Sinds 1998 bewaard in het Centraal Historisch Archief
Taal: Papiamentu
Publicatie:
Mondelinge geschiedenis van Curaçaose migranten die in het begin van de 20ste eeuw naar Cuba vertrokken om te gaan werken op Cubaanse suikerrietvelden.
“Ta Cuba mi ke bai” is het resultaat van een onderzoek naar de emigratie van kinderen van Curaçao naar Cuba. Deze emigratie beleefde zijn hoogtepunt aan het einde van 1917 tot aan 1921. Veel Curaçaose arbeiders verhuisden naar Cuba om op de suikerrietvelden te werken. Daar ontmoetten zij arbeiders van andere Caribische eilanden, waaronder Haïti, Jamaica, Barbados en ook van Aruba, Bonaire en de eilanden daarboven.
In een paar jaar tijd zijn er zo’n 2300 Curaçaoënaars naar Cuba geëmigreerd. Rose Mary Allen bezocht oude Curaçaoënaars die in die tijd naar Cuba zijn gegaan en daarna weer op Curaçao zijn teruggekeerd. Ze waren oud, maar konden haar veel vertellen over Cuba en ook over de redenen waarom ze naar Cuba waren gegaan. En dat waren bijna altijd economische redenen. Er wonen nog steeds Curacaoenaars op Cuba die daar indertijd naar toegegaan en er zijn gebleven. Die groep intrigeerde Rose Mary Allen en zij vond dat haar onderzoek niet compleet was als zij niet ook deze mensen op Cuba had bezocht.
Om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van de emigratie naar Cuba, werd het onderzoek uitgebreid door getuigenissen te vergelijken met informatie uit documenten, zoals officiële brieven en kranten.