Titel: Archief Mondelinge Geschiedenis CIHC
Tijdsaanduiding: 1920-2017
Eigenaar en/of organisatie: Chinese Indonesian Heritage Center (CIHC)
Periode interviews: 2013-2017
Aantal interviews: 39
Toegankelijkheid: beperkt openbaar
Link:
Uitwerking: Samenvattingen per 10 minuten met basisinformatie over verblijfsplaatsen, familiesamenstelling, onderwijs en beroep
Geluidsdrager: Digitale audiobestanden (streaming via Digitale collecties UB Leiden)
Beheer: Digitale collecties UB Leiden
Toegang: De collectie is beperkt openbaar. Verzoeken voor gebruik kunnen worden gestuurd naar Bijzondere collecties:
specialcollections@library.leidenuniv.nl
Behoud: De collectie is gedigitaliseerd en duurzaam opgeslagen in een e-depot.
Het Chinese Indonesian Heritage Center (CIHC) is in 2011 opgericht met als doel het cultureel erfgoed van de Indonesische Chinezen in Nederland te behouden en de kennis van hun (migratie)geschiedenis vast te leggen en te bevorderen. Sinds 2016 is het CIHC een onafhankelijke stichting. In 2012 is het project Mondelinge Geschiedenis gestart in samenwerking met het KITLV. De hoofdvragen waren: Wat voor leven heeft de geïnterviewde gehad.
Wat was het motief om Indonesië te verlaten en (uiteindelijk) naar Nederland te gaan? Hoe kijkt u terug op die beslissing binnen de grotere context van uw levensloop? Hoe kijkt u terug op uw leven na uw migratie?
De interviews gaan in op gebeurtenissen en ervaringen in de jaren 1920 – 2017.
Er wordt voornamelijk over Indonesië, Nederland en een enkele keer over Suriname en China gesproken.
Thema’s zijn o.a. persoonlijke achtergrond, Tweede Wereldoorlog/Japanse tijd, Indonesische revolutie,
anti-Chinees leefklimaat en geweld 1960’er jaren, onderwijs en studententijd, trauma’s, migratie
Het project Mondelinge Geschiedenis (Mongesch) heeft als doel levensverhalen vast te leggen van Chinezen die vanuit Indonesië naar Nederland zijn gemigreerd. Het is tot stand gekomen in samenwerking met het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV).
Tussen 2013 en 2017 heeft het Mongesch team van het CIHC 39 personen —22 mannen en 17 vrouwen— bereid gevonden voor een interview. Het heeft geresulteerd in een collectie van 110 uren aan geluidsmateriaal.
De geïnterviewden komen uit verschillende beroepssectoren en zijn veelal goed opgeleid. De meeste deelnemers zijn na 1960 naar Nederland gekomen. De anderen zijn vooral tussen 1945 en 1950 gekomen.
Het overgrote deel van de geïnterviewden is ten tijde van het interview ouder dan 70 jaar zodat de vergaarde levensverhalen zich uitstrekken over een lange periode. Er zijn verhalen te beluisteren vanaf de laatste decennia van de Nederlandse koloniale tijd tot en met de eerste jaren van de regering van president Suharto. In het geheel geeft de collectie een beeld van de verschillende omstandigheden die tot emigratie uit Indonesië hebben geleid.
De collectie van interviews is in oktober 2019 als ‘Archief Mondelinge Geschiedenis CIHC overgedragen aan de Universitaire Bibliotheken Leiden.
In november 2020 is het archief door de Universitaire Bibliotheken Leiden (CIHC Oral History Archive) digitaal toegankelijk gemaakt. Vanwege privacyregels is het archief alleen op aanvraag te raadplegen voor onderzoeksdoeleinden.
Met de overdracht van de collectie van interviews aan de Universitaire Bibliotheken Leiden is de eerste fase van het project Mongesch afgerond.
Nog niet alle aspecten in de geschiedenis van de Chinezen uit Indonesië zijn in de eerste fase van het project vastgelegd. Het CIHC zou daarom de Mongesch collectie graag aanvullen. De mogelijkheden en haalbaarheid van een vervolgproject worden onderzocht.
Chinezen uit Indonesië: de geschiedenis van een minderheid.
Tjiook-Liem, P.
Walburg Pers (2022)
Koninklijk Instituut voor Taal, Land en Volkenkunde (KITLV) & Universitaire Bibliotheken Leiden (UBL).
ISBN: 9789462499867
Voor de economische doelen van de VOC en de koloniale overheid in de Indonesische archipel waren de Chinezen van meet af aan onmisbaar. Hun rol in de economie bleef door de eeuwen heen belangrijk. Nadat de Chinezen in de kolonie aan het begin van de twintigste eeuw gelijkheid wisten te verkrijgen en de voor hen discriminerende wettelijke regelingen werden opgeheven, moesten zij in de Indonesische Republiek opnieuw voor hun rechten vechten. Het bleek een moeizaam proces vol spanningen rondom kwesties van cultuur, etniciteit en nationaliteit. ..
Patricia Tjiook-Liem neemt de lezer mee langs de belangrijkste perioden in deze tot nu toe onderbelichte geschiedenis en laat de worsteling zien van de Chinezen in en uit Indonesië.
The Chinese from Indonesia in the Netherlands and their heritage -Patricia Tjiook-Liem
Between ideology and experience – Maya H.T. Liem and Ing Lwan Taga-Tan
https://webpresentations.universiteitleiden.nl/s/indonesianl/page/beelden-van-de-indonesische-onafhankelijkheidsoorlog-1945-1949
Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis
Audiocollectie interviews Wim Pelt
Aantal interviews: 47
Aantal personen: 50
De digitale bestanden zijn beschreven op basis van opschriften op het analoge materiaal. Bij audiocassettes is elke kant (A en B) een aparte beschrijvingseenheid. De collectie bestond oorspronkelijk uit 72 cassettes met als signatuur GC6/756 tot en met GC6/827.
Toegankelijkheid: Alleen de digitale bestanden zijn raadpleegbaar.
Wim Pelt (geboren te Heerlen 1947) leerde het banketbakkersvak en werkte van 1965-1970 in de bakkerij van zijn vader. Hij studeerde in de jaren zeventig geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Utrecht en de Universiteit van Amsterdam en was in de jaren zeventig en tachtig actief in de CPN o.a. in de dagelijkse leiding van de districten Limburg en Utrecht, instructeur voor de CPN in het district Vecht-IJsselstreek, mede-verantwoordelijk voor de abonneewerving en bezorging van De Waarheid in het district Rotterdam, lid van de coördinatiegroep van de IPSO-geschiedenisgroep, lid van de redactie van Komma. Pelt was werkzaam als leraar in het beroepsonderwijs.
Vrede door revolutie; De CPN tijdens het Molotov-Ribbentrop pact (1939-1941)
Auteur: W.F.S. Pelt
Uitgever: Sdu Uitgevers, 1989
ISBN: 9789012065016
Wim Pelt promoveerde op Vrede door revolutie. De CPN tijdens het Molotov-Ribbentrop Pact (1939-1941)
De rol van de CPN in het eerste bezettingsjaar is lange tijd een beladen onderwerp geweest, waarover vóór- en tegenstanders van die partij niet redelijk konden discussiëren. Tot een echt afstandelijke wetenschappelijke behandeling kwam het pas in het boek van H. Galesloot en S. Legêne, Partij in het verzet (1986), dat een kleine 100 bladzijden aan de omstreden periode wijdt. De dissertatie van W. F. S. Pelt gaat ook weer voor bijna de helft over dat eerste bezettingsjaar, echter niet meer als onderdeel van de bezettingsgeschiedenis: Pelts onderwerp is de periode vanaf het sluiten van het Duits-Russische pact van 23 augustus 1939 tot aan de Duitse inval in de Sovjetunie en de in die periode door de CPN gevoerde politiek. Dus niet de binnenlandse politieke situatie in Nederland bepaalt Pelts periodisering, maar de buitenlands-politieke positie van de Sovjetunie.
Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG)
Verzameld door Eric de Lange
Aantal interviews: 12
Aantal personen: 15
Periode: 1960-1975
Toegankelijkheid: Alleen de digitale bestanden zijn raadpleegbaar.
De digitale bestanden zijn beschreven op basis van opschriften op het analoge materiaal. De collectie bestond oorspronkelijk uit 14 geluidsbanden met als signatuur GB1/877 tot en met GB1/890. Bij audiocassettes is elke kant (A en B) een aparte beschrijvingseenheid.
Eric de Lange (1947-2003), socioloog, deed onderzoek naar Socialistische Jeugd van Nederland opgericht in 1960.
Uit het contact tussen de Zaanse PSP-jongeren en leden van de radicale Politeia-afdeling in Rotterdam; beweging voor jonge mensen die leemte moest opvullen na het wegvallen van traditionele socialistische jeugdbewegingen. SJ had revolutionair socialistische grondslag en streefde door middel van acties en studiekringen naar een betere maatschappij. In deze nieuwe beweging domineerden de Politeianen. De SJ werd een kleine, maar zeer actieve en gedisciplineerde organisatie. Men probeerde de traditionele idealen en symbolen van de socialistische arbeidersbeweging in ere te houden. Voorbeelden hiervan waren de pinksterkampen, de aanspreektitel van ‘kameraad’ en het dragen van blauwe hemden.
Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis
Audiocollectie interviews Ger Verrips
Ger Verrips
Aantal interviews: 39
Aantal personen: 17
De collectie bestond oorspronkelijk uit 69 cassettes, met als signatuur GC2/518 tot en met GC2/586. Bij audiocassettes is elke kant (A en B) een aparte beschrijvingseenheid.
Toegankelijkheid: Beperkt – Toestemming vereist van de bewaargever
Gerrit (Ger) Johannes Verrips; geboren in Amsterdam 18 december 1928, overleden in Amsterdam 31 augustus 2015; actief lid van de PvdA 1948-1952; lid van de CPN 1953-1975; redacteur van het communistische dagblad De Waarheid 1960-1968; lid van het partijbestuur van de CPN 1958-1964; opnieuw lid van de PvdA vanaf 1985; redactielid van het maandblad Socialisme en Democratie; voorzitter van het Fonds voor de Letteren 1980-1987; publiceerde een aantal romans waarvan Nathalie wellicht de bekendste is en biografieën van Albert Camus en Karel van het Reve.
In 1995 verscheen zijn magnum opus Dwars, duivels en dromend. De geschiedenis van de CPN 1938-1991.
Interviews met Harry Verheij, Marcus Bakker, Henk Goudkuil, Duco Hellema, Henk Hoekstra, Hanneke Jagersma, J.C.W., Esther de Jong, Bertus Brandsen, Gerrit Kleinveld, Gerard Maas, Geert van der Molen, Frans Molin, Koert Stek, Jan Vlietman, Jaap Wolff, Joop Morriën.
CPN-conferentie in Amsterdam, Paul de Groot (links) en Marcus Bakker. 22 december 1973, Amsterdam,
Dwars, duivels en dromend; de geschiedenis van de CPN 1938-1991
Auteur: Ger Verrips
Uitgever: Balans, Uitgeverij
ISBN: 9789050182515
Dwars, Duivels en Dromend is een boek van Ger Verrips uit 1995 dat gaat over de geschiedenis van de Communistische Partij van Nederland (CPN) van 1938 tot 1991.
Verrips, zelf twintig jaar lid van de CPN, baseerde het boek op nooit eerder onderzochte documenten, in de tot dan toe gesloten archieven van de CPN in Amsterdam, de Communistische Partij van de Sovjet-Unie (CPSU) in Moskou en de Binnenlandse Veiligheidsdienst. Hij sprak met diverse vooraanstaande leden van de partij, onder wie Annie van Ommeren-Averink, Bertus Brandsen, Harry Verheij, Jan Vlietman en Huib Zegeling.
Hij schetst een portret van Paul de Groot, veertig jaar de leider van de CPN. Hij beschrijft het functioneren van de illegale CPN in de oorlogsjaren en het verzet van de communisten. Verder beschrijft hij de Koude Oorlog, de reacties op de Hongaarse Opstand, de breuk met Moskou en de interne partijstrijd. Ook de laatste periode van crisis, intellectuele opleving, feminisering en de uiteindelijke teloorgang die tot opheffing van de partij, wat uiteindelijk tot samengaan met andere partijen in GroenLinks leidde, zijn beschreven.
Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis
Audiocollectie interviews Nederlandse dienstmeisjes
Barbara Henkes
Aantal interviews: 28
De oorspronkelijke collectie bestond uit 51 cassettes
Directe toegang tot digitaal materiaal is op dit moment nog niet mogelijk, neem s.v.p. contact op met de studiezaal: ask@iisg.nl
Barbara Henkes (1955); historica en journaliste; actief in de Groningse vrouwenbeweging en de CPN 1979-1982; promoveerde in 1995 op Heimat in Holland. Duitse dienstmeisjes 1920-1950; publiceert op het gebied van vrouwenstudies, oral history en de geschiedenis van de 20e eeuw; verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen. Deze interviews met Nederlandse dienstmeisjes vormden de basis voor het boek Kaatje ben je boven?
Javastraat Den Haag, ca. 1900
Kaatje, ben je boven? : leven en werken van Nederlandse dienstbodes 1900- 1940
Auteurs: Barbara Henkes, Hanneke Oosterhof
Uitgeverij: Sun, Nijmegen, 1985
EAN: 9789061682424
Tot diep in de twintigste eeuw zijn ontelbaar veel jonge, ongehuwde vrouwen werkzaam geweest als dienstbode: als morgenmeisje, kamer- of keukenmeisje, dagmeisje of boerenmeid. Waarom gingen ze in betrekking? Hoe kwamen ze aan een dienstje? Wat moesten ze doen? En werden ze daarop voorbereid? Wat maakte een dienstje tot een goede of minder goede betrekking? Hoe handhaafden dienstmeisjes zich in het spanningsveld tussen sociale afstand en persoonlijke betrokkenheid binnen het werkgeefstersgezin? In de literatuur komen we de Kaatjes, Dina’s en Betsies regelmatig tegen, maar in de geschiedschrijving is aan het dienstbodenbestaan nog nauwelijks aandacht besteed. Barbara Henkes en Hanneke Oosterhof leggen deze kant van de veelal ‘verborgen’ machtsverhoudingen binnen de privésfeer open en laten zien hoe maatschappelijke ontwikkelingen hierop inwerkten. Ze doen die aan de hand van archiefmateriaal, vakbonds- en vrouwenbladen, maar ook en vooral aan de hand van gesprekken met tientallen vrouwen die terugkijken op hun dienstbodenbestaan.
Provo is één van de bekendste protestbewegingen uit de jaren zestig. Hoewel in 1967 opgeheven, is Provo nog altijd omgeven door smakelijke verhalen, mooie herinneringen en steeds verder uitdijende mythes. Historicus Niek Pas (Tegelen, 1970) deed uitgebreid onderzoek naar deze protestbeweging, waarbij hij trachtte te verklaren waarom Provo als actiegroepering in tal van Nederlandse en buitenlandse steden opdook en tegelijkertijd uitgroeide tot internationaal symbool van de Nederlandse jaren zestig. Dit resulteerde in zijn proefschrift Imaazje! De verbeelding van Provo (1965-1967)(Amsterdam: Wereldbibliotheek, 2003). Voor zijn promotieonderzoek interviewde Niek Pas verschillende oud-leden van Provo. Van de interviews zijn er 29 op band opgenomen, verdeeld over 38 audiocassettes.
Imaazje! : de verbeelding van Provo (1965-1967)
Auteur: Niek Pas
Amsterdam: Wereldbibliotheek, 2003
isbn: 90 284 2014 2
Aan de hand van de achtergrond en de netwerken van twee toenmalige hoofdrolspelers, Rob Stolk en Roel van Duijn, schetst Niek Pas een fascinerend beeld van het ontstaan en de ontwikkeling van Provo – in Amsterdam, maar ook in Maastricht en België.
Comité Herdenking Februaristaking 1941, 1999
Aantal interviews: 72
Periode: 1943
Drager: oorspronkelijk 99 geluidsbanden. De banden zijn in 2015 gedigitaliseerd.
De geluidsopnamen zijn gemaakt tussen 1970-1980
Toegankelijkheid: online
Transcripties: Zie voor transcripties de inv. nrs. 31-35 Interviews met voormalige deelnemers aan de Februaristaking. Z.j. 5 dozen van dit archief. De transcripties zijn soms uitgebreider dan het geluidmateriaal (bijvoorbeeld bij het interview met Simon Korper) hetgeen er op duidt dat er meer geluidsmateriaal geweest moet zijn en dat sommige banden zijn gemonteerd.
De Februaristaking werd gehouden tijdens de Tweede Wereldoorlog uit protest tegen de vele anti-joodse maatregelen en de jodenvervolging. Duizenden arbeiders legden hun werk neer. De staking begon op 25 februari 1941 in Amsterdam en breidde zich een dag later uit naar de Zaanstreek, Haarlem, Velsen, Hilversum en de stad Utrecht en directe omgeving. Het was de eerste grootschalige verzetsactie tegen de Duitse bezetter in Europa. De Februaristaking wordt sinds 1946 jaarlijks op 25 februari herdacht op het Jonas Daniël Meijerplein te Amsterdam, bij het beeld van Mari Andriessen “De Dokwerker”. De collectie omvat interviews gehouden door o.a. Jan Dop, Simon Korper en Gerard Maas met Februaristakers.
De Stichting Comité Herdenking Februaristaking 1941 is in 1990 opgericht als opvolger van het Februariherdenkingskomité.
Kroniek van de Februari-staking 1941
Auteur: Gerard Maas
Uitgever: Pegasus, Amsterdam, 1961
De interviews zijn gehouden door Jan Dop (1943), (cineast die samen met Kees Hin (1936-2020) en Frans van der Staak (overleden 2001) de speelfilm maakte over de Februaristaking Soldaten zonder geweren (1985). Jan Dop maakte enkele interviews alleen, een aantal in samenwerking met Simon Korper (1907-1988) en later het merendeel samen met Gerard Maas (Zaandam, 1913 – Amsterdam, 1988) communist, verzetsstrijder en politicus.
Maas schreef over de februaristaking o.a. Kroniek van de Februari-staking 1941, Amsterdam, 1961 en 1941 bloeiden de rozen in februari, een korte historische schets, Amsterdam [1985].
Aantal interviews: 23
Transcripties: ja
Aantal gedigitaliseerde audiocassettes: 63
Toegankelijk: raadpleging op het IISG
Tijdens de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) maakten ca. 800 Nederlandse strijders deel uit van de Internationale Brigades.
De collectie omvat 63 gedigitaliseerde audiocassettes met interviews gehouden door Jaap-Jan Flinterman , Rik Vuurmans , Frans Groot , Hans Dankaart en Henk Otjens met oud-Spanje strijders.
De interviews zijn gebruikt voor de doctoraalscriptie In het geweer tegen het fascisme, Nederlandse Interbrigadisten in de Spaanse burgeroorlog (Signatuur: 1990/531 fol) en het boek van Hans Dankaart, Jaap-Jan Flinterman, Frans Groot en Rik Vuurmans De oorlog begon in Spanje, Nederlanders in de Spaanse Burgeroorlog 1936-1939. (Signatuur: 2008/3503).
De typoscripten zijn in het archief “Collectie Nederlandse deelnemers aan de Internationale Brigades in de Spaanse Burgeroorlog”, (ARCH 020806 inv. nrs. 33-48; 57-68).
De oorlog begon in Spanje
Nederlanders in de Spaanse Burgeroorlog 1936-1939
Auteurs: Hans Dankaart, Jaap-Jan Flinterman, Frans Groot, Rik Vuurmans
De ervaringen van de ca. 600 Nederlanders die naar Spanje gingen om het fascisme te bestrijden, gebaseerd op interviews met oud-Spanjestrijders.
Voorafgaand aan de Publicatie De oorlog begon in Spanje voltooiden Frans Groot en Rik Vuurmans in 1985 een scriptie aan de UvA In het geweer tegen het fascisme: Nederlandse interbrigadisten in de Spaanse Burgeroorlog
Interviews werden afgenomen met ongeveer 20 oud-Spanjestrijders.
NIOD, Beeldnummer 81315
Aantal interviews: 11
Toegankelijkheid: Studiezaal op aanvraag: aanvragen@bhic.nl
Onderdeel van: 234 Zwart en Nationaal Front, 1934 – 1941
Transcripties: ja (op papier)
Zwart Front en Nationaal Front. In mei 1934 richtte de Brabantse katholieke journalist Arnold Meijer de fascistisch georiënteerde en duidelijk antisemitische beweging Zwart Front op. De nieuwe organisatie probeerde van meet af aan de NSB te overtroeven in radicalisme. Zwart Front wilde de macht veroveren langs de weg van revolutie. In april 1940 zette Arnold Meijer zijn beweging uit tactische overwegingen om in het gezagsgetrouwe Nationaal Front. Tijdens de bezetting groeide de organisatie tot 12.000 leden. Eind 1941 moest het Nationaal Front op last van de Duitse bezetter worden ontbonden.
Enige tijd voordat Nationaal Front in december 1941 werd opgeheven heeft men een groot gedeelte van het archief veiligheidshalve opgeborgen. Eerst in een kluis, korte tijd in de grond en nadien de woning van Arnold Meijer. Na het overlijden van Arnold Meijer kwam het archief in beheer en eigendom van mr. J.Th. Stakenburg te Oisterwijk. Eind 1970 werd de heer Stakenburg bereid gevonden het gehele archief in eigendom aan het Rijksarchief in Noord-Brabant over te dragen. Speciale voorwaarden waren, dat het archief tot 1 januari 1976 niet toegankelijk was, dat niet nader te noemen stukken uit het archief moesten worden gelicht en tot het jaar 2000 geheimgehouden moesten worden, en dat ná 1 januari 1976 het archief alleen toegankelijk was voor zuiver wetenschappelijk onderzoek.
Tijdens de periode van de voorlopige inventarislijsten werden talrijke interviews gehouden om meer achtergrondinformatie te krijgen over de periode 1930 – 1948. Sommige mensen met wie een vraaggesprek werd gehouden waren lid geweest van Zwart- en/of Nationaal Front, anderen waren tegenstanders geweest, en weer anderen waren in het verzet geweest of hadden relatie gehad met de persoon van Arnold Meijer.
Johanna Westerdijk (bijzonder hoogleraar plantenziektekunde (fytopathologie), Universiteit Utrecht
Atria heeft de levensverhalen van vrouwelijke hoogleraren vastgelegd. In 2017 was het 100 jaar geleden dat de eerste vrouwelijke hoogleraar in Nederland werd benoemd, Johanna Westerdijk (bijzonder hoogleraar plantenziektekunde (fytopathologie), Universiteit Utrecht) (zie foto). Alle reden om juist nu ruimschoots aandacht te besteden aan de actuele positie van vrouwelijke hoogleraren. De opmars van vrouwen in de universiteiten verloopt nog altijd moeizaam. Met 18% vrouwelijke hoogleraren staat Nederland op de drie na laagste plek binnen de EU.
Atria brengt de loopbaan en levensgeschiedenis van een aantal hoogleraren in beeld. Hun verhalen geven een uniek deel van de geschiedenis van vrouwen in de 20ste en 21ste eeuw weer. Vijf vrouwelijke emeritus-hoogleraren, van verschillende universiteiten en verschillende disciplines, werden volgens de wetenschappelijke oral history-methode geïnterviewd. Hen werd gevraagd naar het verloop van hun carrière en hoe zij als vrouw en hoogleraar daarop terugblikken.
De integrale interviews zijn toegankelijk via Atria.