden bevindt zich de niet-Joodse Nederlander Adrianus van As, hoofd van het distributiekantoor in Kamp Westerbork.
Chanoekaviering in een barak in Westerbork, december 1943
Alle video’s zijn te zien via:
https://doi.org/10.17026/dans-25k-9nqm
Een aantal video’s te zien via:
Interviews met 14 getuigen die over hun ervaringen tijdens de bezetting en bevrijding van Groningen en de omgeving vertellen.
Collectie ondergebracht bij DANS: https://doi.org/10.17026/dans-z58-my9u
‘In het licht van de bevrijding’ is een achtdelige serie door Charles van den Berg waarin hij praat met 8 personen die persoonlijk de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt.
In 2005 is, in het kader van de 60ste herdenking van de bevrijding van Venlo, de serie uitgezonden door Omroep Venlo in het radioprogramma Venlo Plus.
Realisatie:
Willy Lindwer, AVA Productions BV
Tijdsbestek: 1940-1945
Locatie: Nederland
Aantal interviews: 83
DANS: https://doi.org/10.17026/dans-x9h-c2ed
—Beschikbaarheid—
Het materiaal is nog niet beschikbaar via DANS. U kunt wel contact opnemen met Willy Lindwer zelf, contactgegevens staan op zijn website.
Filmmaker Willy Lindwer heeft vanaf 1970 een film- en videocollectie opgebouwd waarin de Holocaust centraal staat. Dit materiaal omvat uniek oral history-materiaal op het gebied van de Jodenvervolging in Nederland. In dit project zijn 83 interviews uit deze collectie, vastgelegd in de periode 1986-2004, beschreven en gedigitaliseerd. Ze vormen het ruwe bronnenmateriaal dat is gebruikt voor zeven documentaires.
Onder de vele geïnterviewden zijn: Janny Brandes-Brilleslijper, zij was getuige van het overlijden van Anne Frank in Bergen-Belsen, Jehshua en Hennie Birnbaum-Szaja die het weeshuis in Westerbork leidden en Mirjam Bolle- Levie, secretaresse van David Cohen, voorzitter van de Joodse Raad.
Realisatie project:
Selma Leydesdorff (interviews), University of Amsterdam
Mirjam Huffener (project manager), Stichting Sobibor
Tijdsbestek: 1930-2009
Locatie: Nederland, Polen, Sobibor
DANS. https://doi.org/10.17026/dans-xpj-g9jt
Deze collectie bevat 31 interviews met zowel nabestaanden van mensen die in Sobibor zijn vermoord als met Nederlandse, Poolse, Oekraïense en Russische overlevenden van de opstand in Sobibor (14 oktober 1943).
De interviews zijn levensgeschiedenissen waarin de geïnterviewden vertellen over de wereld die zij hebben achtergelaten met de dood van verwanten in Sobibor, en hoe zij hun leven daarna hebben geleefd zonder hun geliefden. Nabestaanden vertellen wat de moord op hun naaste heeft betekend. Vaak gaat het om een of beide ouders. De overlevenden, van de opstand die op 14 oktober 1943 in Sobibor plaatsvond, gaan in hun verhaal ook in op hun leven voor en na het vernietigingskamp.
Aankomst Javanen in Paramaribo, 1923
Realisatie:
KITLV en STICHJI
Tijdsbestek: vanaf 1890
Aantal interviews: 57
Website: javanen-in-diaspora
Tot aan 1939 werden circa 33.000 Javanen naar Suriname overgebracht. Na hun contractperiode vestigde de meerderheid zich in Suriname. Slechts een minderheid keerde terug naar Indonesië. De meest beschreven terugkeer is de georganiseerde repatriëring in 1954 van circa 1000 personen naar Indonesië. Deze bestond uit Javaanse ex-contractarbeiders en hun in Suriname geboren (klein)kinderen. Tegen beter weten in kwamen zij niet terecht op Java, maar in Tongar, een plaatsje in West-Sumatra. Daar bleven de meesten niet lang. Hun zoektocht naar een beter leven bracht hen naar andere plaatsen in Indonesië: Pekanbaru, Padang, Medan, Jambi, Jakarta, maar ook opnieuw naar Suriname.
Veel minder bekend is de groepsmigratie in 1953 van enkele tientallen Javanen naar het buurland Frans Guyana. Vermoedelijk zijn tot aan het eind van de jaren 60 nog meer personen in groepsverband naar Frans Guyana vertrokken. Tijdens de Surinaamse binnenlandse oorlog weken ook Javanen, vooral vanuit Moengo en Albina, naar Frans Guyana uit. Volgens de Franse bevolkingsgegevens van 2005 wonen momenteel zo’n 1900 Javanen in Frans Guyana.
De meest recente omvangrijke landverhuizing van Javaanse Surinamers vond plaats vóór de onafhankelijkheid van Suriname in 1975, dit keer uit Suriname naar Nederland. In de ban van politieke leiders die van mening waren dat de onafhankelijkheid niet goed zou uitpakken voor de positie van de Javanen, vertrokken circa 22.000 Javanen naar Nederland. Onder hen bevonden zich ook degenen die het eerder hadden geprobeerd in Indonesië en in Frans Guyana.
Deze meervoudige migratie van de Surinaamse Javanen, is het onderwerp van het levensverhalen project Javaanse Migratie en Erfgoedvorming in Suriname, Indonesië en Nederland. Om van de meervoudige migratiebewegingen en de persoonlijke ervaringen van de Javaanse migranten een helder beeld te krijgen, is een oral history-project opgezet rondom migratie en erfgoedvorming onder de Javanen in Suriname, Indonesië en Nederland.
Aan dit project werkten het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV) en de Stichting Comité Herdenking Javaanse Immigratie (STICHJI) samen.
De interviews zijn te beluisteren op de website van Javanen in Diaspora, de metadata en de samenvattingen van de interviews zijn opgeslagen in EASY.
Op zoek naar voedsel in Nijkerk tijdens de hongerwinter van 1944
Realisatie project:
Stichting Oud Nijkerk
Tijdsbestek: september 1944 tot april 1945
Locatie: Nijkerk, Gelderland
Aantal interviews: 10
Thematische collectie: Erfgoed van de Oorlog
DANS: https://doi.org/10.17026/dans-xzg-su4c
Een enkel interviews te zien via:
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was de Gelderse plaats Nijkerk een kleine, overwegend christelijke gemeenschap van ongeveer elfduizend inwoners. De bewoners buiten de vesting leefden vooral van de landbouw. In september 1944 werd Nijkerk geconfronteerd met een grote stroom vluchtelingen uit de omgeving van Arnhem, dat in september als gevolg van de geallieerde luchtlandingsoperatie Market Garden vrijwel onbewoonbaar was geworden. Veel burgers vluchtten, al dan niet door de Duitsers gedwongen, naar veiliger plaatsen. In de winter van 1944-1945 werd Nijkerk ook door duizenden mensen uit de grote steden aangedaan die op hongertocht waren. Op de drukste dagen kwamen dagelijks soms rond de 20.000 mensen door Nijkerk.
In het kader van het oral-history project zijn interviews gehouden met inwoners van Nijkerk die getuige zijn geweest van de grote stroom vluchtelingen en mensen die op zoek waren naar voedsel. Aan de hand van de interviews wordt nagegaan hoe de bevolking van de kleine, hechte gemeenschap reageerde op de komst van grote groepen mensen in nood. Omdat de christelijke kerken in het sociale leven van Nijkerk een grote rol speelden, wordt aan hun rol in de vraaggesprekken bijzondere aandacht besteed. Bovendien gaan de geïnterviewden in op de gebeurtenissen die op 1 oktober 1944 in het nabijgelegen Putten plaatsvonden. Die dag
vond daar, als vergelding voor een aanslag van het verzet, op last van de Duitse bezetter een razzia plaats, waarbij vrijwel de gehele mannelijke beroepsbevolking werd afgevoerd naar Duitse concentratiekampen.