menu
Geef een of meerdere zoektermen op.
Gebruik dubbele aanhalingstekens om in de exacte woordvolgorde te zoeken.

Archeologisch-Antropologisch Instituut Nederlandse Antillen geluidsbanden

 
Periode interviews: 1980-1995
 

Interviews verzameld voor het Archeologisch-Antropologisch Instituut Nederlandse Antillen (AAINA) door Rose Mary Allen in de periode 1980-1995

 

Brenneker/Juliana geluidsbanden

Paul Brenneker / Elis Juliana
 
Periode interviews: 1963-1989

 

Naast de bekende Zikinzá collectie verzamelden Brenneker en Elis nog veel meer oral histories, die opgeslagen zijn in de Openbare Bibliotheek van Curaçao.

When We Was We

Will Johnson
 
Aantal interviews: 60
Periode interviews: 1985

 

Saban Lore, Tales from My Grandmother’s Pipe

Will Johnson

De originele tapes, over het leven van meer dan 60 verschillende Sabanen, zijn te vinden in de Koningin Wilhelmina Bibliotheek in The Bottom, Saba.

 

Deze film is gebaseerd op cassette-interviews die in 1985 op het eiland Saba zijn opgenomen en brengt verhalen tot leven over het leven op Saba in de 19e en 20e eeuw.

 

Een bijgewerkte en uitgebreide versie van Will Johnsons boek uit 1979, waarin de geschiedenis en cultuur van Saba wordt beschreven aan de hand van archiefbronnen en persoonlijke interviews.

Gewoonten rond zwangerschap en bevalling

Maker: Lucia Kelly
 
Tijdsaanduiding: 1967-1973
Aantal interviews: 18
Periode interviews: 1967 - 1973
Opmerkingen:

Taal: Papiamentu

 

8 interviews Ministerie van Cultuur en Onderwijs van Aruba (1967-1973)

10 interviews Onderzoekssectie van het Nationaal Archief van Aruba

 

Voor het onderzoek naar de gebruiken rond zwangerschap en bevalling is informatie gebruikt die via mondelinge geschiedenis werd verkregen. De genoemde gebruiken gelden niet noodzakelijkerwijs voor de gehele Arubaanse bevolking aan het begin van de twintigste eeuw.

Er is gebruik gemaakt van interviews die het Ministerie van Cultuur en onderwijs van Aruba in de periode 1967 tot 1973 heeft gehouden. Er is ook gebruik gemaakt van eigen interviews met verschillende vrouwen op Aruba over de gebruiken zoals beschreven. 

Proloog

 

In alle dorpen waar de geïnstitutionaliseerde medische zorg slecht ontwikkeld is, maken mensen gebruik van de kennis die generaties na generaties is vergaard met betrekking tot de zorg voor zieken en de zorg voor zwangere vrouwen. Door het onderzoek kwam ik tot het besef van het waardevolle werk dat een grote groep vrouwen in de negentiende eeuw en de eerste decennia van de twintigste eeuw deed, dat we niet konden vergeten. Ze hielpen generaties vrouwen om hun kinderen ter wereld te brengen, zich heel goed realiserend dat er langs de biologische kant ook de psychologische kant is en waarvan we kunnen leren. Ter erkenning van hun werk wil ik graag hun namen noemen. Hiervoor raadpleegde ik de geboorteakten vanaf 1831 en eindigend in 1930. Het was in 1831 dat de regering het Burgerlijk register op Aruba oprichtte. 

Lucia Kelly, februari 2005

Ta Cuba mi ke bai

Workers harvesting sugar cane Cuba ca. 1908, National Photo Company Collection Library of Congress
Proj. Cubag. AAINA (Archaeologisch- Anthropologisch Instituut Nederlandse Antillen) door Rose Mary Allen
 
Tijdsaanduiding: 1917-1990
Aantal interviews: onbekend
Toegankelijkheid: onbekend

Sinds 1998 bewaard in het Centraal Historisch Archief

Taal: Papiamentu 

 

Publicatie:

Mondelinge geschiedenis van Curaçaose migranten die in het begin van de 20ste eeuw naar Cuba vertrokken om te gaan werken op Cubaanse suikerrietvelden.

 

“Ta Cuba mi ke bai” is het resultaat van een onderzoek naar de emigratie van kinderen van Curaçao naar Cuba. Deze emigratie beleefde zijn hoogtepunt aan het einde van 1917 tot aan 1921. Veel Curaçaose arbeiders verhuisden naar Cuba om op de suikerrietvelden te werken. Daar ontmoetten zij arbeiders van andere Caribische eilanden, waaronder Haïti, Jamaica, Barbados en ook van Aruba, Bonaire en de eilanden daarboven.

In een paar jaar tijd zijn er zo’n 2300 Curaçaoënaars naar Cuba geëmigreerd. Rose Mary Allen bezocht oude Curaçaoënaars die in die tijd naar Cuba zijn gegaan en daarna weer op Curaçao zijn teruggekeerd. Ze waren oud, maar konden haar veel vertellen over Cuba en ook over de redenen waarom ze naar Cuba waren gegaan. En dat waren bijna altijd economische redenen. Er wonen nog steeds Curacaoenaars  op Cuba die daar indertijd naar toegegaan en er zijn gebleven. Die groep intrigeerde Rose Mary Allen en zij vond dat haar onderzoek niet compleet was als zij niet ook deze mensen op Cuba had bezocht.

 

Om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van de emigratie naar Cuba, werd het onderzoek uitgebreid door getuigenissen te vergelijken met informatie uit documenten, zoals officiële brieven en kranten.

Archivo Boneiru Bòi Antoin

http://archivoboneiru.com/collectie?mistart=24&mivast=2586&mizig=103&miadt=2586&miamount=4&micols=3&milang=nl&miview=gal1&mibj=1960&miej=1980&miaet=1
Bòi Antoin
 
Tijdsaanduiding: 1900 - heden
Aantal interviews: >1000
Toegankelijkheid: Gedeeltelijk, veel online beschikbaar

 

Een overzicht van de verschillende collecties:

 

ARCHIVOBONEIRU.COM/INTERVIEW

Aantal interviews gedigitaliseerd beschikbaar: 137

 

ARCHIVOBONEIRU/BEKU

Aantal interviews: 32 

 

HERENSIA

Oral history is vooral vastgelegd via het programma ‘Herensia’ (=erfgoed in Papiaments). Veel van deze opnames staan op het Vimeo kanaal:

https://vimeo.com/user16789416

Aantal interviews: 1206

 

Makambanan na Boneiru (Nederlanders op Bonaire)

Aantal interviews: 22

https://vimeo.com/search/?q=Makambanan+na+Boneiru

 

HERENSIA via BONAIRE.TV

 

Bonaire.tv/youtube-kanaal

Aantal interviews: 326

WAT IS ARCHIVO BONEIRU?
Journalist en auteur Boi Antoin heeft op Bonaire de afgelopen jaren een uitgebreide collectie aan Bonairiaans cultureel erfgoed opgebouwd. Het materiaal is opgeslagen in een ruimte van ongeveer zes bij vier meter. De collectie bevat foto’s uit de 20e eeuw, videobanden, audiotapes, voorwerpen, boeken en documenten. Hoewel het materiaal niet heel oud is, zijn de bewaarcondities op Bonaire verre van ideaal, waardoor de achteruitgang in de materiële staat goed te zien is.

Plataforma Kultural en Fundashon Historiko Kultural Boneriano hebben het initiatief genomen om het aanwezige materiaal te laten digitaliseren en te ontsluiten. Zij werken daarbij samen met Regionaal Archief Dordrecht. Het Nationaal Archief heeft geadviseerd en het Instituut voor Beeld en Geluid neemt een deel van de collectie op in haar catalogus.

 

Categorie programma’s:

Boneiru Ayera i Awe (Bonaire vroeger en nu): 460
Documentaires: 70
Herensia (Erfgoed): 1385
Herensia di Siglo (Erfgoed van de Eeuwen): 85
Aki Boneiru: 446 (1981- )
Aktualidat: 38 (oug 2021- )
Beku (wekelijks radioprogramma): ±1000 (2007- )

 

Collectie G.F. ‘Ito’ Tromp

Coleccion Ito Tromp, Biblioteca Nacional Aruba
 
Tijdsaanduiding: 1960-1970
Aantal interviews: 41
Toegankelijkheid: onbekend
Periode interviews: 1960 - 1970
Opmerkingen:

Links naar transcripties

 

Entrevistanan Etnografico y Grabacionnan Musical y Cultural (1967-1975)

– Index Cards
– Lista di hendenan entrevista

Online:
Entrevista cu: Dijkhoff, Casildo Castulio (n. 7 maart 1895)
Entrevista cu: Fuentes geb. Koolman, Nicolasa (n. 1898)
Entrevista cu: Ridderstap, Catharina (Mayeye; n. 31 oktober 1875)
Tur entrevista cu transcripcion: https://coleccion.aw/show/?BNA-DIG-ITOTROMP-TRANSCRIPTIES

Upcoming:
Interview transcription uploads
Interview tape (open tape reel) digitization: pending funding and audiovisual digitization equipment

Drager: onbekend
 

Op Aruba verzamelden de heren Hubert Lio Booi en Ito Tromp in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw de mondelinge geschiedenis van de  Arubaanse bevolking, voornamelijk van de Mestizo (inheemse) Arubaanse bevolking. Hun verzameling wordt bewaard in de Nationale Bibliotheek van Aruba onder de naam Collectie G.F. ‘Ito’ Tromp.

Booi en Tromp hebben veel waardevolle informatie verzameld over de Arubaanse traditionele cultuur.

 

Ito Tromp

Zikinzá collectie

Elis Juliana en Paul Brenneker
 
Aantal interviews: 267
 

Op Curaçao hebben Paul Brenneker en Elis Juliana vanaf 1958 een grote hoeveelheid mondelinge gegevens verzameld.

Hun oudste informant werd geboren omstreeks 1853, tien jaar voor de afschaffing van de slavernij.

De meeste van de door Juliana en Brenneker verzamelde informatie is opgeslagen in de Zikinzá-collectie, een databank bestaande uit 1.400 liederen, verhalen, en levensverhalen. Anekdotes, jeugdherinneringen, rituelen en volksliedjes werden bij 267 informanten op band opgenomen.

 

Inhoudelijk ging het Brenneker en Juliana om het vastleggen van de kennis en de wijsheid van de oudere, rurale bevolking, die nog geïsoleerd van de stad en de oprukkende modernisering op Banda’bou of Band’riba leefden.

 

www.elisjuliana.org

 

 

 

Rose Mary Allen maakte gebruik van de Zikinzá-collectie voor haar proefschrift ‘Di ki manera’ over de Afro-Curaçaose bevolking in de periode na de afschaffing van de slavernij.

 

Rose Mary Allen:

In deze dissertatie staan de culturele processen centraal die het dagelijkse leven van Afro-Curaçaoënaars na de afschaffing van de slavernij (1863) hebben beïnvloed. Er wordt gekeken naar de invloed die de koloniale overheid, de voormalige slavenhouders en vooral de Rooms-Katholieke kerk uitoefenden op het leven van de Afro-Curaçaoënaars na de emancipatie.
Ook wordt nagegaan hoe deze groep een eigen invulling gaf aan de vrijheid en hoe zij omging met de interventies van hogerhand. Het begrip macht staat hierbij centraal. Deze was zeer ongelijk verdeeld: economische, sociale en raciale ongelijkheid kenmerkten
de negentiende-eeuwse Curaçaose maatschappij.
De hoofdvraag in het proefschrift luidt: welke rol speelden de overheid, de voormalige slavenhouders en de Rooms-Katholieke kerk in het leven van de Afro-Curaçaoënaars na de emancipatie, en op welke wijze hebben de Afro-Curaçaoënaars zowel binnen als buiten de beïnvloedsferen van deze instituten invulling kunnen geven aan hun materiele, sociale en geestelijke leven.

 

 

René V. Rosalia,

Tambú ; De legale en kerkelijke repressie van Afro-Curaçaose volksuitingen.

Uitgever: Walburg Pers

Zutphen,  1997.

ISBN: 9060119878

 

Rene Vicente Rosalia (1948) promoveerde aan de universiteit van Amsterdam op de wettelijke en kerkelijke repressie van tambú, de veelvormige en rijke Afro-Antilliaanse cultuuruiting die herinnert aan het slavenverleden. Tambú is behalve het woord voor veltrom ook een verzamelnaam voor polyritmische muziek, gespeeld in twaalfachtstemaat, dans, symboliek, sacrale en alledaagse rituelen, vermaak, gemeenschapsvorming, conflictbeslechting, informatievoorziening, sociaal protest en hofmakerij.

 

Hij maakte naast eigen interviews gebruik van de Zikinzá-collectie.

 

Zie:  Artikel Bernadette de Wit in de Groene Amsterdammer https://www.groene.nl/artikel/duivelsdans

Officieren en onderofficieren van de Schutterij op Aruba en het Vrijwilligers Korps Aruba

 
Tijdsaanduiding: 1940-1946
Aantal interviews: 7
Toegankelijkheid: openbaar
Transcripties: Ja (Papiaments) - NL ondertitels

GETUIGENVERHALEN.NL

 

Realisatie project:

Fundacion Amigonan Di Archivo © (2009)

 

Tijdsbestek: 1940-1946
Locatie: Aruba
Aantal interviews: 7

 

Thematische collectie: Erfgoed van de Oorlog

DANS: https://doi.org/10.17026/dans-xzm-7zv8

 

De interviews zijn te zien via:

 

Ook te zien via Archivo Nacional Aruba:

 

 

Al op 14 mei 1940 moest het Nederlandse leger zich overgeven. Nederland werd door nazi-Duitsland bezet en de vrije Nederlandse Antillen verkeerden nu in staat van oorlog. De Antilliaanse defensie was in die tijd slecht geregeld. Er was een handjevol Nederlandse mariniers en manschappen van de Vrijwilliger Korps Aruba (V.K.A.), aan wapens en andere oorlogsmateriaal was groot gebrek. In allerijl werd op Aruba de dienstplicht ingevoerd: de Schutterij. Zij had als primaire taak om Aruba te beschermen tegen vijandelijke aanvallen, maar tevens diende zij als tegenwicht tegen een eventueel bevriend buitenlands leger dat landsverdedigingstaken op Aruba zou overnemen. De schutters waren jongeren die geen militaire training hadden genoten. De leiding lag in hadden van Nederlandse mariniers en officiers van de Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (K.N.I.L.) Pas later kreeg de Schutterij zijn eigen officieren en onderofficieren.

 

Over de oorlogservaringen van de Arubaanse militairen is niet veel bekend. Om meer inzicht te krijgen in het leven van de militairen zijn vraaggesprekken gevoerd met toenmalige officieren en onderofficieren van de Schutterij op Aruba en met oud-militairen van het Vrijwilligers Korps Aruba (VKA). Omdat na de Duitse torpedo-aanvallen in februari 1942 op Aruba geen grote incidenten meer hebben plaatsvonden, wordt het vervolg van het Arubaanse oorlogsverleden door velen tegenwoordig als onbelangrijk afgedaan. Maar vanuit het perspectief van de toenmalige militairen, zo blijkt uit de interviews, werd de dreiging van een nieuwe aanval destijds als zeer reëel ervaren.

 

Narrated (In)justice

NIOD - Nicole L. Immler
 
Aantal interviews: 53
Periode interviews: 2014-2016
Opmerkingen:

Casus 1: De koloniale schadeclaims

Aantal interviews: 28

Casus 2: De Holocaust schadeclaims

Aantal interviews: 16

Casus 3: Het slavernijverleden

Aantal interviews: 9

 

LINK NAAR ARCHIEF

Foto van de tentoonstelling ‘De weduwen’, met portretten van Suzanne Liem en teksten van Nicole L. Immler. Nationaal Militair Museum, Soest, 1 april – 20 augustus 2017. © Nicole L. Immler.

 

Narrated (In)justice is een onderzoeksproject (2014-2016) van historica Nicole L. Immler dat in beeld brengt hoe historisch onrecht in toenemende mate door middel van financiële compensatie claims publieke aandacht vraagt. Wereldwijd zijn de laatste jaren compensatiebetalingen voor slachtoffers een belangrijk onderdeel geworden van ‘erkenning’. In Nederland hebben de recente betalingen aan Joods-Nederlandse slachtoffers een rol gespeeld in de claims van slachtoffers van de dekolonisatieoorlog in Indonesië (de zogenaamde Rawagede casus) en zijn ook referentiepunt in de claims van nazaten van voormalige tot slaaf gemaakten uit de voormalige koloniën Suriname en de Nederlands Antillen.

 

Op basis van drie Nederlandse casussen – met betrekking tot de Holocaust, kolonialisme en slavernij – laat het project zien hoe de ervaring van onrecht in families over de generaties doorverteld wordt, wat de motivatie achter compensatie claims is, en wat de perceptie en de betekenis van zulke maatregelen is. De vraag is of dergelijke compensatie ook voldoet aan de verwachtingen die mensen ervan hebben.

 

Het onderzoek Narrated (In)Justice is mogelijk gemaakt door een Marie Curie Fellowship in het 7th European Community Framework Program, uitgevoerd binnen het onderzoeksprogramma ‘Understanding the Age of Transitional Justice: Narratives in Historical Perspective’ van het NIOD Instituut voor Oorlog, Holocaust en Genocide Studies.

 

Relevante publicaties:

Immler, N. L., & Scagliola, S. (2020). Seeking justice for the mass execution in Rawagede/ Probing the concept of ‘entangled history’ in a postcolonial setting. Rethinking History, 24(1), 1 – 28.

doi.org/10.1080/13642529.2019.1693134

 

Immler, N. L. (2018). Hoe koloniaal onrecht te erkennen? De Rawagede-zaak laat kansen en grenzen van rechtsherstel zien. BMGN – Low Countries Historical Review, 133(4), 57.

DOI:10.18352/bmgn-lchr.10613

article/view/6853

publication/330745246

 

Immler, dr. N.L. (NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies) (2017): Thematische collectie: Narrated injustice. DANS.

 

https://doi.org/10.17026/dans-ze8-yg84