menu

Wij, vrouwen

 
Tijdsaanduiding: 1960-heden
Aantal interviews: 18
Toegankelijkheid: op afspraak via vrtarchief@vrt.be
Periode interviews: 2022
 

De strijd voor een gelijkwaardige positie en vertegenwoordiging van vrouwen en mannen in Vlaanderen is al meer dan een eeuw oud. Er zijn grote stappen gezet, maar we zijn er nog niet. Aan de hand van getuigenissen en archiefbeelden schetst de vierdelige reeks ‘Wij, vrouwen’ de evolutie van de positie van vrouwen in onze samenleving, zowel privé als in het publieke leven.

 

Hoe hebben foute verwachtingen, opvoeding, glazen plafonds, discriminatie, druk, vooroordelen of andere obstakels het vrouwen de voorbije decennia moeilijk gemaakt om zich optimaal te ontplooien? Bijvoorbeeld op het gebied van opvoeding, onderwijs, huwelijk, gezin, seksualiteit, werk en politiek. Hoe zijn ze daarmee omgegaan? Wat hebben actiegroepen, politica’s en individuele vrouwen kunnen veranderen? En hoe ervaren vrouwen al die obstakels vandaag?

 

In ‘Wij, vrouwen’ brengen vrouwen van alle leeftijden en standen hun verhaal, samen met politica’s, boegbeelden van de vrouwenbeweging en voormalige ‘Dolle Mina’s’. Hun getuigenissen worden geïllustreerd met straffe archiefbeelden. Het zijn nu eens onthutsende en dan weer grappige verhalen over de opvoeding tot huishoudster, knokken om te mogen studeren, de verovering van de mannenberoepen, seksuele taboes en mannen die het nog altijd beter denken te weten. De vier afleveringen focussen achtereenvolgens op seksualiteit, huwelijk en gezin, beroepsleven en de politiek.

 

‘Wij, vrouwen’ hanteert daarbij de beproefde formule van Kinderen van…: het hele historische én actuele verhaal wordt verteld door betrokken getuigen die de kijker recht aankijken.

Een verrassende blik achter de schermen van de strijd voor vrouwenrechten. Vaak verbluffend archiefmateriaal dat niet in de laatste plaats het seksisme van onze eigen openbare omroep te kijk zet. En achttien vrouwen die je meeslepen in hun verhaal en je met diep respect achterlaten.

De afleveringen

Video’s zijn te bekijken indien je bent aangemeld en je Belgische woonplaats of identiteit bevestigd hebt

 

S1 | Afl.1

Baas over eigen lijf

Strijd om seksuele vrijheid, van taboe op maandstonden tot Metoo

 

S1 | Afl.2

Vrouwen moeten hun plaats kennen

Decennialang zijn vrouwen opgevoed tot gehoorzaamheid aan de man.

 

S1 | Afl.3

Welkom in de mannenwereld

Het onderwijs bereidt meisjes lange tijd vooral voor op het huishouden.

 

 

S1 | Afl.4

Vrouwen aan de macht

Vrouwen organiseerden zich, verzetten zich en veroverden hun plek

Hieronder een overzicht van de 18 getuigen – of te wel deelnemers aan de documentaire Wij, vrouwen van Canvas – gerangschikt volgens leeftijd.

 

  • Victoire Van Nuffel (1937): wielerkampioene en cafébazin, openlijk lesbienne in een tijd toen dat allesbehalve evident was.
  • Nelly Maes (1941): politica die streed tegen het seksisme in de politiek en ijverde voor vrouwenrechten.
  • Gerlinda Swillen (1942): lerares Nederlands en onderzoeker VUB, militant voor gelijk loon voor gelijk werk.
  • Ida Dequeeker (1943): emancipatieambtenaar VDAB, stond mee aan de basis van de Dolle Mina-beweging in Vlaanderen en werkte mee in het invloedrijke Vrouwen Overleg Komitee.
  • Lieve Flour (1944): administratief medewerker in de bouwsector, groeide op in een verstikkend traditioneel milieu en overwon een vernederend huwelijk.
  • Josette Franckson (1946): arbeider FN Herstal, betrokken bij de legendarische vrouwenstaking in die fabriek in 1966.
  • Margot Roggen (1948): administratief medewerker in de verzekeringssector, moest als kind en later tijdens haar studies en op haar werk vaak knokken tegen mannelijke privileges en zelfs openlijke discriminatie.
  • Marie Jeanne Declerq (1950): politiecommissaris, maakte carrière in het mannenbastion van de Gerechtelijke Politie.
  • Liliane Versluys (1951): advocaat en beeldend kunstenaar, engageerde zich in het Leuvense vluchthuis en publiceerde het spraakmakende boek Je rechten als vrouw (1987).
  • Moniek Darge (1952): componist, was actief bij Dolle Mina en richtte Vrouwen Tegen Verkrachting op.
  • Kati Couck (1954): medewerker ABVV, actief bij Dolle Mina, richtte abortuscentrum Kollektief Anticonceptie op, begon met het Vluchthuis Gent en organiseerde cursussen zelfverdediging voor vrouwen.
  • Linda Van Crombruggen (1960): ​ voormalig klachtencoördinator VRT, getuigt over seksisme en ongewenste intimiteiten in eigen huis.
  • Khadija Zamouri (1967): politica, nam afstand van haar conservatief Marokkaans islamitisch milieu, werd politiek actief bij Open VLD, ging aan de slag op kabinetten en werd Brussels parlementslid.
  • Leyla Yüksel (1971): werd met volle steun van haar ouders gynaecologe en had naar eigen zeggen meer last van seksisme bij witte geneesheren dan bij Turkse patriarchen.
  • Wendy Van den Heuvel (1978): administratief bediende en auteur, haar moeder werd door haar vader mishandeld. Recent lokten twee mannelijke collega’s haar in de val op een datingsite en deelden haar intieme foto’s. Ze verliet het bedrijf, maar haar ervaring inspireerde haar tot een boek.
  • Pinar Akbas (1980): heeft gemengde gevoelens over haar Turkse opvoeding, ging studeren en stapte tijdelijk in de politiek, is momenteel verpleegkundige en publiceerde dit jaar haar autobiografictie Niran en ik.
  • Heleen Struyven (1988): werkte als advocate bij gerenommeerde kantoren, maar merkte dat ook daar nog seksisme bestaat. Toch bleef ze er voor gaan… tot ze crashte.
  • Romy Schlimbach (1995): werd in haar kindertijd gepest om haar uiterlijk, beleefde een eetstoornis, een opname en een zware depressie, maar vandaag is ze plus size model en influencer: body positivity is het alternatief dat ze propageert voor het verstikkende schoonheidsideaal.

Gewoonten rond zwangerschap en bevalling

Maker: Lucia Kelly
 
Tijdsaanduiding: 1967-1973
Aantal interviews: 18
Periode interviews: 1967 - 1973
Opmerkingen:

Taal: Papiamentu

 

8 interviews Ministerie van Cultuur en Onderwijs van Aruba (1967-1973)

10 interviews Onderzoekssectie van het Nationaal Archief van Aruba

 

Voor het onderzoek naar de gebruiken rond zwangerschap en bevalling is informatie gebruikt die via mondelinge geschiedenis werd verkregen. De genoemde gebruiken gelden niet noodzakelijkerwijs voor de gehele Arubaanse bevolking aan het begin van de twintigste eeuw.

Er is gebruik gemaakt van interviews die het Ministerie van Cultuur en onderwijs van Aruba in de periode 1967 tot 1973 heeft gehouden. Er is ook gebruik gemaakt van eigen interviews met verschillende vrouwen op Aruba over de gebruiken zoals beschreven. 

Proloog

 

In alle dorpen waar de geïnstitutionaliseerde medische zorg slecht ontwikkeld is, maken mensen gebruik van de kennis die generaties na generaties is vergaard met betrekking tot de zorg voor zieken en de zorg voor zwangere vrouwen. Door het onderzoek kwam ik tot het besef van het waardevolle werk dat een grote groep vrouwen in de negentiende eeuw en de eerste decennia van de twintigste eeuw deed, dat we niet konden vergeten. Ze hielpen generaties vrouwen om hun kinderen ter wereld te brengen, zich heel goed realiserend dat er langs de biologische kant ook de psychologische kant is en waarvan we kunnen leren. Ter erkenning van hun werk wil ik graag hun namen noemen. Hiervoor raadpleegde ik de geboorteakten vanaf 1831 en eindigend in 1930. Het was in 1831 dat de regering het Burgerlijk register op Aruba oprichtte. 

Lucia Kelly, februari 2005

Collectie Louise Elisabeth van Groningen (1929-2022)

 
Tijdsaanduiding: 1929-2003
Aantal interviews: 16
Toegankelijkheid: Beperkt openbaar
Transcripties: Nee
Periode interviews: 2003
Opmerkingen:

De collectie is slechts raadpleegbaar na verkregen toestemming van de archivaris. De interviews zijn beschreven in de interviewdatabase onder de titel ‘Molukse vrouwen’, en zijn te beluisteren in de studiezaal.

 

Behoud: De collectie is gedigitaliseerd en duurzaam opgeslagen in een e-depot.

 

De interviews zijn afgenomen door Louise Elisabeth van Groningen, roepnaam Wies, dochter van een Nederlandse KNIL-militair en een Molukse moeder en actief in de beweging van zwarte, migranten- en vluchtelingenvrouwen (zmv-vrouwen). Haar doel was om verhalen van zmv-vrouwen en breder de levensverhalen van Indische en Molukse vrouwen en hun voorouders vast te leggen. 

 

 

Holland ligt niet dicht bij de hemel; interviews met Molukse vrouwen.

Auteur: W. van Groningen Christien Hetharia
ISBN: 9789090168180 
Utrecht, 2003

Met de interviews in deze bundel heeft de schrijfster Molukse vrouwen in diaspora zichtbaar willen maken. Aldus blijft hun onderbelichte geschiedenis, die toch ook Molukse geschiedenis is, in de herinnering voortleven. Voor hun kinderen, voor de Molukse gemeenschap, maar ook voor de Nederlandse samenleving die de hunne werd.

Nederlandse dienstmeisjes

Maker: Barbara Henkes
 
Tijdsaanduiding: 1920 - 1950
Aantal interviews: 28
Toegankelijkheid: Niet openbaar, neem contact op met studiezaal: ask@iisg.nl.
Transcripties: Onbekend
 

Barbara Henkes (1955); historica en journaliste; actief in de Groningse vrouwenbeweging en de CPN 1979-1982; promoveerde in 1995 op Heimat in Holland. Duitse dienstmeisjes 1920-1950; publiceert op het gebied van vrouwenstudies, oral history en de geschiedenis van de 20e eeuw; verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen. Deze interviews met Nederlandse dienstmeisjes vormden de basis voor het boek Kaatje ben je boven?

 

Javastraat Den Haag, ca. 1900

 

Kaatje, ben je boven? : leven en werken van Nederlandse dienstbodes 1900- 1940

Auteurs: Barbara Henkes, Hanneke Oosterhof

Uitgeverij: Sun, Nijmegen, 1985

EAN: 9789061682424

PDF van de publicatie

Tot diep in de twintigste eeuw zijn ontelbaar veel jonge, ongehuwde vrouwen werkzaam geweest als dienstbode: als morgenmeisje, kamer- of keukenmeisje, dagmeisje of boerenmeid. Waarom gingen ze in betrekking? Hoe kwamen ze aan een dienstje? Wat moesten ze doen? En werden ze daarop voorbereid? Wat maakte een dienstje tot een goede of minder goede betrekking? Hoe handhaafden dienstmeisjes zich in het spanningsveld tussen sociale afstand en persoonlijke betrokkenheid binnen het werkgeefstersgezin? In de literatuur komen we de Kaatjes, Dina’s en Betsies regelmatig tegen, maar in de geschiedschrijving is aan het dienstbodenbestaan nog nauwelijks aandacht besteed. Barbara Henkes en Hanneke Oosterhof leggen deze kant van de veelal ‘verborgen’ machtsverhoudingen binnen de privésfeer open en laten zien hoe maatschappelijke ontwikkelingen hierop inwerkten. Ze doen die aan de hand van archiefmateriaal, vakbonds- en vrouwenbladen, maar ook en vooral aan de hand van gesprekken met tientallen vrouwen die terugkijken op hun dienstbodenbestaan.

Vrouwelijke hoogleraren

Johanna Westerdijk (bijzonder hoogleraar plantenziektekunde (fytopathologie), Universiteit Utrecht

 
Tijdsaanduiding: 1950 - 2000
Aantal interviews: 5
Toegankelijkheid: Online
Transcripties: Onbekend
Opmerkingen:

Interviewer: Dineke Stam

 

Atria heeft de levensverhalen van vrouwelijke hoogleraren vastgelegd. In 2017 was het 100 jaar geleden dat de eerste vrouwelijke hoogleraar in Nederland werd benoemd, Johanna Westerdijk (bijzonder hoogleraar plantenziektekunde (fytopathologie), Universiteit Utrecht) (zie foto). Alle reden om juist nu ruimschoots aandacht te besteden aan de actuele positie van vrouwelijke hoogleraren. De opmars van vrouwen in de universiteiten verloopt nog altijd moeizaam. Met 18% vrouwelijke hoogleraren staat Nederland op de drie na laagste plek binnen de EU.

 

Verhalen van vrouwelijke hoogleraren

Atria brengt de loopbaan en levensgeschiedenis van een aantal hoogleraren in beeld. Hun verhalen geven een uniek deel van de geschiedenis van vrouwen in de 20ste en 21ste eeuw weer. Vijf vrouwelijke emeritus-hoogleraren, van verschillende universiteiten en verschillende disciplines, werden volgens de wetenschappelijke oral history-methode geïnterviewd. Hen werd gevraagd naar het verloop van hun carrière en hoe zij als vrouw en hoogleraar daarop terugblikken.

De integrale interviews zijn toegankelijk via Atria.

 

Onder professoren

Vrouwenopvang

 
Tijdsaanduiding: 1974-2011
Aantal interviews: 5
Toegankelijkheid: onbekend
Transcripties: onbekend
Periode interviews: onbekend
 

In dit Oral History project worden vijf vrouwen geïnterviewd die hun stempel hebben gedrukt op de veertigjarige geschiedenis van de vrouwenopvang in Nederland.

 

De rol van de Blijf-van-m’n-Lijf-huizen en de vrouwen die het eerste opvanghuis hebben opgericht en die op beslissende momenten directeur van de groeiende organisatie zijn geweest, of die anderszins grote invloed hebben gehad op de ontwikkeling van de vrouwenopvang. Hun persoonlijke en professionele verhaal vult de bronnen in de literatuur en het archief over de vrouwenopvang aan (i.h.b. Blijf-van-m’n-Lijf).

In de interviews wordt ook aandacht besteed aan de betekenis van het zelfhulp-principe zoals aanvankelijk ontwikkeld in Blijf-van-mijn-Lijf.

 

ATRIA – blijf van m’n lijf

 

 

Misbruik meisjes in de Rooms Katholieke Kerk

 
Tijdsaanduiding: 1940-2016
Aantal interviews: 6
Toegankelijkheid: Online
Transcripties: Onbekend
Periode interviews: 2015 - 2016
 

Seksueel misbruik in de katholieke kerk wordt vooral geassocieerd met jongens. Minder bekend is hoe het meisjes verging. Het Vrouwenplatform Kerkelijk Kindermisbruik (VPKK) presenteerde vrijdag 9 september 2016 het levensverhalenproject Niemand zal je geloven, om een stem te geven aan deze vrouwen.

 

Niemand zal je geloven

Het project bestaat uit zes video-interviews met vrouwen die te maken hebben gehad met seksueel misbruik en mishandeling in de katholieke kerk.

Dolle Mina

Dolle Mina's demonstreren voor het recht op geboortebeperking en abortus met de strijdleus "baas in eigen buik". Demonstratie van "Man Vrouw Maatschappij". Utrecht, Nederland, 14 maart 1970.
 
Tijdsaanduiding: 1970 - 1978
Aantal interviews: 8
Toegankelijkheid: Onbekend
Transcripties: Onbekend
Opmerkingen:

Interviewers: Nienke, Poortvliet, Marijke Naezer, Mieke Aerts, Barbara Henkes

 

Dolle Mina was een linkse, radicaal feministische actiegroep. Ondanks de formele rechten die vrouwen hadden, was er nog veel onrecht en achterstelling. Met ludieke acties wilde zij de rechten van vrouwen verbeteren. Hun inspiratiebronnen waren actievoerende vrouwen in de VS en de Maagdenhuisbezetting in Amsterdam. De naam ontleende de actiegroep aan de bijnaam van de vrouwenstrijdster Wilhelmina Drucker. Deze strijdbare feministe van het eerste uur had als bijnaam ‘IJzeren Mina’. Wilhelmina Drucker streefde een eeuw eerder al dezelfde doelen na als de actiegroep.

 

ATRIA -> Dolle Mina

Vrouwenvredesbeweging

Vredesgang der Nederlandse Vrouwen, Amsterdam - 18 mei 1936
 
Tijdsaanduiding: 1914-1940
Aantal interviews: 8
Opmerkingen:

Interviewers: Marijke Mossink, Annette Mevis

 

  • ER WAREN EENS twee vrouwen-vredesbonden, de Algemeene Nederlandsche Vrouwen Vredebond en de Internationale Vrouwenbond voor Vrede en Vrijheid. Beide waren aan het begin van de Eerste Wereldoorlog opgericht met een beroep op zoiets als een speciale verantwoordelijkheid van vrouwen voor een betere wereld.
    De ANW was van het zogeheten a-politieke type ‘verbeter de wereld begin bij jezelf. De leden gingen als een soort heilsoldaten op huisbezoek om van mens tot mens de vrede te propageren.
    De IVW, de Nederlandse afdeling van de Women’s International League for Peace and Freedom, was zelfbewust, professioneel en politiek door de wol geverfd in de feministische kiesrechtstrijd. Als een soort zelfbenoemde bemiddelaarsters gingen de leidsters, onder wie Aletta Jacobs, langs staatshoofden en minister-presidenten om de vrede te organiseren.

 

De politicologe Marijke Mossink vertelt in haar proefschrift De levenbrengsters – Over vrouwen, vrede, feminisme en politiek in Nederland 1914-1940 wat beide bonden bewoog. Op 10 mei 1940 waren ze op een haar na gefuseerd, na jarenlange twisten over de actie- en organisatievormen van hun vrouwelijke missie.

 

 

De levenbrengsters
over vrouwen, vrede, feminisme en politiek in Nederland 1914-1940

Marijke Mossink

Stichting beheer IISG, 1995 – 252 pages

 

 

Proefschrift van de Universiteit van Amsterdam, Faculteit Politieke en Sociaal-Culturele Wetenschappen. Door middel van een vergelijkend onderzoek naar de Algemeene Nederlandsche Vrouwen Vredebond en de Internationale Vrouwenbond voor Vrede en Vrijheid is nagegaan hoe het mogelijk was dat deze twee vrouwenvredesorganisaties naast elkaar bestonden, en waarom het zo moeilijk was om tot een fusie te komen. Centraal staat de betekenis die in beide organisaties aan de begrippen ‘vrouwen’, ‘vrede’ en ‘organisatie’ werd toegekend.

Vrouwenhulpverlening

Bron: NG-1981-7-17, Foto-opdrachten Nederlandse geschiedenis, Rijksmuseum Amsterdam
Fotograaf: Catrien Ariëns, 1979-09

 
Tijdsaanduiding: 1950 - 1990
Aantal interviews: 8
 

Oral history interviews met feministen die een pioniersrol hebben gespeeld in de geestelijke en lichamelijke gezondheidszorg voor vrouwen.

 

Voor korte beschrijvingen van de geïnterviewden zie de website van Artria