Streekarchief Langstraat Heusden Altena
Aantal interviews: 24
Aantal geïnterviewden: 22
Toegankelijkheid: gedeeltelijk online
Interviews van RTV Midden-Brabant met oud-inwoners van Waalwijk en omstreken.
Ooggetuigen 1940-1945 Herinneringen aan Sprang-Capelle, Waalwijk en Waspik in oorlogstijd – Waalwijk, Loon op Zand 2011 – lokale omroep RTV-Midden-Brabant
Interviews met ooggetuigen van de oorlog 1940-1945 uit de gemeente Waalwijk (inclusief Sprang-Capelle en Waspik) op historische locaties en met historische beelden.
Comité Herdenking Februaristaking 1941, 1999
Aantal interviews: 72
Periode: 1943
Drager: oorspronkelijk 99 geluidsbanden. De banden zijn in 2015 gedigitaliseerd.
De geluidsopnamen zijn gemaakt tussen 1970-1980
Toegankelijkheid: online
Transcripties: Zie voor transcripties de inv. nrs. 31-35 Interviews met voormalige deelnemers aan de Februaristaking. Z.j. 5 dozen van dit archief. De transcripties zijn soms uitgebreider dan het geluidmateriaal (bijvoorbeeld bij het interview met Simon Korper) hetgeen er op duidt dat er meer geluidsmateriaal geweest moet zijn en dat sommige banden zijn gemonteerd.
De Februaristaking werd gehouden tijdens de Tweede Wereldoorlog uit protest tegen de vele anti-joodse maatregelen en de jodenvervolging. Duizenden arbeiders legden hun werk neer. De staking begon op 25 februari 1941 in Amsterdam en breidde zich een dag later uit naar de Zaanstreek, Haarlem, Velsen, Hilversum en de stad Utrecht en directe omgeving. Het was de eerste grootschalige verzetsactie tegen de Duitse bezetter in Europa. De Februaristaking wordt sinds 1946 jaarlijks op 25 februari herdacht op het Jonas Daniël Meijerplein te Amsterdam, bij het beeld van Mari Andriessen “De Dokwerker”. De collectie omvat interviews gehouden door o.a. Jan Dop, Simon Korper en Gerard Maas met Februaristakers.
De Stichting Comité Herdenking Februaristaking 1941 is in 1990 opgericht als opvolger van het Februariherdenkingskomité.
Kroniek van de Februari-staking 1941
Auteur: Gerard Maas
Uitgever: Pegasus, Amsterdam, 1961
De interviews zijn gehouden door Jan Dop (1943), (cineast die samen met Kees Hin (1936-2020) en Frans van der Staak (overleden 2001) de speelfilm maakte over de Februaristaking Soldaten zonder geweren (1985). Jan Dop maakte enkele interviews alleen, een aantal in samenwerking met Simon Korper (1907-1988) en later het merendeel samen met Gerard Maas (Zaandam, 1913 – Amsterdam, 1988) communist, verzetsstrijder en politicus.
Maas schreef over de februaristaking o.a. Kroniek van de Februari-staking 1941, Amsterdam, 1961 en 1941 bloeiden de rozen in februari, een korte historische schets, Amsterdam [1985].
Interviews van Wim Bot met tien leden van het revolutionair-socialistisch en trotskistisch verzet in de Tweede Wereldoorlog ten behoeve van zijn studie naar het Marx-Lenin-Luxemburg-Front en het Comité van Revolutionaire Marxisten. De collectie omvat de gedigitaliseerde bestanden van 15 cassettes met daarop interviews door Wim Bot gehouden in de jaren 80 met oud-leden van het MLL-front en de CRM over het linkse verzet in de oorlog in Den Haag.
Deze uitgave behandelt de politieke ideeën en activiteiten van het Marx-Lenin-Luxemburg-Front, de illegale voortzetting van de Revolutionair Socialistische Arbeiders Partij. Het MLL-Front werd meteen na het begin van de Duitse bezetting van Nederland gevormd en bestond tot april 1942, toen de voornaamste leiders van de organisatie werden gefusilleerd. Daarna viel het MLL-Front uiteen in twee kleinere organisaties, het Comité van Revolutionaire Marxisten en de Communistenbond Spartacus. Oorspronkelijk was het mijn bedoeling het onderzoek uit te breiden tot deze groepen en twee andere organisaties op de linkervleugel van de Nederlandse arbeidersbeweging in de bezettingstijd. Het betreft hier de trotskistische Groep van bolsjewieken-leninisten, die onder de naam Bond van Communisten van de zomer van 1940 tot de zomer van 1941 actief was, en de groep rond het verzetsblad ‘De Vonk’. Deze laatste groep, die gedurende de hele bezetting heeft bestaan, werkte oorspronkelijk nauw samen met het MLL-Front. In de zomer van 1941 kwam het echter tot een breuk. Deze oorspronkelijke opzet koos ik omdat al deze groepen (met uitzondering van ‘De Vonk’ na de zomer van 1941) binnen de illegaliteit een bijzondere minderheidspositie innamen. Zij weigerden in de strijd tegen het fascisme en de Duitse bezetting namelijk de kant van de democratische geallieerden te kiezen en hoopten op een revolutionaire doorbraak in socialistische richting aan het einde van de oorlog. Zij beschouwden de oorlog als een gevolg van het kapitalisme, en aan oorlog, fascisme en kapitalisme moest volgens hen een einde worden gemaakt door de internationale solidariteit van de arbeidersklasse.
Maker: Stichting Onderzoek AJC
Aantal interviews: 116
Drager: 112 audiocassettebandjes (24 gedigitaliseerd)
Interviews met oud-leden van de Arbeiders Jeugd Centrale met als rode draad hun persoonlijke ervaringen, en de eventuele rol van de AJC hierin, tijdens de Tweede Wereldoorlog. De interviews zijn de basis voor het boek door Geertje Marianne Naarden (Amsterdam, 1979)., 112 audiocassettes waarvan (vooralsnog) 24 gedigitaliseerd. Op de cassettes staan hoofdzakelijk interviews met voormalig leden van de Arbeiders Jeugd Centrale (AJC), met nadruk op hun ervaringen tijdens de Tweede Wereldoorlog en de eventuele rol die de AJC daarin speelde. De interviews zijn de basis voor het boek Onze jeugd behoort de morgen…: de geschiedenis van de AJC in oorlogstijd door Geertje Marianne Naarden (Amsterdam, 1989). Alle interviews zijn afgenomen door Geertje Marianne Naarden, voor een deel vergezeld van mede-interviewer Ad van Moock. Naast de interviews bevatten enkele cassettes een radio-uitzending, een werkbespreking, een AJC-reünie, een lezing met discussie na afloop en enkele groepsbijeenkomsten 1 interview is gedaan door Rie Spanjer voor haar boek De AJC dat waren wij . Dit interview is tevens gebruikt door Naarden als bron voor haar boek Onze jeugd behoort de morgen…: de geschiedenis van de AJC in oorlogstijd .
Auteur : Geertje Marianne Naarden
ISBN : 9789068610413
Uitgever : Amsterdam University Press B.V.
Aantal interviews: onbekend
Bronmateriaal: VRT archief op locatie te bekijken
Toegankelijkheid: op afspraak via vrtarchief@vrt.be
Voorwaarden: zie website
Metadata te raadplegen via meemoo: hetarchief.be
Tijdens de Tweede Wereldoorlog collaboreerden tienduizenden Belgen met het naziregime. Hun kinderen blikken terug en getuigen over de oorlogsperiode. Wat deden hun ouders, waarom collaboreerden ze, en hoe staan hun kinderen daar nu tegenover?
Voor de familieleden van collaborateurs waren de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog groot. Ze deelden mee in de bestraffing en de schaamte. Kinderen hadden het vaak nog lastiger, omdat een normaal familieleven werd verstoord door feiten waar ze helemaal niets mee te maken hadden. Het zijn ervaringen waar ze een leven lang over hebben nagedacht. De getuigenissen uit de spraakmakende Canvasreeks Kinderen van de collaboratie worden nu samengebracht in boekvorm. Het boek wordt samengesteld door Piet Boncquet en verschijnt in samenwerking met Canvas. Historicus Geert Clerbout, de eindredacteur van de documentairereeks en de auteur van onder meer Publiek geheim, schrijft het voorwoord. Piet Boncquet (1958) is historicus en archeoloog. Hij was jarenlang journalist bij de kranten Het Nieuwsblad en De Tijd.
Aantal interviews: 12
Bronmateriaal: VRT archief op locatie te bekijken
Toegankelijkheid: op afspraak via vrtarchief@vrt.be
Voorwaarden: zie website
Metadata te raadplegen via meemoo: hetarchief.be
De reeks toont hoe de gebeurtenissen van 75 jaar geleden een stempel hebben gedrukt op de volgende generaties. Ze wil ook tonen hoe onze maatschappij sinds de Tweede Wereldoorlog met de herinnering aan de Holocaust omgaat. Interviews met twaalf kinderen van overlevenden van de Holocaust.
Daarnaast zijn er interviews gehouden met zeven experten uit verschillende domeinen, die de systematiek van de nazi-vernietigingspolitiek ontleden.
De Holocaust maakte in België tienduizenden slachtoffers. Voor Joden die het overleefden, zou de oorlog nooit voorbij zijn. Immens was vaak het verlies dat ze een plaats moesten geven. Hun kinderen kregen een loodzware erfenis te verwerken. Ze moesten ook hun weg zoeken in een samenleving die pas met jaren vertraging de volle waarheid over de oorlog onder ogen wilde zien. Het zijn ervaringen waar ze een leven lang over hebben nagedacht.
De afleveringen zijn in België online op canvas.be te bekijken.
De getuigenissen uit de spraakmakende Canvasreeks Kinderen van de Holocaust zijn nu samengebracht in boekvorm. Het boek wordt samengesteld door Piet Boncquet en verschijnt in samenwerking met Canvas. Historicus Geert Clerbout, de eindredacteur van de documentairereeks en de auteur van onder meer Publiek geheim, schrijft het voorwoord. Piet Boncquet (1958) is historicus en archeoloog. Hij was jarenlang journalist bij de kranten Het Nieuwsblad en De Tijd.
Aantal interviews: 13
Bronmateriaal: VRT archief op locatie te bekijken
Toegankelijkheid: op afspraak via vrtarchief@vrt.be
Voorwaarden: zie website
Metadata te raadplegen via meemoo: hetarchief.be
Tijdens de Tweede Wereldoorlog stapten tienduizenden Belgen in het verzet tegen de nazi’s. Hun kinderen getuigen over die oorlogsperiode. Wat deden hun ouders, waarom gingen ze in het verzet en hoe gevaarlijk was dat?
Veel verzetslieden werden opgepakt door de Duitsers. Die arrestaties staan 75 jaar later bij vele kinderen nog op het netvlies gebrand.
Vanaf het moment van de Duitse inval in mei 1940 begon het verzet tegen de bezetting. Vaak ging het om gewone burgers die, uit overtuiging of uit vaderlandsliefde, actief of passief verzet pleegden tegen Duitse soldaten, de Duitse oorlogsmachine en Belgische collaborateurs. In de loop van de oorlog organiseerde het verzet zich en werd het gewelddadiger, omdat de bezetter zich genadeloos opstelde. De diepe tegenstelling tussen ‘witten’ en ‘zwarten’, tussen verzetslui en collaborateurs, heeft de naoorlogse samenleving getekend. Onder meer daardoor is, zeker in Vlaanderen, het verhaal van de weerstand minder bekend. Onterecht, zoals blijkt uit de pakkende getuigenissen in Kinderen van het verzet.
De afleveringen zijn in België online op canvas.be te bekijken.
Het boek Kinderen van het verzet werd samengesteld door Piet Boncquet en verscheen in samenwerking met Canvas. Piet Boncquet (1958) is historicus en archeoloog. Hij was jarenlang journalist bij de kranten Het Nieuwsblad en De Tijd. Sinds 2013 is hij freelance journalist en redacteur en schreef hij onder meer Lief en leed. Prostitutie tijdens de Eerste Wereldoorlog en Het Laatste Avondmaal naar Leonardo da Vinci. Een wonderlijke geschiedenis.
BHIC, 766 Oud-Gijzelaars
Interviewer: Saskia Janssens
Aantal interviews: 20
Aantal geïnterviewden: 11
Drager: cassettebandjes
Toegankelijkheid: Studiezaal op aanvraag: aanvragen@bhic.nl
Deel vanaf 2024 toegankelijk, tot die tijd alleen voor wetenschappelijk onderzoek
Op gezag van Reichskommissar Seyss-Inquart werden op 4 mei 1942 door de Duitse bezetter ruim 450 Nederlanders in gijzeling genomen. Het merendeel van deze gijzelaars nam een vooraanstaande plaats in in de Nederlandse gemeenschap. De Nederlandse Unie alsmede de vakbeweging waren onder de eerste groep gijzelaars sterk vertegenwoordigd. Alle arrestanten werden ondergebracht in het rooms-katholieke klein-seminarie Beekvliet in de Noordbrabantse gemeente Sint-Michielsgestel. Een tweede actie vond plaats in juli 1942. Toen werden op bevel van de Wehrmachtsbefehlshaber in Nederland, generaal Christiansen, bijna achthonderd gijzelaars aangehouden. Zij werden ondergebracht in het groot-seminarie Haaren, eveneens in Noord-Brabant gelegen. De gijzelaars zouden bij sabotagedaden gestraft worden. Zij stonden borg met hun leven.
In het kamp Haaren zaten al voordien gijzelaars. Zij waren daar geïnterneerd in juli en oktober 1940 als vergelding voor de Duitsers die in Nederlands Indië door de Nederlandse autoriteiten bij het uitbreken van de oorlog waren geïnterneerd. De groep van deze zogeheten Indische gijzelaars bestond uit mensen die in de Oost waren geboren, en Nederlanders die daar hun werk hadden. Allen brachten hun verlof in Nederland door, maar zij konden door het uitbreken van de oorlog niet meer terug naar het land van herkomst of naar hun arbeidsveld. Nadat zij eerst in mei 1942 van Haaren naar Beekvliet waren verhuisd, werden zij op 29 oktober 1942 overgebracht naar het jongensinternaat De Ruwenberg in Sint-Michielsgestel.
Ter onderscheiding van de Indische gijzelaars, die ook als represaille-gijzelaars werden aangeduid, werden de Nederlandse gijzelaars preventieve gijzelaars genoemd. Naast deze geïnterneerden werden ook groepen gijzelaars naar Beekvliet aangevoerd die tevoren elders in gijzeling of arrest hadden gezeten, zoals in de kampen Schoorl, Amersfoort en Buchenwald. Meestal werden dezen genoemd naar het kamp van herkomst.
Het in gijzeling nemen van Nederlanders was soms ook een reactie van de Duitse bezetter op lokale gebeurtenissen en werd dan gezien als een vergelding. Zo werden bij ongeregeldheden tussen colporteurs van de Nederlandse Unie en leden van de WA van de NSB in Heerlen 30 inwoners van die plaats gegijzeld. Van hen waren 26 personen lid van de Nederlandse Unie.
Op 12 augustus 1942 werden alle verloven en bezoekregelingen ten behoeve van de gijzelaars ingetrokken. Persoonsbewijzen moesten worden ingeleverd en 25 gijzelaars werden gefotografeerd met een nr op de borst. Op 15 augustus daaraanvolgend werden wegens sabotagedaden in Rotterdam vijf gijzelaars ter dood gebracht op het landgoed De Rovert te Goirle. Op 16 oktober 1942 werden drie gijzelaars met 12 andere Nederlanders in de bossen bij Woudenberg door de Duitsers vermoord.
In november 1942 en januari 1943 werden de gijzelaars uit Haaren overgebracht naar Beekvliet en werden de Harineezen verenigd met de Gestelaren. Enkele gijzelaars die ontslagen werden en naar huis mochten, kregen een meldingsplicht. Zij moesten zich dagelijks of enige malen per week bij de plaatselijke politie of een andere instantie melden. Het verloop was erg groot. Regelmatig werden gijzelaars ontslagen en kwamen er nieuwe voor in de plaats.
Op 5 september 1944 hield het gijzelaarskamp Beekvliet op te bestaan. De nog aanwezige gegijzelden werden naar het concentratiekamp Vught vervoerd. Tijdens het transport naar Vught wisten acht gijzelaars te ontsnappen. De overgebleven gijzelaars werden na een aantal dagen in vrijheid gesteld.
Audiointerviews gijzelaars
Saskia Janssens
NIOD, Beeldnummer 81315
Aantal interviews: 11
Toegankelijkheid: Studiezaal op aanvraag: aanvragen@bhic.nl
Onderdeel van: 234 Zwart en Nationaal Front, 1934 – 1941
Transcripties: ja (op papier)
Zwart Front en Nationaal Front. In mei 1934 richtte de Brabantse katholieke journalist Arnold Meijer de fascistisch georiënteerde en duidelijk antisemitische beweging Zwart Front op. De nieuwe organisatie probeerde van meet af aan de NSB te overtroeven in radicalisme. Zwart Front wilde de macht veroveren langs de weg van revolutie. In april 1940 zette Arnold Meijer zijn beweging uit tactische overwegingen om in het gezagsgetrouwe Nationaal Front. Tijdens de bezetting groeide de organisatie tot 12.000 leden. Eind 1941 moest het Nationaal Front op last van de Duitse bezetter worden ontbonden.
Enige tijd voordat Nationaal Front in december 1941 werd opgeheven heeft men een groot gedeelte van het archief veiligheidshalve opgeborgen. Eerst in een kluis, korte tijd in de grond en nadien de woning van Arnold Meijer. Na het overlijden van Arnold Meijer kwam het archief in beheer en eigendom van mr. J.Th. Stakenburg te Oisterwijk. Eind 1970 werd de heer Stakenburg bereid gevonden het gehele archief in eigendom aan het Rijksarchief in Noord-Brabant over te dragen. Speciale voorwaarden waren, dat het archief tot 1 januari 1976 niet toegankelijk was, dat niet nader te noemen stukken uit het archief moesten worden gelicht en tot het jaar 2000 geheimgehouden moesten worden, en dat ná 1 januari 1976 het archief alleen toegankelijk was voor zuiver wetenschappelijk onderzoek.
Tijdens de periode van de voorlopige inventarislijsten werden talrijke interviews gehouden om meer achtergrondinformatie te krijgen over de periode 1930 – 1948. Sommige mensen met wie een vraaggesprek werd gehouden waren lid geweest van Zwart- en/of Nationaal Front, anderen waren tegenstanders geweest, en weer anderen waren in het verzet geweest of hadden relatie gehad met de persoon van Arnold Meijer.
Aantal interviews: 5
Geluidsdrager: mp4
Transcripties: geen
Toegankelijkheid: Contact opnemen met Vredescentrum
Interviews gebruikt als basis voor lesmateriaal
Tijdens de razzia’s van 1942 werden opgepakte Joodse Antwerpenaren verzameld in stedelijke gebouwen. Dat gebeurde ook in basisschool 16, de huidige stedelijke basisschool Crea 16.
Naar aanleiding van de herdenking van de gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan op de speelplaats
van Crea 16 op 28 augustus 1942 is een uitgewerkt onderwijsprogramma gemaakt “Stedelijke basisschool Crea 16 tijdens de Tweede Wereldoorlog”.
Een audiovisueel gedeelte bestaat uit gemonteerde videofragmenten van ongeveer 10 à 12 minuten.
Vijf getuigen reflecteren over hun ervaringen als kind tijdens de oorlogsjaren. Deze video-getuigenissen kwamen tot stand dankzij een schoolproject van het Stedelijk Lyceum Linkeroever over schoollopen in oorlogstijd. Het Vredescentrum ondersteunde dit project.
Een jonge kijk op de Tweede Wereldoorlog
Deze inspiratiebundel is ontstaan naar aanleiding van de herdenking van de gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan op de speelplaats van Crea 16 op 28 augustus 1942. Toen werden honderden Joden opgepakt in de wijk Zurenborg en verzameld op de speelplaats van de school. In de vroege ochtend werden ze naar het doorgangskamp de Dossinkazerne in Mechelen gebracht. Dit verhaal kan je hier terugvinden in de leestekst “Stedelijke basisschool Crea 16 tijdens de Tweede Wereldoorlog”. Laat je door dit uitgewerkt voorbeeld inspireren om zelf aan de slag te gaan.
Met deze inspiratiebundel helpen we je alvast op weg.
Deze bundel voor leerkrachten bestaat uit 6 onderdelen:
1. Een audiovisueel gedeelte (videofragmenten);
2. Drie pijlers voor herinneringseducatie;
3. Lesmogelijkheden;
4. Leesteksten en een tijdlijn;
5. ‘Uit het archief’: tijdsdocumenten;
6. Suggesties voor aanvullende activiteiten