In 1982 zond de toenmalige BRT (nu: VRT) Maurice De Wildes legendarische documentairereeks De Nieuwe Orde uit. Over de collaboratie met de Duitse bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Hierna volgden nog andere series: over het verzet, de oostfronters, de bestraffing… Voor die documentaires interviewden Maurice De Wilde en zijn medewerkers meer dan driehonderd mensen. Onder hen bekende collaborateurs zoals Jef Vande Wiele, leider van DeVlag, en Rex-leider Léon Degrelle. Mensen uit het verzet, ministers, advocaten en professoren werden eveneens door Maurice De Wilde in zijn kenmerkende stijl geïnterviewd.
Documentaires van Maurice De Wilde
De Nieuwe Orde – 19 afleveringen
De Verdachten – 4 afleveringen
De Tijd der Vergelding – 8 afleveringen
De Oostfronters – 7 afleveringen
De Repressie – 5 afleveringen
De Kollaboratie – 10 afleveringen
De Jeugdkollaboratie – 4 afleveringen
Op Curaçao hebben Paul Brenneker en Elis Juliana vanaf 1958 een grote hoeveelheid mondelinge gegevens verzameld.
Hun oudste informant werd geboren omstreeks 1853, tien jaar voor de afschaffing van de slavernij.
De meeste van de door Juliana en Brenneker verzamelde informatie is opgeslagen in de Zikinzá-collectie, een databank bestaande uit 1.400 liederen, verhalen, en levensverhalen. Anekdotes, jeugdherinneringen, rituelen en volksliedjes werden bij 267 informanten op band opgenomen.
Inhoudelijk ging het Brenneker en Juliana om het vastleggen van de kennis en de wijsheid van de oudere, rurale bevolking, die nog geïsoleerd van de stad en de oprukkende modernisering op Banda’bou of Band’riba leefden.
Rose Mary Allen maakte gebruik van de Zikinzá-collectie voor haar proefschrift ‘Di ki manera’ over de Afro-Curaçaose bevolking in de periode na de afschaffing van de slavernij.
Rose Mary Allen:
In deze dissertatie staan de culturele processen centraal die het dagelijkse leven van Afro-Curaçaoënaars na de afschaffing van de slavernij (1863) hebben beïnvloed. Er wordt gekeken naar de invloed die de koloniale overheid, de voormalige slavenhouders en vooral de Rooms-Katholieke kerk uitoefenden op het leven van de Afro-Curaçaoënaars na de emancipatie.
Ook wordt nagegaan hoe deze groep een eigen invulling gaf aan de vrijheid en hoe zij omging met de interventies van hogerhand. Het begrip macht staat hierbij centraal. Deze was zeer ongelijk verdeeld: economische, sociale en raciale ongelijkheid kenmerkten
de negentiende-eeuwse Curaçaose maatschappij.
De hoofdvraag in het proefschrift luidt: welke rol speelden de overheid, de voormalige slavenhouders en de Rooms-Katholieke kerk in het leven van de Afro-Curaçaoënaars na de emancipatie, en op welke wijze hebben de Afro-Curaçaoënaars zowel binnen als buiten de beïnvloedsferen van deze instituten invulling kunnen geven aan hun materiele, sociale en geestelijke leven.
René V. Rosalia,
Tambú ; De legale en kerkelijke repressie van Afro-Curaçaose volksuitingen.
Uitgever: Walburg Pers
Zutphen, 1997.
ISBN: 9060119878
Rene Vicente Rosalia (1948) promoveerde aan de universiteit van Amsterdam op de wettelijke en kerkelijke repressie van tambú, de veelvormige en rijke Afro-Antilliaanse cultuuruiting die herinnert aan het slavenverleden. Tambú is behalve het woord voor veltrom ook een verzamelnaam voor polyritmische muziek, gespeeld in twaalfachtstemaat, dans, symboliek, sacrale en alledaagse rituelen, vermaak, gemeenschapsvorming, conflictbeslechting, informatievoorziening, sociaal protest en hofmakerij.
Hij maakte naast eigen interviews gebruik van de Zikinzá-collectie.
Zie: Artikel Bernadette de Wit in de Groene Amsterdammer https://www.groene.nl/artikel/duivelsdans
Verplichte registratie als lezer van het Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën.
Originele dragers: audiotapes, audiocassettes en minidisks
Frans: 359
Nederlands: 13
Duits: 5
José Gotovitch werd geboren in 1940. Licenciaat geschiedenis van de Université libre de Bruxelles (ULB), waar hij zelf lange tijd hedendaagse geschiedenis doceerde. Zijn doctorale verhandeling uit 1988 betrof de Belgische communisten van 1939 tot 1944. Gotovitch was sinds 1967 werkzaam bij het Navorsings- en Studiecentrum voor de Geschiedenis van de Tweede wereldoolog, het latere CegeSoma. Hij was er directeur van 1988 tot 2005. Hij was ook lang wetenschappelijk directeur van het Centre des archives communistes de Belgique (CARCOB) .
José Gotovitch bestudeerde voornamelijk het communisme in België maar ook de Kommunistische Internationale in Moskou. Hij werkte ook over de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog in een sociale en prosopografische context. De vele interviews (bijna 400) die hij maakte tussen 1970 en het eind van de jaren ’90 betreffen grotendeels het communisme in België (KPB), maar ook de verzetsgroepen tijdens de Tweede Wereldoorlog en de collaboratie (Rex, flamingantisme). Hij interviewde o.a. vele binnen- en buitenlandse politici, ministers en secretarissen-generaal . In het kielzog van die interviews publiceerde hij een groot aantal artikels en werken zoals L’An 1940 ; Du rouge au tricolore ; Du communisme et des communistes en Belgique : approches critiques ; L’Europe des communistes : identités politiques européennes ; La Seconde Guerre mondiale en Belgique : orientation archivistique ; Les occupations allemandes en Belgique, etc.
Lijst met interviews in alfabetische volgorde van respondenten
Na de 50-jarige herdenking van de Watersnoodramp, die op Texel, in Zeeland, Noord-Brabant en Zuid-Holland zoveel littekens naliet, is er hernieuwde aandacht voor de verhalen van de ooggetuigen.
Oud-directeur van het Watersnoodmuseum Jaap Schoof – zelf ook ooggetuige – heeft het project ‘Oral History, 1953 het verhaal’ opgezet. Schoof spreekt met slachtoffers, redders en hulpverleners. Hoewel het project officieel in november 2013 is afgerond, komen er nog steeds verhalen binnen. Inmiddels beslaat het archief meer dan 300 interviews en 500 uitgeschreven herinneringen.
Doel van het project: Het ontsluiten, verzamelen en duurzaam bewaren van de geschreven en door middel van beeld en/of geluidopnames verkregen (on)bekende verhalen van of naar aanleiding van de watersnoodramp.
Zie vooral ook het oral history project in de jaren negentiig van Selma Leydesdorff
De verhalen van en na 1 februari 1953, door slachtoffers, hulpverleners en andere direct betrokkenen van de watersnoodramp die op Texel, in Zeeland, Noord-Brabant en Zuid-Holland zoveel littekens naliet.
Het betreft deels een verzameling interviews die zijn afgenomen door onderzoekers van het voormalige Sociaal-Historisch Centrum voor Flevoland, dat in 2004 opging in Erfgoedcentrum Nieuw Land, en dat vanaf 2017 onderdeel is van Erfgoedpark Batavialand te Lelystad.
Fragmenten via Flevolandsgeheugen.nl
Interviews betreffen uiteenlopende onderwerpen: geschiedenis van de Zuiderzeevisserij, het Joodse werkdorp in de Wieringermeer, komst van bewoners naar de IJsselmeerpolders, politiek en bestuur, geschiedenis van de overheidsdiensten in de IJsselmeerpolders, stedenbouw en ontwerpgeschiedenis, landbouw, natuurbeheer, gezondheidszorg, etc. Erfgoedpark Batavialand beheert ook interviews die door Landschapsbeheer Flevoland zijn afgenomen met bewoners van Noordoostpolder en Zeewolde betreffende het landschap van de IJsselmeerpolders.
Emyu in het Centraal Museum voor de tentoonstelling “Ik neem je mee, van rugzak naar museum”
Op de website van Ongekend Bijzonder vind je levensverhalen van vluchtelingen die de afgelopen 40 jaar naar Nederland zijn gekomen. Het oral history project Ongekend Bijzonder legde 248 levensverhalen vast als onderdeel van de hedendaagse geschiedenis.
Op basis van het Nederlandse project Ongekend Bijzonder is het Europese project Specially Unknown opgezet. Een internationaal oral history project waarbij verhalen werden verzameld van vluchtelingen over hun reis naar en leven in Europa.
Foto-expositie:
DE WEDEROPBOUW VAN MIJN LEVEN
Opera:
stadsopera onderweg
Tentoonstelling:
Ik neem je mee
En vele andere culturele co-creaties op basis van de oral history interviews
Daarnaast zijn er een aantal culturele presentaties gemaakt op basis de oral history interviews van Ongekend Bijzonder.