Deze collectie draait om het interviewen van Suparna S. Diredja door Celia Mather; deze interviews vonden plaats in 1982-1983 in Hoofddorp; de collectie bevat ook documentatiemateriaal over de economische en politieke situatie in Indonesië. Zie ook ‘Yes, We Did It! How the World’s Domestic Workers Won Their International Rights and Recognition’, een publicatie van Celia Mather.
De beschrijvingen van de digitale bestanden zijn gebaseerd op de bijschriften van de fysieke drager. In het geval van een cassette wordt elke kant (kant A en kant B) als een afzonderlijke eenheid beschreven. De collectie bestond oorspronkelijk uit 12 cassettes met de roepnummers GC5/638-649.
Interview door Celia Mather met Suprana Sastra Diredja, Usin Sutiwo, Bapak, Ibu Didi (meneer en mevrouw Didi), Aslam en Muntaib.
Celia Mather schrijft sinds het begin van de jaren tachtig over de rechten van werknemers in de wereldeconomie. Ze was de verslaggeefster van de Europese (2005) en mondiale (2006) conferenties voor organisaties van huishoudelijk personeel, en ondersteunde vervolgens het International Domestic Workers’ Network met het schrijven van folders, nieuwsbrieven, beleidsdocumenten, presentaties en toespraken, onder meer tijdens het proces om hun ILO-conventie C189 in 2011 binnen te halen.
documenten, presentaties en toespraken, ook tijdens het proces om hun ILO Conventie C189 in 2011 binnen te halen.
Interviews met oud-arbeiders over hun leven als arbeider in de leerlooierij en schoenmaker, het algemene maatschappelijke leven en de toekomst van Nederland en Europa.
Foto: Leraren en leerlingen van de Rijksvakschool voor Leerlooiers en Schoenmakers (later M.V.L.S.) in Waalwijk. Bron: Beeldbank Streekarchief Langstraat Heusden Altena, Objectnummer:WAA72004. Jaar: 1925.
Bron: Beeldbank Streekarchief Langstraat Heusden Altena, Objectnummer: BRH00203
Sinds 1998 bewaard in het Centraal Historisch Archief
Taal: Papiamentu
Publicatie:
Mondelinge geschiedenis van Curaçaose migranten die in het begin van de 20ste eeuw naar Cuba vertrokken om te gaan werken op Cubaanse suikerrietvelden.
“Ta Cuba mi ke bai” is het resultaat van een onderzoek naar de emigratie van kinderen van Curaçao naar Cuba. Deze emigratie beleefde zijn hoogtepunt aan het einde van 1917 tot aan 1921. Veel Curaçaose arbeiders verhuisden naar Cuba om op de suikerrietvelden te werken. Daar ontmoetten zij arbeiders van andere Caribische eilanden, waaronder Haïti, Jamaica, Barbados en ook van Aruba, Bonaire en de eilanden daarboven.
In een paar jaar tijd zijn er zo’n 2300 Curaçaoënaars naar Cuba geëmigreerd. Rose Mary Allen bezocht oude Curaçaoënaars die in die tijd naar Cuba zijn gegaan en daarna weer op Curaçao zijn teruggekeerd. Ze waren oud, maar konden haar veel vertellen over Cuba en ook over de redenen waarom ze naar Cuba waren gegaan. En dat waren bijna altijd economische redenen. Er wonen nog steeds Curacaoenaars op Cuba die daar indertijd naar toegegaan en er zijn gebleven. Die groep intrigeerde Rose Mary Allen en zij vond dat haar onderzoek niet compleet was als zij niet ook deze mensen op Cuba had bezocht.
Om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van de emigratie naar Cuba, werd het onderzoek uitgebreid door getuigenissen te vergelijken met informatie uit documenten, zoals officiële brieven en kranten.
Barbara Henkes (1955); historica en journaliste; actief in de Groningse vrouwenbeweging en de CPN 1979-1982; promoveerde in 1995 op Heimat in Holland. Duitse dienstmeisjes 1920-1950; publiceert op het gebied van vrouwenstudies, oral history en de geschiedenis van de 20e eeuw; verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen. Deze interviews met Nederlandse dienstmeisjes vormden de basis voor het boek Kaatje ben je boven?
Javastraat Den Haag, ca. 1900
Kaatje, ben je boven? : leven en werken van Nederlandse dienstbodes 1900- 1940
Auteurs: Barbara Henkes, Hanneke Oosterhof
Uitgeverij: Sun, Nijmegen, 1985
EAN: 9789061682424
Tot diep in de twintigste eeuw zijn ontelbaar veel jonge, ongehuwde vrouwen werkzaam geweest als dienstbode: als morgenmeisje, kamer- of keukenmeisje, dagmeisje of boerenmeid. Waarom gingen ze in betrekking? Hoe kwamen ze aan een dienstje? Wat moesten ze doen? En werden ze daarop voorbereid? Wat maakte een dienstje tot een goede of minder goede betrekking? Hoe handhaafden dienstmeisjes zich in het spanningsveld tussen sociale afstand en persoonlijke betrokkenheid binnen het werkgeefstersgezin? In de literatuur komen we de Kaatjes, Dina’s en Betsies regelmatig tegen, maar in de geschiedschrijving is aan het dienstbodenbestaan nog nauwelijks aandacht besteed. Barbara Henkes en Hanneke Oosterhof leggen deze kant van de veelal ‘verborgen’ machtsverhoudingen binnen de privésfeer open en laten zien hoe maatschappelijke ontwikkelingen hierop inwerkten. Ze doen die aan de hand van archiefmateriaal, vakbonds- en vrouwenbladen, maar ook en vooral aan de hand van gesprekken met tientallen vrouwen die terugkijken op hun dienstbodenbestaan.
Molenaar Den Boer bij de 6e molen van de Overwaard in Kinderdijk
Hoe zag het dagelijks leven eruit op de poldermolens in Zuid-Holland? (Oud)-molenaars, kinderen van molenaars, en ook molenmakers en voormalige polderbestuurders vertellen hun verhaal. Op de website van geschiedenisvanzuidholland.nl lees je de verhalen en herinneringen die zijn opgetekend voor het project Molenverhalen.
GESCHIEDENISVANZUIDHOLLAND.NL/MOLENVERHALEN
Mensen aan het werk aan een plooimachine in het Sint-Niklase metaalconstructiebedrijf Nobels-Peelman, 1972.
Sint-Niklaas, Stadsarchief.
140 interviews door leerlingen
Sint-Maarten Bovenschool Beveren: 46 interviews met dienstmeisjes (24), dokwerkers (11) en landbouwers (11)
Sint-Jorisinstituut Bazel: 40 interviews met ex-werknemers van de Rupelmondse scheepswerf CNR (14), mensen die vertellen over leven en werk en ontspanning in de Kruibeekse polders (17), landbouwers (9)
Sint-Amelberga Instituut Temse: 13 interviews met ex-Boelwerfarbeiders
Onze Lieve Vrouw Presentatie Sint-Niklaas: 10 interviews met ex-werknemers van tapijtfabriek Meert (2) en steenbakkerij Scheerders Van Kerchove (8)
15 kroongetuigeninterviews
integrale interviews op DVD
Mondelinge geschiedenis met scholen rond 8 thema’s
Econonomisch verhaal van Wase bedrijven en beroepssectoren aangevuld met persoonlijke verhalen.
8 thema’s:
Rond het midden van de vorige eeuw kende het Waasland een grote economische bloei, in bedrijfssectoren als de textielnijverheid, metaalconstructie en scheepsbouw. Grote en kleine bedrijven boden werkgelegenheid aan duizenden mensen. In het laatste kwart van de 20ste eeuw echter stopten tal van deze bedrijven noodgedwongen hun activiteiten, met alle gevolgen van dien.
50 jaar werk in het Waasland is een mondelinge geschiedenisproject. De Erfgoedcel Waasland vulde de geschiedenis van de Wase bedrijven en beroepssectoren aan met de persoonlijke verhalen van mensen die hier in de tweede helft van de 20ste eeuw werkten. Die getuigenissen schetsen een kleurrijk beeld van wat “werk” betekende in de periode 1945-1995.
De resultaten werden gebundeld op een DVD met video- en audiofragmenten en bijhorende documenten.
Johanna Westerdijk (bijzonder hoogleraar plantenziektekunde (fytopathologie), Universiteit Utrecht
Interviewer: Dineke Stam
Atria heeft de levensverhalen van vrouwelijke hoogleraren vastgelegd. In 2017 was het 100 jaar geleden dat de eerste vrouwelijke hoogleraar in Nederland werd benoemd, Johanna Westerdijk (bijzonder hoogleraar plantenziektekunde (fytopathologie), Universiteit Utrecht) (zie foto). Alle reden om juist nu ruimschoots aandacht te besteden aan de actuele positie van vrouwelijke hoogleraren. De opmars van vrouwen in de universiteiten verloopt nog altijd moeizaam. Met 18% vrouwelijke hoogleraren staat Nederland op de drie na laagste plek binnen de EU.
Atria brengt de loopbaan en levensgeschiedenis van een aantal hoogleraren in beeld. Hun verhalen geven een uniek deel van de geschiedenis van vrouwen in de 20ste en 21ste eeuw weer. Vijf vrouwelijke emeritus-hoogleraren, van verschillende universiteiten en verschillende disciplines, werden volgens de wetenschappelijke oral history-methode geïnterviewd. Hen werd gevraagd naar het verloop van hun carrière en hoe zij als vrouw en hoogleraar daarop terugblikken.
De integrale interviews zijn toegankelijk via Atria.
Sinds haar ontstaan in 2007 heeft de Erfgoedcel heel wat projecten in en over de Mijnstreek opgestart of ondersteund. Als voorbereiding op een publicatie, een tentoonstelling of een ander erfgoedevenement werden niet zelden mondelinge bronnen verzameld. Stuk voor stuk interessante getuigenissen die een of meerdere aspecten van het verleden van de Belgisch Limburgse Mijnstreek belichten!
De teller staat ondertussen op meer dan 200 mondelinge bronnen!
Omdat we deze schat aan informatie niet verloren willen laten gaan (bijvoorbeeld voor wetenschappelijk onderzoek) zijn we momenteel druk bezig om deze bronnen via de bibliotheek van Genk te ontsluiten.
In een eerste fase zullen we de interviews beschikbaar stellen die wij zelf hebben laten opnemen, los van een project. Sinds 2011 laten we jaarlijks verschillende interviews afnemen van personen met een interessant verhaal.
In 2011 begon Erfgoedcel Mijn-Erfgoed met het afnemen van interviews uit de Mijnstreek. Die interviews zijn belangrijke getuigenissen van mensen op leeftijd die het gedeelde geheugen van de Limburgse Mijnstreek kunnen aanvullen. Deze getuigenissen worden niet via een project verzameld, maar leveren een waardevolle bijdrage aan het erfgoed in de Mijnstreek dat samen met de getuigen dreigt te verdwijnen.
Sinds 2011 werden elk jaar enkele mensen geïnterviewd. De teller staat intussen al op 43 interviews van 49 personen, goed voor zo’n 50 uur aan beeldmateriaal!
Naar aanleiding van 100 jaar steenkoolproductie in de Limburgse Mijnstreek en 25 jaar sluiting van de laatste steenkoolmijn van de Benelux, werkte Erfgoedcel Mijn-Erfgoed in 2017, in samenwerking met persfotograaf Tony Van Galen, de rondreizende expo ‘Sluitertijd’ uit. Deze tentoonstelling, met een 35-tal foto’s van Tony Van Galen, geeft een sfeerbeeld van de periode van de mijnstakingen en -sluitingen van de jaren 1980 en 1990. Ook werden enkele interviews afgenomen van personen die op de foto’s stonden.
Interviews over ervaringen als arbeider bij Arbed, Acec en Vynckier De interviews werden afgenomen voor een onderzoek naar de arbeiders- en studentenbeweging van voor en na 1968.
Geïnterviewde groep arbeiders 1950
Arbed: 6
Acec: 10
Vynckier: 3
Geïnterviewde groep arbeiders 1970
Arbed: 7
Acec: 4
Vynckier: 1
Verschillende generaties migranten getuigen van een rijk verleden. Met De Grondleggers wordt het verhaal van drie generaties Turken in Oost-Vlaanderen verteld. De eersten onder hen kwamen in de jaren 1960-1970 als gastarbeider in Gent en omstreken terecht en velen van hen gingen in de sector van de wegenwerken aan de slag. De harde stiel ging daarna vaak over van vader op zoon. Vandaag de dag heeft een aantal Turkse Oost-Vlamingen een eigen wegenwerkbedrijf; als werkgever nemen zij nu zelf nieuwkomers in dienst. Omdat de wegenwerkensector op die manier deel is gaan uitmaken van het erfgoed van de Turkse gemeenschap in Oost-Vlaanderen heeft New Focus vzw met drie generaties Turkse wegenwerkers gepraat over hun verwachtingen, succesverhalen en hinderpalen. New Focus vzw verzamelde de verhalen in samenwerking met Volkskunde Vlaanderen vzw, Amsab-ISG en de Federatie van Vooruitstrevende Verenigingen vzw.
New Focus vzw verwerkte de verhalen in een reportage en een fotoboek.
De Grondleggers | een film en fotoboek van Necmi Tüfekçi. Vertellend erfgoed over 50 jaar Turkse migratie