menu
Geef een of meerdere zoektermen op.
Gebruik dubbele aanhalingstekens om in de exacte woordvolgorde te zoeken.

De eerste getuigen van onze eeuw

Beeld & Geluid
 
Tijdsaanduiding: 1900-1995
Aantal interviews: 9 (9 personen)
Toegankelijkheid: op aanvraag
Transcripties: korte samenvattingen
Periode interviews: 1995
Opmerkingen:

Doorzoekbaar in DAAN of de website van Beeld & Geluid met de zoekterm “De eerste getuigen” en de metadata production company name “RVU”

Drager: Analoge dragers: digi-beta en VHS Digitale dragers: MXF

Paul Julien (1981)

Hilda Verwey-Jonker (1983) (cc – Rob C. Croes / Anefo – Nationaal Archief)

Emile Schüttenhelm in 1968

Jan Tinbergen – foto: R.C. Croes, ANEFO, 1986

Willy Corsari – foto: Edith Visser, ca. 1948

Arthur Lehning (1976)

Jeanne Bieruma Oosting – Zelfportret (1932)

Chris Walder – Foto: Johan van Gurp, 1993

Corrie de Roos-Oudegeest, 1961

Deze interviewserie bevat twee reeksen. Zie de snelkoppelingen voor het archief van Beeld en Geluid.

De eerste reeks genaamd “De schatkamer – De eerste getuigen van onze eeuw”:

 

Paul Julien 1901-2001

Vraaggesprek met de 93-jarige antropoloog en scheikundige Paul Julien. Julien vertelt over: zijn jeugd in

Utrecht; zijn exclusief op de wetenschap gerichte belangstelling, waardoor sociale en politieke ontwikkelingen

tijdens zijn jeugd zich aan zijn waarneming onttrokken; zijn expedities naar Afrika en de volgens hem positieve invloed van het kolonialisme op het door stammenstrijden verscheurde Afrika. Julien toont zich somber over de toekomst door de achteruitgang in het morele besef en acht het zelfs niet uitgesloten “…dat we op weg zijn naar een Derde Wereldoorlog.”

 

Hilda Verwey-Jonker 1908-2004

Vraaggesprek met sociologe en oud-kamerlid Hilda Verwey-Jonker (1908) over haar jeugd op Zuid-Beveland en in Zwolle; het SDAP-milieu waarin ze opgroeide; de positie van de vrouw in het begin van de twintigste eeuw; de seksualiteit zoals die beleefd werd door studenten; haar kleinkinderen; de opkomst van het rechts-extremisme in de jaren dertig en haar functioneren in mannenbolwerken als de SER en de Verenigde Naties. Verwey-Jonker vreest voor de gevolgen van de vergrijzing van de Westerse samenleving. Volgens haar zullen armere volken een deel van de welvaart overnemen zonder de technische en wetenschappelijke kennis te hebben om verantwoord met het milieu om te kunnen gaan.

 

Emile Schüttenhelm 1909-2003

Vraaggesprek met oud NTS-voorzitter Emile Schüttenhelm (1909) over: het katholieke milieu waarin hij opgroeide; de Eerste Wereldoorlog; opkomst en ondergang van het communisme; de opkomst van het rechts-extremisme in de jaren ’30; zijn medewerking aan de Wereldjamboree in 1937 en zijn ontmoeting met Lord Baden-Powell; zijn bevrijding in 1945 en het voorzitterschap van de NTS, waarvoor hij gevraagd was omdat hij, volgens minister Cals, de enige was die kans had te “overleven” in Hilversum.

Schüttenhelm haalt herinneringen op aan Henk Terlingen en ziet de toekomst positief tegemoet, daar volgens hem iedere generatie de inzet en creativiteit heeft die de toekomst nodig heeft.

 

De tweede reeks genaamd “De eerste getuigen van onze eeuw”:

 

Jan Tinbergen 1903-1994

Interview met Jan Tinbergen o.a. over zijn jeugd, het einde WO I, zijn studie natuurkunde in Leiden en zijn contacten met leermeesters Paul Ehrenfest en Albert Einstein; zijn werk bij het Centraal Bureau voor de Statistiek mn de crisis-bestrijding in de jaren ’30; over zijn overstap in 1936 naar de Volkenbond in Zürich en de samenwerking gedurende WO II met volkenrecht-deskundigen als Van Asbeck en van Eysinga t.b.v. het onderzoek naar de rol van internationale verdragen; zijn passivisme en anti-kolonialisme, het onderzoek door het CBS naar de economische consequenties m.b.t. overzeese gebiedsdelen en zijn kritiek op de houding van Min. Drees mbt de-kolonialisatie politiek. Verder vertelt hij over zijn onderzoek m.b.t. wereldvraagstukken als de ontwikkelingslanden- en milieuproblematiek ed. die volgens hem een mondiale aanpak vereisen d.m.v. een wereldregering en over het ontvangen van de Nobelprijs in 1969. Tenslotte geeft hij zijn toekomstvisie m.b.t. een economisch evenwicht m.n. tussen productie en eerlijker inkomensverdeling en zijn verlangen naar een soberder en idealistischer ingestelde samenleving.

 

Willy Corsari 1897- 1998

Interview met Willy Corsari over oa haar ongelukkige jeugd, het artiestenmilieu waarin zij opgroeide, het ontstaan van de naam Corsari, haar studie piano en zang en het schrijven van meisjesboeken, haar herinneringen aan Den Haag en aan Berlijn waar ze zangles kreeg; haar leven bij het cabaretgezelschap van Jean-Louis Pisuisse en voorgeschiedenis van de moord op hem. Zij vertelt over de verschijning van haar eerste boeken, oa over euthanasie, en haar liefde voor het theater wat ze in de oorlog principieel niet meer bezocht; het verzetswerk en hulp aan joden tijdens de oorlogsjaren en de positieve herinneringen aan de bezettingstijd m.b.t. onderlinge menselijke relaties; over de uitgever Leopold die zelfmoord pleegde en haar overstap naar coöperatieve uitgever Lubberhuizen/Blommestein (later De Bezige Bij), waar ze na conflicten weer vertrok.

 

Arthur Lehning 1899-2000

Interview met Arthur Lehning over zijn enerverend verblijf in kunstenaars- en anarcho-syndicalistische kringen in Berlijn jaren ’20-’30, de opkomst van het fascime, zijn visie over de politieke stromingen van destijds i.v.m. o.a. de Spaanse burgeroorlog, zijn initiatief tot oprichting van het internationale politiek geëngageerde kunsttijdschrift “i10” en de mensen, o.a. Mondriaan, Kandinsky en Nagy, die daaraan meewerkten. Hij vertelt over zijn jeugdvriend Marsman en het ideologische conflict tussen hen in de jaren ’20; m.b.t. de Spaanse Burgeroorlog over de redenen om actief de socialistische revolutie te steunen en zijn verblijf en ontmoetingen aldaar; zijn ervaringen in het interneringskamp op het eiland Man, Engeland, na de neutralisatieweigering, i.v.m. zijn politieke activiteiten, van Nederland, zijn activiteiten m.b.t. de Koude Oorlog en de Parijse protestbeweging ’68. De afgelopen eeuw benoemt hij “this terrible age” en ook m.b.t. de volgende ziet hij weinig positieve vooruitzichten.

 

Jeanne Bieruma Oosting 1898-1994

Interview met Jeanne Bieruma Oosting over haar jeugdjaren in de welstand van de adellijke- en aristocratische kringen; haar vroege liefde voor schilderen en haar studie aan de Kunstacademie in Den Haag in welke tijd zij Koningin Wilhelmina ontmoette. Zij vertelt over haar leermeester Van Konijnenburg, haar impressionistische schildersstijl, haar vertrek in 1929 met Charlotte van Pallandt naar Parijs en haar 11-jarig verblijf daar waar zij o.a. Piccaso ontmoette en gefascineerd raakte door de zelfkant en het uitgaansleven van deze stad; over haar verblijf in het zuiden van Frankrijk na het uitbreken van de oorlog, de terugkeer naar bezet Nederland en de productieve jaren in Amsterdam. Oosting praat over haar schilder- en grafische werk, o.a. het ontwerp voor  kinderpostzegels en haar zelfportretten, de beroerte die haar trof en het gelukkige leven waar ze van genoot.

 

Chris Walder 1900-1997

Interview met Chris Walder over zijn jeugd in Breda, waar hij zich het voetballen al vroeg op straat aanleerde, zijn eerste wedstrijden, de mobilisatie en uitbreken van WO I en zijn opleiding tot notaris; voetballen bij NAC, de diverse wedstrijden t.b.v. het Nederlands kampioenschap en de verschillende NAC-spelers rond 1920-’21; het landskampioenschap van NAC, waarna hij geselecteerd werd voor het Nederlands Elftal. Hij praat over het feit dat er destijds geen trainingsprogramma was voor het elftal en het grote verschil met het huidige voetbal.

Hij meent dat hij nu ook mee had kunnen komen, omdat het altijd om het talent blijft gaan.

 

Cor de Roos-Oudegeest 1899-1998

Interview met Cor de Roos-Oudegeest over haar komaf, herinneringen aan de spoorwegstaking van 1903, haar vader Jan Oudegeest (voorzitter NVV en politicus SDAP), WO I en het steuncomité; de reacties in Nederlandse socialistische kringen op de Russische Revolutie, haar toetreding als lid van de SDAP en haar activiteiten voor de SDAP-vrouwenbond, de opkomst van het communisme en fascisme en de uitbreking van WO II, de bezettingsjaren en het verzetswerk van haar man.

Zij praat over de politiek na de oorlog o.a. m.b.t. Nederlands-Indië, over de opvattingen van minister Drees m.b.t. o.a. ondergeschikte positie van vrouwen, haar binnenkomst in de Tweede Kamer voor de PvdA in 1956 en de redenen om de actieve politiek achter zich te laten. Als grootste veranderingen in deze eeuw ziet zij de grote groei van welvaart en inspraak, maar ook een veel egoïstischer ingestelde maatschappij, waardoor zij een weinig positief gevoel heeft voor de toekomst.

Johannes Steggerda en Wiero Beek, hoogleraren en beroepskeuze

Historisch Geluidsarchief RUU
 
Tijdsaanduiding: 1947-1969
Aantal interviews: 2 (2 personen)
Toegankelijkheid: t.b.v. onderzoek
Transcripties: nee
Periode interviews: 7 mei en 18 juni 1969
Opmerkingen:

Soort interview: journalistiek

De collectie is nog niet gedigitaliseerd en daarom niet direct in te zien bij Beeld & Geluid. Digitalisering kan wel worden aangevraagd bij Beeld & Geluid via: zakelijk@beeldengeluid.nl

 

In DAAN, het digitale archief van Beeld & Geluid is wel het volgende item te vinden: Wat is mijn kennis waard? (1969) van Warner Borregaard, de interviews zijn verwerkt in deze beroepskeuzefilm.

Drager: 2 geluidsbanden
 

R.L. Schuursma interviewde in 1969 twee hoogleraren over hun studiekeuze, beroepskeuze en de natuurwetenschappen. 

Dit zijn de geïnterviewden:

  • Prof. dr. ir. Johannes Joseph (Jan) Steggerda (1929-2021), tussen 1962 en 1994 hoogleraar algemene en anorganische chemie aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Jan Steggerda werd op 29 januari 1929 in Den Haag geboren, alwaar hij de HBS-B van het St. Janscollege bezocht. Na het eindexamen HBS ging hij in 1947 scheikunde studeren aan de Technische Hogeschool te Delft. Hij behaalde begin 1953 het diploma van scheikundig ingenieur en begon daarna onder leiding van prof. dr. J.H. de Boer aan een promotieonderzoek. Hij promoveerde op 7 december 1955 met lof op het proefschrift ’De vorming van actief aluminiumoxyde’.
  • Prof. dr. ir. Wiero Jan Beek (1932-2016), tussen 1963 en 1970 hoogleraar fysische technologie aan de Technische Universiteit Delft. In 1950 ging hij naar de Technische Hogeschool (nu Technische Universiteit) in Delft. Hier studeerde hij fysische technologie bij prof. Hans Kramers. In 1962 promoveerde Beek cum laude op het proefschrift ‘Stofoverdracht door bewegelijke grensvlakken’. Het is de enige cum laude ooit door Kramers voorgesteld.

 

Voor meer informatie over de interviews en de geïnterviewde, zie: SFW-werkuitgave no. 8 (1995), p. 3, 41.

De bevrijding van Roosendaal

West-Brabants Archief
 
Tijdsaanduiding: 1944-1945
Aantal interviews: 9 (8 personen)
Toegankelijkheid: in het archief
Transcripties: ja
Periode interviews: maart-april 1994
Opmerkingen:

De interviews staan onder AC009 binnen de collectie roo – 0260 Geluidsopnamen Roosendaal, 1936-heden.

Er zijn zowel cassettes evenals MP3 en WAVbestanden beschikbaar

Drager: 9 cassettebanden

Titel: De bevrijding van West-Brabant, september 1944-mei 1945: een streek en haar bewoners temidden van verwoesting en oorlogsgeweld

Auteurs: Piet Hoedelmans, Adriënne Wagenaar en Ineke de Wolff

Uitgever: Het Verboden Rijk, Roosendaal, 1994

ISBN: 9075039026

Ïn 1994 interviewde Ineke de Wolff acht Roosendaalers ten behoeve van haar boek De Bevrijding van West-Brabant.

De acht Roosendaalers vertellen van hun ervaringen van de laatste twee oorlogsjaren.

 

De bevrijding van Roosendaal vond plaats op 30 oktober 1944 door de 49th (West Riding) Infantry Division, de Polar Bears. De opmars van de geallieerden bij Roosendaal verliep niet erg soepel. Er waren hevige gevechten rond buurtschap Vinkenbroek en Boeiink. De Duitsers probeerden tijd te winnen om nieuwe posities in te kunnen nemen. Ze vielen massaal terug achter de rivieren Mark en Dintel.

Interviews met oud-medewerkers van het Zuiderzeemuseum

Zuiderzeecollectie
 
Tijdsaanduiding: De tweede helft van de 20ste eeuw
Aantal interviews: 10 (10 personen)
Toegankelijkheid: 8 volledig beschikbaar
Transcripties: gedeeltelijk
Periode interviews: 2022
Drager: audiobestanden
 

Ter gelegenheid van het vijfenzeventigjarige jubileum van het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen vierde men in 2023 feest. Dit ging gepaard met een speciale tentoonstelling, die gevierd werd met zowel personeel als oud-medewerkers en vrijwilligers. Het jaar daarvoor werd al een aanzet gegeven om met oud-medewerkers te spreken. Femke van Drongelen had meerdere mensen opgespoord die hadden meegebouwd aan het buitenmuseum, eveneens werden tien oud-medewerkers geïnterviewd. Hier vindt u de oproep aan de oud-medewerkers.

 

Hun verhalen belichten de geschiedenis van het museum en de geschiedenis van Enkhuizen. Allerlei mooie verhalen kwamen hierdoor naar voren. Deze werden in de tentoonstelling verwerkt.

 

De volgende personen werden geïnterviewd:

  • Bert Kruissink
  • Erik Walsmit
  • Pieter Jutte
  • Siemen de Boer
  • Johan Jesterhout
  • Victor Kersten
  • Thedo Fruithof
  • Ferry Walberg
  • Sjaak Dangermond
  • Sjaak Tromp

Een oral history van vormgeving & design

Vlaams Architectuurinstituut
 
Tijdsaanduiding: 1916-2014
Aantal interviews: 7 (8 personen)
Toegankelijkheid: via aanvraagformulier
Transcripties: korte samenvatting
Periode interviews: 18 juni 2014 - 19 januari 2015
 

Het cultureel erfgoed van vormgeving bestaat niet alleen uit schetsen, maquettes, foto’s of briefwisseling van vormgevers. Er is bij vormgeving ook een sterke wisselwerking tussen expliciete kennis en onbewuste kennis, kennis die misschien wel doorgegeven wordt maar die meestal geen schriftelijke neerslag krijgt. Daarom nam het Vlaams Architectuurinstituut interviews af met ontwerpers, beleidsmensen en ambachtslieden. De interviews behandelen daardoor niet allemaal dezelfde onderwerpen en tijdsperken. Er is gekozen voor een mix van jong en oud en van beroep, zowel meubelmaker, kunstenaar, designkenner als directeur van Design Vlaanderen komen aan het woord.

 

De volgende personen werden geïnterviewd:

  • Leonce Dekeijser (1924-2015), interieurachitect, hij legt uit dat de opleiding “binnenhuis” in zijn studeertijd eigenlijk nog niet bestond. Hij volgde vakken bij de architecten en bij de sierkunsten en behaalde uiteindelijk het diploma meubelkunst. Hij gaat in op de lesmethodes, de vakken en zijn docenten. Hij spreekt over de wisselwerking tussen ontwerp en onderwijs
  • José Vanderlinden (1920-?), meubelmaker, de klemtoon in het gesprek met José Vanderlinden ligt, veel meer dan in het gesprek met Leonce Dekeijser, op de technische aspecten van het meubelmaken.
  • Luc (1953-nu) en Katrien Mestdagh (1980-nu), glasraamkunstenaars, het gesprek gaat onder meer over de neogotische traditie in Gent op het vlak van glasschilderkunst, en hoe die tot vandaag doorleeft in atelier Mestdagh. Ze bespreken de noodzaak van opdrachtgeverschap.
  • Achiel Pauwels (1932-nu), keramist, hij vertelt hoe hij het vak leerde, hoe de lesgevers de geheimen van het ambacht niet altijd zomaar prijsgaven, en wat de verhouding was tot de andere kunstambachtelijke opleidingen en de opleiding beeldhouwkunst. Het gesprek gaat ook in op de klemtonen die hij in zijn eigen lessen legde en het belang dat hij daarbij hechtte aan tekenen.
  • Moniek Bucquoye (1948-2022), kenner en promotor van design, het gesprek geeft een inkijk in de wijze waarop het onderwijs in de productontwikkeling gestalte kreeg in Vlaanderen vanuit historisch perspectief. Ze belicht het verschil tussen productontwikkeling en industrial design.
  • Lieven Daenens (1948-nu), voormalig directeur van het Design museum Gent. Daenens bespreekt de evolutie van het museum, de naamsverandering en de positieverandering met de komst van het museumdecreet in de jaren 1990. Hij bespreekt de kwaliteit van de Belgische designcultuur en de opleidingen in België.
  • Johan Valcke (1952-nu), directeur van Design Vlaanderen, het gesprek met Valcke geeft een inkijk in de wijze waarop in België en Vlaanderen vanuit economisch standpunt naar kunstambachten en vormgeving werd gekeken vanuit historisch perspectief.

 

De vier interviewers waren kunsthistorici en kunstenaars: Katarina Serulu, Marieke Pauwels, Eva Van Regenmortel en Aletta Rambaut

Karel Nort en Radio Herrijzend Nederland

Historisch Geluidsarchief RUU
 
Tijdsaanduiding: 1938-1946
Aantal interviews: 1 (1 persoon)
Toegankelijkheid: t.b.v. onderzoek
Transcripties: samenvatting
Periode interviews: 5 juni 1965
Opmerkingen:

Soort interview:  wetenschappelijk

De collectie is nog niet gedigitaliseerd en daarom niet direct in te zien bij Beeld & Geluid. Digitalisering kan wel worden aangevraagd bij Beeld & Geluid via: zakelijk@beeldengeluid.nl

 

In DAAN, het digitale archief van Beeld & Geluid zijn wel de volgende items te vinden: diverse items van Radio Herrijzend Nederland

Eveneens een documentaire over dit onderwerp onder de titel “Herrijzend Nederland” 18-09-1969 TROS

Drager: 2 geluidsbanden
 

R.L. Schuursma interviewde Karel Nort (1913-1981), die als chef-omroeper via Radio Herrijzend Nederland op 4 mei 1945 het nieuws van de Duitse Capitulatie meldde. Het interview ging over Norts rol in het verzet, zijn werk bij de AVRO en zijn rol als chef-omroeper bij Radio Herrijzend Nederland.

 

Nort trad in 1938 in dienst van de AVRO als sportverslaggever. Na het verdwijnen van de omroepen werkte hij tot begin 1943 voor de gelijkgeschakelde Nederlandsche Omroep. Toen dit werk hem te gortig werd, vertrok hij naar Maastricht, waar hij ging werken in de stationsrestauratie. Hij raakte daar betrokken bij het verzet en was betrokken bij wapensmokkel. Vervolgens, na de bevrijding van Eindhoven in 1944, crosste hij bij Biesbosch en werd hij medewerker van Radio Herrijzend Nederland. Met een geïmproviseerde reportagewagen trok hij door het bevrijde deel van Nederland. Nort geeft hier een verslag van deze bezigheid.

 

Wanneer op zaterdag 5 mei 1945 de capitulatie van de Duisters in heel Nederland bekend wordt, is het voor de medewerkers van Radio Herrijzend Nederland nog de vraag wat er na de bevrijding met de zender gaat gebeuren. Het hoofd van het Militair Gezag heeft in de eerste plaats besloten dat Radio Herrijzend Nederland na de bevrijding onmiddellijk uit de lucht gehaald zou worden. Dit zou uiteindelijk pas in 1946 gebeuren.

 

Voor meer informatie over het interview en de geïnterviewde, zie: SFW-werkuitgave no. 8 (1995), p.34

 

 

 

 

 

De spionagegroup “de Zwitserse weg”

Historisch Geluidsarchief RUU
 
Tijdsaanduiding: 1942-1945
Aantal interviews: 2 (1 persoon)
Toegankelijkheid: t.b.v. onderzoek
Transcripties: gedeeltelijk
Periode interviews: 12 en 26 februari 1969
Opmerkingen:

Soort interview: wetenschappelijk

De collectie is nog niet gedigitaliseerd en daarom niet direct in te zien bij Beeld & Geluid. Digitalisering kan wel worden aangevraagd bij Beeld & Geluid via: zakelijk@beeldengeluid.nl

Drager: 4 geluidsbanden

Titel: Agent van de Zwitserse weg: het levensverhaal van Jan van Borssum Buisman

Auteur: Marc Couwenberg

Uitgever: Walburg Pers, Zutphen, 2000

ISBN: 9789057301254

De zeventigjarige Gerard Slotemaker de Bruine sprak met de interviewers Th. Minderaa, J. Rijken, R.L. Schuursma en Sj. Vellenga over zijn verzetswerk tijdens de Tweede Wereldoorlog.

 

Hij was de zoon van CHU-minister Jan Rudolph Slotemaker de Bruine en Cornelia de Jong. Hij was zeer actief in het verzet, met name in de spionagegroep ‘de Zwitserse weg.’ De Zwitserse Weg was tijdens de Tweede Wereldoorlog een gangbare smokkelroute van 1942 tot juni 1944, die deel uitmaakte van het ondergronds netwerk Dutch-Paris. Premier Gerbrandy drong er bij dominee Visser ‘t Hooft op aan een inlichtingendienst op te zetten om contact mogelijk te maken tussen bezet Nederland en de regering in Londen. Visser ‘t Hooft ontmoette net in die periode Hebe Charlotte Kohlbrugge en zo kwam de nieuwe route tot stand. De route ging via betrouwbare personen en adressen van Nederland, waaronder Slotemaker de Bruine, naar Genève. Vaak brachten koeriers via deze route berichten naar Zwitserland die voor de regering in Londen bestemd waren. Die berichten werden in Nederland op microfilm gezet en vaak in de kleding verstopt.

 

Na de oorlog werd Slotemaker de Bruine directeur van het wetenschappelijke bureau van de PvdA, met welke partij hij vanwege de Indonesische kwestie brak. Gedurende zijn leven onderhield hij nauwe banden met vooraanstaande theologen en vervulde hij veel nevenfuncties. Tussen 1963 en 1967 zat De Bruine namens de Pacifistisch Socialistische Partij in de Tweede Kamer.

Jan Teunissen, de Nederlandse filmindustrie en het nationaalsocialisme

Historisch Geluidsarchief RUU
 
Tijdsaanduiding: 1939-1945
Aantal interviews: 3 (1 persoon)
Toegankelijkheid: t.b.v. onderzoek
Transcripties: samenvatting; volledig van een gedeelte
Periode interviews: 13 en 27 november 1964 en 8 januari 1965
Opmerkingen:

Soort interview: wetenschappelijk

Deze interviews zijn te vinden in DAAN, het digitale archief van Beeld & Geluid onder Drie interviews met G.J. Teunissen (Leider Filmgilde 1941-1945) 11-11-1964

Drager: 4 geluidsbanden
 

De historicus R.L. Schuursma interviewde in 1964 en 1965 de filmmaker Gerardus Johannes (Jan) Teunissen (1898-1975). Hij was een nationaalsocialistische filmmaker in Nederland. In 1933 maakte hij zijn eerste speelfilm, Willem van Oranje. Dit was Nederlands eerste geluidsfilm. De interviews verschaffen daardoor informatie over de Nederlandse filmgeschiedenis en de rol van het nationaalsocialisme en collaboratie tijdens de Tweede Wereldoorlog.

 

Op 27 augustus 1940 werd Teunissen lid van de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) van Anton Mussert. Al snel werd hij hoofd van de Filmdienst van de NSB. Zijn ster rees snel en het duurde niet lang of hij was de machtigste man in de Nederlandse filmwereld gedurende de Tweede Wereldoorlog. Tussen 1941 en 1945 was hij leider van de filmgilde, een onderdeel van de Nederlandsche Kultuurkamer. Dit was een Duits instituut waar alle kunstenaars, architecten, schrijvers, etc. aangesloten bij moesten zijn om te mogen werken. Als voorzitter van de Rijksfilmkeuring was Teunissen de personificatie van het collaborerend deel van de Nederlandse filmindustrie.

 

Na de geallieerde overwinning werd Teunissen van 5 november 1945 tot 10 mei 1948 gedetineerd. Opvolgend werd het hem tien jaar lang verboden in de Nederlandse filmindustrie werkzaam te zijn.

 

Een artikel over Teunissen en de eerste Nederlandse geluidsfilm

Ernst Voorhoeve, kunst, propaganda, Verdinaso en de NSB

Historisch Geluidsarchief RUU
 
Tijdsaanduiding: 1931-1943
Aantal interviews: 1 (1 persoon)
Toegankelijkheid: t.b.v. onderzoek
Transcripties: volledig
Periode interviews: 25 april 1966
Opmerkingen:

Soort interview: wetenschappelijk

De interviews zijn te vinden in DAAN, het digitale archief van Beeld & Geluid met de zoekterm “Ernst Voorhoeve”

E. (Ernst) Voorhoeve (1900-1966) over Verdinaso en NSB 25-04-1966

Drager: 2 geluidsbanden
 

Kort voor zijn sterven sprak Ernst Voorhoeve (1900-1966) met de interviewers R.L. Schuursma en SJ. Vellenga. Hij was een Nederlands beeldhouwer en schilder. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij onder meer propagandaleider van de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) en het Departement van Volksvoorlichting en Kunsten. In dit interview van 2.5 uur spreekt Voorhoeve over het nationaalsocialisme en het Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen (Verdinaso).

 

In het begin van de jaren twintig bekeerde Voorhoeve zich tot het katholicisme. Hij maakte aanvankelijk schilderijen, tekeningen, houtsnedes en boekillustraties, maar ontwikkelde zich na zijn bekering tot beeldhouwer. Hij maakte (religieuze) sculpturen en kruisbeelden in hout en brons, die een primitief karakter hebben.

 

In 1932 werd Voorhoeve uit belangstelling lid van Verdinaso. Nadat hij in 1934 een toespraak van Joris van Severen had bijgewoond, werd hij als rijksorganisatieleider actief binnen de beweging. In 1938 werd de Nederlandse tak verzelfstandigd en kwam deze onder zijn leiding te staan, maar twee jaar later ging Verdinaso-Nederland onder druk van de bezetter op in de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB). Voorhoeve werd propagandaleider van de NSB en in 1942 van het nationaalsocialistische Departement van Volksvoorlichting en Kunsten (DVK). Hoewel hij zelfs enige tijd aan het Oostfront vocht, was Voorhoeve geen voorstander van annexatie door de Duitsers. Hij verloor hun goedkeuring en moest in 1943 opstappen als propagandaleider van de NSB en het DVK.

Het Bijzonder Hof te Arnhem veroordeelde Voorhoeve in maart 1949 tot elf jaar gevangenisstraf.

 

Voor meer informatie over het interview en de geïnterviewde, zie: SFW-werkuitgave no. 8 (1995), p.49.

F.W. Wessels, klokkenluider van de NSB

Historisch Geluidsarchief RUU
 
Tijdsaanduiding: 1932-1945
Aantal interviews: 1 (1 persoon)
Toegankelijkheid: t.b.v. onderzoek
Transcripties: volledig
Periode interviews: 19 januari 1967
Opmerkingen:

Soort onderzoek: wetenschappelijk

De collectie is nog niet gedigitaliseerd en daarom niet direct in te zien bij Beeld & Geluid. Digitalisering kan wel worden aangevraagd bij Beeld & Geluid via: zakelijk@beeldengeluid.nl

Drager: geluidsband
 

R.L. Schuursma interviewde F.W. Wessels over fascisme, de NSB en de Tweede Wereldoorlog. Wessels is voornamelijk bekend van zijn brochure genaamd De N.S.B.-Leiding ontmaskerd. De bloem der natie (1936). Ook schreef hij Ik beschuldig! Mijn antwoord aan Ir. Mussert N.S.B.-aanslag op de A.V.R.O. “De Telegraaf” werd misleid (1936).

 

Als oud-Gewestelijk Propaganda Inspecteur voor Drenthe en Noord-Overijssel van de NSB bekritiseerde hij Mussert in deze twee geschriften. Hij kaartte de zelfverrijking van de NSB-leiding, onder andere door Musserts salaris prijs te geven. Eveneens bracht hij uit dat de NSB betrouwbare leden in alle mogelijke Nederlandse verenigingen en clubs probeerde te laten infiltreren. Als voormalig lid van de NSB en klokkenluider bezit Wessels belangrijke informatie over het functioneren van de vroege NSB.

 

Voor meer informatie over het interview en de geïnterviewde, zie: SFW-werkuitgave no. 8 (1995), p.51