De Vakbondshistorische Vereniging werd opgericht in 1983; doelstellingen van de VHV waren het vergroten van de kennis van de vakbondsgeschiedenis en het bevorderen van de belangstelling voor de historie van de vakbeweging.
In deze audiocollectie zijn interviews te beluisteren met leden van de St. Eloy Katholieke Arbeidersbeweging, Algemeene Nederlandsche Metaalbewerkerbond Rotterdam, de Algemene Nederlandse Bouwarbeidersbond, ABB en ABVA, Amsterdam, NVV, Friesland, de Transportbond en de Algemene Nederlandse Diamantbewerkersbond.
Het archief is in 2005 door de Stichting VHV “Vrienden van de Historie van de Vakbeweging” aan het IISG in bewaring gegeven; met een aanvulling in 2018 uit de achterstanden van het IISG en in 2021 van Jacques van Gerwen.
Provo is één van de bekendste protestbewegingen uit de jaren zestig. Hoewel in 1967 opgeheven, is Provo nog altijd omgeven door smakelijke verhalen, mooie herinneringen en steeds verder uitdijende mythes. Historicus Niek Pas (Tegelen, 1970) deed uitgebreid onderzoek naar deze protestbeweging, waarbij hij trachtte te verklaren waarom Provo als actiegroepering in tal van Nederlandse en buitenlandse steden opdook en tegelijkertijd uitgroeide tot internationaal symbool van de Nederlandse jaren zestig. Dit resulteerde in zijn proefschrift Imaazje! De verbeelding van Provo (1965-1967)(Amsterdam: Wereldbibliotheek, 2003). Voor zijn promotieonderzoek interviewde Niek Pas verschillende oud-leden van Provo. Van de interviews zijn er 29 op band opgenomen, verdeeld over 38 audiocassettes.
Imaazje! : de verbeelding van Provo (1965-1967)
Auteur: Niek Pas
Amsterdam: Wereldbibliotheek, 2003
isbn: 90 284 2014 2
Aan de hand van de achtergrond en de netwerken van twee toenmalige hoofdrolspelers, Rob Stolk en Roel van Duijn, schetst Niek Pas een fascinerend beeld van het ontstaan en de ontwikkeling van Provo – in Amsterdam, maar ook in Maastricht en België.
Interviews van Henne Pauli met Jaap Boersma, Frans Drabbe, Jaques Penders en Arie Groenevelt over de rol van de staking van 1977.
De collectie bestond oorspronkelijk uit 8 cassettes met als signatuur BG GC1/551 tot en met GC1/558.
Literatuur: Henne Pauli, De FNV gaat niet opzij!;
Hoe de vakbeweging de grote staking van ’77 won,
Voorlichtingsdienst Federatie Nederlandse Vakbeweging, 1977.
Samen met NKV-voorman Wim Spit geeft hij met succes leiding aan de fusie met het NVV tot FNV. Onder het motto ‘De FNV gaat niet opzij’ gaat hij in 1977 met succes voorop in de strijd voor behoud van de volledige prijscompensatie.
Interviewers: Nienke, Poortvliet, Marijke Naezer, Mieke Aerts, Barbara Henkes
Aantal interviews: 8
Dolle Mina was een linkse, radicaal feministische actiegroep. Ondanks de formele rechten die vrouwen hadden, was er nog veel onrecht en achterstelling. Met ludieke acties wilde zij de rechten van vrouwen verbeteren. Hun inspiratiebronnen waren actievoerende vrouwen in de VS en de Maagdenhuisbezetting in Amsterdam. De naam ontleende de actiegroep aan de bijnaam van de vrouwenstrijdster Wilhelmina Drucker. Deze strijdbare feministe van het eerste uur had als bijnaam ‘IJzeren Mina’. Wilhelmina Drucker streefde een eeuw eerder al dezelfde doelen na als de actiegroep.
De politicologe Marijke Mossink vertelt in haar proefschrift De levenbrengsters – Over vrouwen, vrede, feminisme en politiek in Nederland 1914-1940 wat beide bonden bewoog. Op 10 mei 1940 waren ze op een haar na gefuseerd, na jarenlange twisten over de actie- en organisatievormen van hun vrouwelijke missie.
De levenbrengsters
over vrouwen, vrede, feminisme en politiek in Nederland 1914-1940
Marijke Mossink
Stichting beheer IISG, 1995 – 252 pages
Proefschrift van de Universiteit van Amsterdam, Faculteit Politieke en Sociaal-Culturele Wetenschappen. Door middel van een vergelijkend onderzoek naar de Algemeene Nederlandsche Vrouwen Vredebond en de Internationale Vrouwenbond voor Vrede en Vrijheid is nagegaan hoe het mogelijk was dat deze twee vrouwenvredesorganisaties naast elkaar bestonden, en waarom het zo moeilijk was om tot een fusie te komen. Centraal staat de betekenis die in beide organisaties aan de begrippen ‘vrouwen’, ‘vrede’ en ‘organisatie’ werd toegekend.
Bron: NG-1981-7-17, Foto-opdrachten Nederlandse geschiedenis, Rijksmuseum Amsterdam
Fotograaf: Catrien Ariëns, 1979-09
Oral history interviews met feministen die een pioniersrol hebben gespeeld in de geestelijke en lichamelijke gezondheidszorg voor vrouwen.
Voor korte beschrijvingen van de geïnterviewden zie de website van Artria
Foto: Mieke Schlaman, 8 maart 1992 – Identifier: F12-93
Oral History interviews met acht vrouwen die een belangrijke rol hebben gespeeld in de Rooie Vrouwen en vrouwenvormingscentrum De Born
Voor korte beschrijvingen van de geïnterviewden zie de website van Artria
Aantal geïnterviewden: 15
Aantal interviews: 30
studiezaal of downloadlink (onderworpen aan toestemming)
Transcriptie: ja (pdf, Word)
Opname: audio
Bestandstype: wav (met conversie naar mp3)
Toegankelijkheid: Gemotiveerde aanvraag. De instelling bekijkt vervolgens de transcripties (privacygevoelige passages) en controleert het contract met de geïnterviewde persoon (mogelijk beperkingen op gebruik).
Doel van het project was tweeledig:
Resultaat:
De tweede feministische golf is de benaming van een periode van feministisch activisme eind jaren 1960 – jaren 1970. Ze paste in een bredere beweging van maatschappelijk protest, denk maar aan het studentenprotest van mei ’68. Op deze website maak je kennis met die feministische beweging in Vlaanderen. Wat wilden de feministen ‘van de tweede golf’? En hoe blikken ze vandaag terug op die periode?
De website gendergeschiedenis.be is bedoeld als introductie op geschiedenis van de vrouwenbeweging.
Collectie voormalige Stichting Film en Wetenschap
Interviewer(s): Gerard Kuys, Eric Theloosen, Niek Vos, Jozef Vos
Aantal interviews: 10
Aantal personen: 17
Produktiedatum: 1976-1978
Soort interview(s): wetenschappelijk
Drager: 5 geluidsbanden
Toegankelijkheid: beperkt
Transcriptie: geen
De interviews zijn gehouden in het kader van de doctoraalscripties (economische en sociale) geschiedenis (KUN) van de vier interviewers, met als onderwerp de arbeidersbeweging en arbeidsverhoudingen in de Twentse textielindustrie 1930-1960. Een aantal interviews is met meerdere personen tegelijk gehouden. Zo zitten Duyn, Ter Haar, het echtpaar Kapitein en Pieperiet gezamenlijk in één gesprek en hetzelfde geldt voor de heren Meijer en Tijdeman.
Vrijwel alle personen spreken over de situatie in de Twentse textielindustrie vanuit een actieve positie in de linkse (vak)beweging, met name NVV, NSV, NAS, EVC en OVB, waarbij overigens een sterke aversie tegen de CPN naar voren komt. De uitzondering wordt gevormd door de liberale politicus Stikker, die eerder spreekt vanuit de positie van werkgevers dan wel vanuit zijn opvattingen over de nieuwe (naoorlogse) samenwerkingsvormen tussen werkgevers en werknemers. Hij was onder meer de initiator van de Stichting van de Arbeid in 1945.
Gerard Kuys – De vrees voor wat niet kwam : nieuwe arbeidsverhoudingen in Nederland 1935-1945, aan het voorbeeld van de Twentse textielindustrie
Niek Vos – De rauwe wet van vraag en aanbod: arbeidsverhoudingen in de Twents-Gelderse textielindustrie 1945 tot 1949
Collectie voormalige Stichting Film en Wetenschap
Interviewer: P. Coomans, T. de Jonge, E. Nijhof
Aantal interviews: 8
Produktiedatum: februari/maart 1972
Soort interview: wetenschappelijk
Drager: 23 geluidsbanden
Aanbieder: E. Nijhof
Toegankelijkheid: t.b.v. onderzoek
Transcriptie: samenvatting
De Eenheidevakcentrale EVC 1943-1948 // Paul Coomans, Truike de Jonge, Erik Nijhof
oospronkelijk: doctoraalscriptie
ISBN : 9789001390167
In 1944 werd de grondslag gelegd voor een geheel nieuwe vakorganisatie, de Eenheidsvakbeweging (EVB). Dit was een initiatief van de ondergrondse leiding van de Communistische Partij Nederland (CPN), die een belangrijke rol in het verzet had gespeeld en hoopte dat zij het daardoor gewonnen respect zou kunnen omzetten in sleutelposities in de naoorlogse maatschappij.
Behalve deelname aan een progressieve regering beoogde ze ook een dragende rol in een vernieuwde vakbeweging, waarin de oude levensbeschouwelijke tegenstellingen zouden worden overwonnen in het belang van de gezamenlijke strijd om optimale arbeidsvoorwaarden.
Voor meer informatie over de interviews en de geïnterviewden, zie: SFW-werkuitgave no. 8 (1995), pp. 4, 15, 16, 18, 19, 24, 29, 35.
De EVC was tegen de koloniale oorlog en wilde daar tevergeefs een staking tegen organiseren