Het fraai gelegen landgoed Oxerhof, onder de rook van Deventer, herbergt een duister en goed verborgen gebleven oorlogsverleden, waarvan door de tijd slechts fragmenten algemeen bekend geworden zijn. Het landgoed werd in 1943 door de bezetter gevorderd, officieel was het een ziekenhuis voor SS soldaten, maar in werkelijkheid was het school voor geheimagenten die informatie in geallieerd gebied moesten verzamelen. Een spionnenschool. Vanaf november 1944 werd de Oxerhof een SD-gevangenis waar verzetsdeelnemers en deserteurs werden opgesloten. In totaal zijn er rond de tweehonderd gevangenen geweest en meer dan honderd daarvan hebben de oorlog niet overleefd. De laatste 10 gevangenen in de Oxerhof werden, enkele uren voor de bevrijding door Canadezen, op gruwelijke wijze vermoord.
Rond 2009 nam Huub van Sabben veertien interviews af over dit onderwerp met verschillende mensen voor een boek. De Oxerhof staat centraal in deze interviews. De interviews bevinden zich in Collectie Overijssel
De interviews staan onder AC009 binnen de collectie roo – 0260 Geluidsopnamen Roosendaal, 1936-heden.
Er zijn zowel cassettes evenals MP3 en WAVbestanden beschikbaar
Titel: De bevrijding van West-Brabant, september 1944-mei 1945: een streek en haar bewoners temidden van verwoesting en oorlogsgeweld
Auteurs: Piet Hoedelmans, Adriënne Wagenaar en Ineke de Wolff
Uitgever: Het Verboden Rijk, Roosendaal, 1994
ISBN: 9075039026
Ïn 1994 interviewde Ineke de Wolff acht Roosendaalers ten behoeve van haar boek De Bevrijding van West-Brabant.
De acht Roosendaalers vertellen van hun ervaringen van de laatste twee oorlogsjaren.
De bevrijding van Roosendaal vond plaats op 30 oktober 1944 door de 49th (West Riding) Infantry Division, de Polar Bears. De opmars van de geallieerden bij Roosendaal verliep niet erg soepel. Er waren hevige gevechten rond buurtschap Vinkenbroek en Boeiink. De Duitsers probeerden tijd te winnen om nieuwe posities in te kunnen nemen. Ze vielen massaal terug achter de rivieren Mark en Dintel.
Ongeveer veertig inwoners van Den Dungen spreken over hun ervaringen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Verschillende personen komen aan bod, zowel verzetslieden als “gewone” mensen.
In Den Dungen vlogen in september 1944 meer dan 2000 zweefvliegtuigen over het dorp. Van 17 tot 26 september 1944 wilden de geallieerden met een groot offensief (operatie ‘Market Garden’) een bruggenhoofd over de grote rivieren in Nederland creëren. In een bliksemsnelle aanval moesten luchtlandingstroepen bruggen veilig stellen. Grondtroepen moesten daarna vanuit België over deze bruggen oprukken naar het IJsselmeer. Er werden drie complete divisies gedropt: de 101ste US Airborne Divisie bij Eindhoven en Veghel, de 82ste US Airborne Divisie bij Grave en Groesbeek en de 1ste Britse Airborne Divisie bij Arnhem en Oosterbeek. Bij de Amerikanen verliep alles vrij goed. De bruggen over de Maas en het Maas-Waalkanaal bij Heumen en de meeste bruggen nabij Eindboven vielen in hun handen en na harde strijd ook de Waalbrug bij Nijmegen. Maar de Rijnbrug bij Arnhem bleek een brug te ver. De Britse para’s werden verrast door Duitse pantsertroepen en moesten zich onder zware verliezen terugtrekken in de Betuwe.
Tijdens deze grootscheepse operatie streken bijna 800 zweefvliegtuigen neer op Brabantse bodem. In deze provincie was de driehoek Den Dungen-Vught-Den Bosch (met als codenaam ‘Ellis’) een richtpunt voor alle sleep- en zweefvliegtuigen. Van hieruit vloog men de landingsplaatsen aan.
Soort interview: wetenschappelijk
De collectie is nog niet gedigitaliseerd en daarom niet direct in te zien bij Beeld & Geluid. Digitalisering kan wel worden aangevraagd bij Beeld & Geluid via: zakelijk@beeldengeluid.nl
In DAAN, het digitale archief van Beeld & Geluid zijn wel de volgende items te vinden: diverse items van Radio Herrijzend Nederland
Eveneens een documentaire over dit onderwerp onder de titel “Herrijzend Nederland” 18-09-1969 TROS
R.L. Schuursma interviewde Karel Nort (1913-1981), die als chef-omroeper via Radio Herrijzend Nederland op 4 mei 1945 het nieuws van de Duitse Capitulatie meldde. Het interview ging over Norts rol in het verzet, zijn werk bij de AVRO en zijn rol als chef-omroeper bij Radio Herrijzend Nederland.
Nort trad in 1938 in dienst van de AVRO als sportverslaggever. Na het verdwijnen van de omroepen werkte hij tot begin 1943 voor de gelijkgeschakelde Nederlandsche Omroep. Toen dit werk hem te gortig werd, vertrok hij naar Maastricht, waar hij ging werken in de stationsrestauratie. Hij raakte daar betrokken bij het verzet en was betrokken bij wapensmokkel. Vervolgens, na de bevrijding van Eindhoven in 1944, crosste hij bij Biesbosch en werd hij medewerker van Radio Herrijzend Nederland. Met een geïmproviseerde reportagewagen trok hij door het bevrijde deel van Nederland. Nort geeft hier een verslag van deze bezigheid.
Wanneer op zaterdag 5 mei 1945 de capitulatie van de Duisters in heel Nederland bekend wordt, is het voor de medewerkers van Radio Herrijzend Nederland nog de vraag wat er na de bevrijding met de zender gaat gebeuren. Het hoofd van het Militair Gezag heeft in de eerste plaats besloten dat Radio Herrijzend Nederland na de bevrijding onmiddellijk uit de lucht gehaald zou worden. Dit zou uiteindelijk pas in 1946 gebeuren.
Voor meer informatie over het interview en de geïnterviewde, zie: SFW-werkuitgave no. 8 (1995), p.34
Soort interview: wetenschappelijk
De collectie is nog niet gedigitaliseerd en daarom niet direct in te zien bij Beeld & Geluid. Digitalisering kan wel worden aangevraagd bij Beeld & Geluid via: zakelijk@beeldengeluid.nl
Titel: Agent van de Zwitserse weg: het levensverhaal van Jan van Borssum Buisman
Auteur: Marc Couwenberg
Uitgever: Walburg Pers, Zutphen, 2000
ISBN: 9789057301254
De zeventigjarige Gerard Slotemaker de Bruine sprak met de interviewers Th. Minderaa, J. Rijken, R.L. Schuursma en Sj. Vellenga over zijn verzetswerk tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Hij was de zoon van CHU-minister Jan Rudolph Slotemaker de Bruine en Cornelia de Jong. Hij was zeer actief in het verzet, met name in de spionagegroep ‘de Zwitserse weg.’ De Zwitserse Weg was tijdens de Tweede Wereldoorlog een gangbare smokkelroute van 1942 tot juni 1944, die deel uitmaakte van het ondergronds netwerk Dutch-Paris. Premier Gerbrandy drong er bij dominee Visser ‘t Hooft op aan een inlichtingendienst op te zetten om contact mogelijk te maken tussen bezet Nederland en de regering in Londen. Visser ‘t Hooft ontmoette net in die periode Hebe Charlotte Kohlbrugge en zo kwam de nieuwe route tot stand. De route ging via betrouwbare personen en adressen van Nederland, waaronder Slotemaker de Bruine, naar Genève. Vaak brachten koeriers via deze route berichten naar Zwitserland die voor de regering in Londen bestemd waren. Die berichten werden in Nederland op microfilm gezet en vaak in de kleding verstopt.
Na de oorlog werd Slotemaker de Bruine directeur van het wetenschappelijke bureau van de PvdA, met welke partij hij vanwege de Indonesische kwestie brak. Gedurende zijn leven onderhield hij nauwe banden met vooraanstaande theologen en vervulde hij veel nevenfuncties. Tussen 1963 en 1967 zat De Bruine namens de Pacifistisch Socialistische Partij in de Tweede Kamer.
Soort interview: wetenschappelijk
Deze interviews zijn te vinden in DAAN, het digitale archief van Beeld & Geluid onder Drie interviews met G.J. Teunissen (Leider Filmgilde 1941-1945) 11-11-1964
De historicus R.L. Schuursma interviewde in 1964 en 1965 de filmmaker Gerardus Johannes (Jan) Teunissen (1898-1975). Hij was een nationaalsocialistische filmmaker in Nederland. In 1933 maakte hij zijn eerste speelfilm, Willem van Oranje. Dit was Nederlands eerste geluidsfilm. De interviews verschaffen daardoor informatie over de Nederlandse filmgeschiedenis en de rol van het nationaalsocialisme en collaboratie tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Op 27 augustus 1940 werd Teunissen lid van de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) van Anton Mussert. Al snel werd hij hoofd van de Filmdienst van de NSB. Zijn ster rees snel en het duurde niet lang of hij was de machtigste man in de Nederlandse filmwereld gedurende de Tweede Wereldoorlog. Tussen 1941 en 1945 was hij leider van de filmgilde, een onderdeel van de Nederlandsche Kultuurkamer. Dit was een Duits instituut waar alle kunstenaars, architecten, schrijvers, etc. aangesloten bij moesten zijn om te mogen werken. Als voorzitter van de Rijksfilmkeuring was Teunissen de personificatie van het collaborerend deel van de Nederlandse filmindustrie.
Na de geallieerde overwinning werd Teunissen van 5 november 1945 tot 10 mei 1948 gedetineerd. Opvolgend werd het hem tien jaar lang verboden in de Nederlandse filmindustrie werkzaam te zijn.
Een artikel over Teunissen en de eerste Nederlandse geluidsfilm
Soort interview: wetenschappelijk
De interviews zijn te vinden in DAAN, het digitale archief van Beeld & Geluid met de zoekterm “Ernst Voorhoeve”
E. (Ernst) Voorhoeve (1900-1966) over Verdinaso en NSB 25-04-1966
Kort voor zijn sterven sprak Ernst Voorhoeve (1900-1966) met de interviewers R.L. Schuursma en SJ. Vellenga. Hij was een Nederlands beeldhouwer en schilder. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij onder meer propagandaleider van de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) en het Departement van Volksvoorlichting en Kunsten. In dit interview van 2.5 uur spreekt Voorhoeve over het nationaalsocialisme en het Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen (Verdinaso).
In het begin van de jaren twintig bekeerde Voorhoeve zich tot het katholicisme. Hij maakte aanvankelijk schilderijen, tekeningen, houtsnedes en boekillustraties, maar ontwikkelde zich na zijn bekering tot beeldhouwer. Hij maakte (religieuze) sculpturen en kruisbeelden in hout en brons, die een primitief karakter hebben.
In 1932 werd Voorhoeve uit belangstelling lid van Verdinaso. Nadat hij in 1934 een toespraak van Joris van Severen had bijgewoond, werd hij als rijksorganisatieleider actief binnen de beweging. In 1938 werd de Nederlandse tak verzelfstandigd en kwam deze onder zijn leiding te staan, maar twee jaar later ging Verdinaso-Nederland onder druk van de bezetter op in de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB). Voorhoeve werd propagandaleider van de NSB en in 1942 van het nationaalsocialistische Departement van Volksvoorlichting en Kunsten (DVK). Hoewel hij zelfs enige tijd aan het Oostfront vocht, was Voorhoeve geen voorstander van annexatie door de Duitsers. Hij verloor hun goedkeuring en moest in 1943 opstappen als propagandaleider van de NSB en het DVK.
Het Bijzonder Hof te Arnhem veroordeelde Voorhoeve in maart 1949 tot elf jaar gevangenisstraf.
Voor meer informatie over het interview en de geïnterviewde, zie: SFW-werkuitgave no. 8 (1995), p.49.
Soort onderzoek: wetenschappelijk
De collectie is nog niet gedigitaliseerd en daarom niet direct in te zien bij Beeld & Geluid. Digitalisering kan wel worden aangevraagd bij Beeld & Geluid via: zakelijk@beeldengeluid.nl
R.L. Schuursma interviewde F.W. Wessels over fascisme, de NSB en de Tweede Wereldoorlog. Wessels is voornamelijk bekend van zijn brochure genaamd De N.S.B.-Leiding ontmaskerd. De bloem der natie (1936). Ook schreef hij Ik beschuldig! Mijn antwoord aan Ir. Mussert N.S.B.-aanslag op de A.V.R.O. “De Telegraaf” werd misleid (1936).
Als oud-Gewestelijk Propaganda Inspecteur voor Drenthe en Noord-Overijssel van de NSB bekritiseerde hij Mussert in deze twee geschriften. Hij kaartte de zelfverrijking van de NSB-leiding, onder andere door Musserts salaris prijs te geven. Eveneens bracht hij uit dat de NSB betrouwbare leden in alle mogelijke Nederlandse verenigingen en clubs probeerde te laten infiltreren. Als voormalig lid van de NSB en klokkenluider bezit Wessels belangrijke informatie over het functioneren van de vroege NSB.
Voor meer informatie over het interview en de geïnterviewde, zie: SFW-werkuitgave no. 8 (1995), p.51
Soort interview: wetenschappelijk
Dit interview is te vinden in DAAN, het digitale archief van Beeld & Geluid onder Niet Bekend – 3552 15-12-1968 AVRO
Eveneens is een vraaggesprek met Simon Wiesenthal over Erich Rajakowitsch te vinden onder Vraaggesprek met Simon Wiesenthal 05-10-1967
Titel: Simon Wiesenthal: The Life and Legends
Auteur: Tom Segev
Uitgever: Jonathan Cape, Londen, 2010
ISBN: 9780805212082
In 1968 spraken de interviewers M.A. Janssen, P.M.E.B.M. Janssen en R.L. Schuursma met Simon Wiesenthal (1908-2005), stichter van de Jüdische Historische Dokumentation. Wiesenthal werkte tijdens zijn leven samen met de Israëlische geheime dienst, wat leidde tot de arrestatie van Eichmann. Zijn documentatiecentrum droeg hier aan bij. In 1977 werd het Simon Wiesenthal Centrum naar hem vernoemd en opgericht. Ook het Weens Wiesenthalinstituut voor Holocauststudies is naar hem vernoemd.
Vrijwel zijn gehele leven heeft Wiesenthal zich beziggehouden met het opsporen van Nazi’s. Als overlever van de Holocaust heeft hij zich hier altijd voor ingezet. In dit interview spreekt hij over zijn ervaringen met concentratiekampen, de DDR en oorlogsmisdadigers
Voor meer informatie over het interview en de geïnterviewde, zie: SFW-werkuitgave no. 8 (1995), p.52.
De collectie is nog niet gedigitaliseerd en daarom niet direct in te zien bij Beeld & Geluid. Digitalisering kan wel worden aangevraagd bij Beeld & Geluid via: zakelijk@beeldengeluid.nl
De geïnterviewden zijn allen Utrechtenaren die spreken over hun ervaringen in dagelijks leven en werk tijdens de bezettingsperiode 1940-45. Aan de orde komt: de inval van de Duitsers in mei 1940, razzia’s in Utrecht en de NSB. Leo van Rhenen hield de interviews uit interesse voor het (dagelijks) leven in Utrecht tijdens de Tweede Wereldoorlog.