Soort interview: wetenschappelijk
De interviews zijn te vinden in DAAN, het digitale archief van Beeld & Geluid met de zoekterm “Ernst Voorhoeve”
E. (Ernst) Voorhoeve (1900-1966) over Verdinaso en NSB 25-04-1966
Kort voor zijn sterven sprak Ernst Voorhoeve (1900-1966) met de interviewers R.L. Schuursma en SJ. Vellenga. Hij was een Nederlands beeldhouwer en schilder. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij onder meer propagandaleider van de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) en het Departement van Volksvoorlichting en Kunsten. In dit interview van 2.5 uur spreekt Voorhoeve over het nationaalsocialisme en het Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen (Verdinaso).
In het begin van de jaren twintig bekeerde Voorhoeve zich tot het katholicisme. Hij maakte aanvankelijk schilderijen, tekeningen, houtsnedes en boekillustraties, maar ontwikkelde zich na zijn bekering tot beeldhouwer. Hij maakte (religieuze) sculpturen en kruisbeelden in hout en brons, die een primitief karakter hebben.
In 1932 werd Voorhoeve uit belangstelling lid van Verdinaso. Nadat hij in 1934 een toespraak van Joris van Severen had bijgewoond, werd hij als rijksorganisatieleider actief binnen de beweging. In 1938 werd de Nederlandse tak verzelfstandigd en kwam deze onder zijn leiding te staan, maar twee jaar later ging Verdinaso-Nederland onder druk van de bezetter op in de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB). Voorhoeve werd propagandaleider van de NSB en in 1942 van het nationaalsocialistische Departement van Volksvoorlichting en Kunsten (DVK). Hoewel hij zelfs enige tijd aan het Oostfront vocht, was Voorhoeve geen voorstander van annexatie door de Duitsers. Hij verloor hun goedkeuring en moest in 1943 opstappen als propagandaleider van de NSB en het DVK.
Het Bijzonder Hof te Arnhem veroordeelde Voorhoeve in maart 1949 tot elf jaar gevangenisstraf.
Voor meer informatie over het interview en de geïnterviewde, zie: SFW-werkuitgave no. 8 (1995), p.49.
De collectie is nog niet gedigitaliseerd en daarom niet direct in te zien bij Beeld & Geluid. Digitalisering kan wel worden aangevraagd bij Beeld & Geluid via: zakelijk@beeldengeluid.nl
Deze collectie bevat in feite twee soorten interviews. Allereerst interviewde Esther Boukema in 1988 de van oorsprong Poolse grafisch ontwerper Cyprian Kościelniak over de karakteristieken van een goed affiche, de functie van de poster, de relatie affiche – maatschappij, de relatie affiche – kunst, het belang van het ontwikkelen van een eigen stijl en het werk van Kościelniak zelf.
Dit interview gaat daardoor niet alleen over het vakgebied en de technische kant van grafische vormgeving maar eveneens over maatschappijkritiek. Kościelniak staat hiermee in lijn met zijn vader Władysław Kościelniak, een kunstenaar en fervent columnist. Dit gesprek heeft Boukema verwerkt in een afstudeerscriptie voor de Hogeschool voor de Kunsten te Utrecht. Het interview is in het Engels.
Ten tweede interviewden Esther Boukema en Assi Kootstra een achttal (anonieme) eindexamenstudenten grafische vormgeving met betrekking tot hun motivatie en ambities. Dit achttal werd gezamelijk geïnterviewd. Deze informatie was bedoeld voor een publicatie in de vorm van een (eindexamen)krant van de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht.
De volgende personen zijn geïnterviewd:
De collectie is nog niet gedigitaliseerd en daarom niet direct in te zien bij Beeld & Geluid. Digitalisering kan wel worden aangevraagd bij Beeld & Geluid via: zakelijk@beeldengeluid.nl
Titel: Johan Hendrik van Zweden: leven en werken
Auteurs: F. van Dijk, C. Hofstreenge, H.C. Scheerder, T. Wibaut-Guilonard en H.J.W. Drijvers
Uitgever: Groningen: Benjamin & Partners, 1996
IBSN: 9054770163
De toenmalige directeur van het Arnhemse Gemeentemuseum Pierre Jansen (1926-2007) interviewde in 1970 de schilder-beeldhouwer Johan Hendrik van Zweden (1896-1975) aan de vooravond van een overzichtstentoonstelling van diens werk in Arnhem, ter gelegenheid van zijn 75ste verjaardag. Van Zweden was een leerling van Jan Altink en Jan Wiegers, die samen De Ploeg oprichtten en daarmee het Duitse expressionisme in Nederland introduceerden. Van Zweden was ook lid van de Groningse kunstenaarskring. In zijn Groninger jaren werden vele portretten gemaakt van Van Zweden (bijgenaamd “Shanghai Bobby” vanwege zijn Aziatische trekken) door de Ploegleden, waaruit persoonlijke vriendschap en sympathie bleek. Tijdens de Tweede Wereldoorlog sloot hij zich aan bij het kunstenaarsverzet, maar hij werd spoedig opgepakt en gevangengezet in Kamp Vught.
In het interview wordt onder meer ingegaan op Van Zwedens verzetsactiviteiten ten tijde vand de Duitse bezetting en zijn verblijf in het concentratiekamp Vught, waarheen hij in 1943 na zijn arrestatie was overgebracht. Daar kon hij met medeweten van de kampcommandant een eigen atelier opzetten. Na diens vertrek was hij werkzaam in de tekenkamer van de Philipswerkplaats Vught. In het kamp maakte hij onder andere portretten van zijn medegevangenen.
In mei 1944 werd hij gedeporteerd naar concentratiekamp Dachau, waaruit hij in april 1945 werd bevrijd. Na de oorlog werd hij door Mart Stam, als vervanger voor de omgekomen beeldhouwer Frits van Hall, aangesteld als docent aan het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs (de latere Gerrit Rietveld Academie) in Amsterdam.
Publicatie(s) verbonden aan de collectie: Hermans, B. (Director). (1990). Henri de Wolf | Wolf is de naam
(en voor trottoir vrienden Hannibal). Stichting Beeldlijn.
De interviews zijn afgenomen ten behoeve van de documentaire Wolf is de naam (en voor trottoir vrienden Hannibal) van Buddy Hermans en Jan de Ruiter.
De documentaire portretteert kunstenaar Henri Wolf en schijnt een licht op het artistieke en culturele klimaat in de stad Groningen in de jaren zestig tot de jaren tachtig. De interviews zijn afgenomen met bekenden van Henri Wolf en gaan deels over zijn Indische achtergrond.
Tijd, plaats en thema’s: De interviews gaan in op gebeurtenissen en ervaringen in de jaren 1960 – 1986.
Er wordt voornamelijk over Nederland gesproken. Thema’s zijn o.a. invloed Indische afkomst, privéleven, kunst, doorwerking.
Het project Interviews in Conservation Research beoogt een integrale benadering voor een verantwoorde omgang met mondelinge bronnen voor onderzoek naar de conservering van kunstwerken, met casestudies uit het Rijksmuseum en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Het doel is om een instituutsoverstijgend model te ontwerpen voor musea, erfgoedinstellingen en restauratoren in het veld, dat het gebruik van interviews als dynamisch proces beziet – als een levend archief met ruimte voor interpretatie van gebruikers, zodat ons inzicht blijvend kan worden verdiept en kennis niet verloren gaat, maar juist wordt verrijkt.