Kopieën van de collectie worden beheerd door Joods Cultureel Kwartier. Het origineel wordt beheerd door Nederlands Instituut voor Beeld & Geluid.
De interviews zijn gemaakt voor Bregsteins film “Op zoek naar Joods Amsterdam”, tot stand gekomen op initiatief van de gemeente Amsterdam ter gelegenheid van de viering van het zevenhonderdjarig bestaan van de stad. Film en interviews behandelen joods Amsterdam tot 1940. De film beleefde zijn première op 29 december 1975 te Amsterdam. Hij werd tevens op televisie uitgezonden door de NCRV op 8 februari 1976.
Een deel van de research werd gedaan door Salvador Bloemgarten, die tevens met Bregstein aan het scenario werkte. De film werd geproduceerd door Jan Vrijman Cineproductie.
De integrale filmtekst is later gepubliceerd in het boekje Op zoek naar Joods Amsterdam / film van Philo Bregstein, Amsterdam: Meulenhoff (filmteksten), 1981 (gedeeltelijk eerder verschenen in Parool en Skoop). Achterin (pp.59-76) is een dagboek opgenomen dat Bregstein bijhield m.b.t. de voorbereidingen en de produktie van de film.
Uitgebreider werden fragmenten uit de interviews verwerkt in Herinneringen aan Joods Amsterdam / samengesteld door Philo Bregstein en Salvador Bloemgarten, Amsterdam: De Bezige Bij, 1978 (340 pp). Hiervoor werden in 1977 nog enkele aanvullende interviews gehouden. In het boek is een lijst ‘vertellers’ opgenomen, evenals een lijst met biografische aantekeningen betreffende de geïnterviewden.
Archief en inventarisnr.: AVD0016 t/m AVD00206
In zoekveld Objectnummer invullen: AVD
De interviews zijn nog niet allen ontsloten. De interviews zijn op afspraak te beluisteren in Museum Maluku, gevestigd in Museum Sophiahof. De AVD-nummers zijn digitaal te beluisteren. (Aan)vragen kunnen gestuurd worden naar: collectie@museum-maluku.nl.
Ter gelegenheid van het vijftigjarig verblijf van Molukkers in Nederland in 2001 heeft toenmalig minister van Grote-Stedenbeleid en Integratie, Roger van Boxtel opdracht gegeven voor een onderzoek naar Molukkers in Nederland, de studie In Nederland gebleven. 173 interviews zijn afgenomen met Molukkers in Nederland. Daarnaast zijn er in twee deelprojecten nog 17 interviews afgenomen, namelijk in een deelonderzoek naar de organisatie Interkerkelijk Contact Comité Ambon-Nederland (ICCAN) in 2004 en in een onderzoek naar het woonoord Genapium en de Molukse wijk in Gennep in 2004 – 2005.
De interviews gaan in op gebeurtenissen en ervaringen in de jaren 1930 – 2006.
Er wordt voornamelijk over Nederland en Indonesië, de Molukken en Nieuw-Guinea gesproken.
Thema’s zijn o.a. kerken, kerkelijke organisaties, zelfzorg, Bouwburo Molukse kerkgebouwen, GIM, vechtpartijen, huisvesting, wijken, RMS-ideaal, kumpulans, repatriëring, politieke organisaties, politiek, RMS-besprekingen, RMS-strijd, eenheidsstaat, deelstatenpolitiek, studenten, KNVB, voetbal, BP, ICCAN, stichtingen, organisaties, Commissie Köbben, Tjandu, Muhabbat, zending, contractpensions, Islam, identiteit, godsdienst, religie, opvoeding, rituelen, moskeeën, burgeroorlog, wijkleven, CAZ, zelfzorg, minderheden, overheidsbeleid, woningen, IWM, arbeid, minderheden nota, commissie Verwey-Jonker, woonoorden, opleidingen, opvoeding, Actie Wassenaar, KPK, wandelmarsen, cultuurverschillen, huwelijken, gemengd, gijzelingen, wapens, welzijn, hulpverlening, racisme, radicalisering, marechaussee, krijgsgevangenschap, KNIL, Politionele Acties, overtocht, RMS-herdenkingen, RST, KST, coup Westerling, vliegtuigen, opleiding, soldatenleven, opheffing KNIL, SPMT, familieleven, politieke organisaties, geweld, ontruimingen, politieoptreden, samenzweringen, bezettingen, burgemeesters, vrouwenorganisaties, Korans, levensbeschouwingsonderwijs, integratie, repatriëring, oriëntatiereizen, Joint Committee, reisorganisaties, RMS-organisaties, Missie Militair, FAA, Joint Committee, pensioenen, Indo-Europeanen, ICCAN, stichtingen, CAZ, Faciliteitenwet, Molukkersnota, Stichting Door de Eeuwen Trouw (DDET).
Smeets, H., & Steijlen, F. (2006).
In Nederland gebleven.
De geschiedenis van Molukkers 1951 – 2006.
Uitgeverij Bert Bakker en Moluks Historisch Museum.
Studie – ter gelegenheid van het vijftigjarig verblijf in Nederland in 2001 – naar de geschiedenis van de 12.500 Molukkers, voornamelijk militairen van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger en hun gezinnen, die in 1951 in Nederland aankwamen.
De collectie is niet als zodanig in het archief terug te vinden.
De collectie is geregistreerd in een oud ontoegankelijk systeem. Er heeft nog geen volledige migratie plaatsgevonden. Verzoeken voor gebruik ten behoeve van onderzoek kunnen worden gestuurd naar Nederlands Instituut voor Beeld & Geluid: zakelijk@beeldengeluid.nl
De interviews zijn gehouden t.b.v. de drie uur durende documentaire film Indonesia Merdeka!, die Kiers in 1976 voor de VPRO maakte. De geïnterviewden spreken over de ontwikkelingen van de onafhankelijkheidsstrijd in Indonesië vóór, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog tot aan de soevereiniteitsoverdracht door Nederland op 27 december 1949. De documentaire werd voor het eerst uitgezonden op 1 december 1976.
De interviews gaan in op gebeurtenissen en ervaringen in de jaren 1910 – 1950.
Er wordt voornamelijk over Indonesië en Nederland gesproken. Thema’s zijn o.a. Tweede Wereldoorlog, onafhankelijkheidsstrijd, soevereiniteitsoverdracht, kolonialisme, dekolonisatie.
Geïnterviewden:
VPRO Documentaire – Roelof Kiers (1976)
Indonesia Merdeka (1976) | Nederlands Indië/Indonesië Onafhankelijksheidsstrijd
Epos over de strijd die vooraf ging aan het uitroepen van de Republiek Indonesië in 1949. De onafhankelijkheidstrijd wordt gereconstrueerd met uniek historisch materiaal en aan de hand van herinneringen, lotgevallen en anekdotes van prominente ooggetuigen die de onafhankelijkheidstrijd meemaakten.
De collectie wordt vooralsnog beheerd door Mediabedrijf Noterik. De collectie zal waarschijnlijk overgedragen worden aan DANS.
Bij interesse kan contact opgenomen worden met mediabedrijf Noterik.
De stichting Levende Herinneringen/Menghayati Kenangan heeft in het kader van Het Gebaar (Ministerie van VWS, 2000) levensverhalen vastgelegd. Het doel dat daarmee het koloniale deel van de geschiedenis niet vergeten zou worden. De levensverhalen van de geïnterviewden zijn grotendeels op chronologische wijze vastgelegd.
De interviews gaan in op gebeurtenissen en ervaringen in de jaren 1930 – 2007.
Er wordt voornamelijk over Nederland en Indonesië gesproken. Thema’s zijn o.a. Japanse bezetting, ‘bersiap’, Indonesische revolutie, repatriëringsgolf 1962, ervaringen in Nederland, verzet.
Een deel van de collectie is ondergebracht bij DANS
Het project Herinneringen aan Indië is gestart in 2012. Guido Abuys (conservator Westerbork, tevens zoon van één van de geïnterviewden) startte het project als een vrijwilligersproject. Aanleiding voor het project was het werk van Esmeralda Böhm en Guido Abuys in Duitsland in opdracht van de NOS/NTS, waar ze op zoek waren naar mensen die de ‘bersiap’ periode hebben meegemaakt. Er waren weinig verhalen beschikbaar. Dit motiveerde Guido Abuys het interviewproject Herinneringen aan Indië op te zetten. In dit project werden levensverhalen verzameld. Doelstelling was om zo veel mogelijk verhalen te verzamelen van de eerste generatie ‘Indische Nederlanders’ voor hun overlijden.
Hoofdvraag: Hoe heeft u de aanloop naar de Tweede wereldoorlog, de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog, de periode daarna en de reis naar Nederland en aankomst in Nederland ervaren? Via de IHC-nieuwsbrief is toentertijd een oproep gedaan, mensen konden zich opgeven om geïnterviewd te worden. De meeste geïnterviewden zijn witte Nederlandse mannen. Er zijn ook enkele Indonesiërs geïnterviewd. In sommige gevallen zijn er objecten gefotografeerd van mensen die geïnterviewd zijn.
Deze zijn in de IHC beeldbank opgenomen en zullen nog herleid worden naar de interviews.
De interviews gaan in op gebeurtenissen en ervaringen in de jaren 1930 – 1990.
Er wordt voornamelijk over Indonesië en Nederland gesproken. Thema’s zijn o.a. het leven voor de Tweede Wereldoorlog, de koloniale samenleving, de Japanse inval, krijgsgevangenschap, de bevrijding, de Indonesische revolutie, repatriëring, aankomst en ontvangst in Nederland.
Beheer: De collectie wordt beheerd door het Indisch Herinneringscentrum (IHC) en is deels ondergebracht bij Data Archiving and Networked Services (DANS).
Toegang: De collectie is openbaar. Bij interesse kan materiaal opgevraagd en bekeken worden in het kenniscentrum van het IHC (CC 0.4).
Dvd overgezet naar digitale audiobestanden (MP4)
De collectie is beperkt openbaar. Bezoekers van het Kenniscentrum kunnen de interviews bekijken/beluisteren. De voorwaarden voor gebruik verschillen per interview.
Het aantal joden in de voormalige kolonie Nederlands-Indië is altijd beperkt gebleven. De joden kwamen uit verschillende landen. De Nederlandse joden, de grootste groep, woonden verspreid over de hele Indische archipel, met name op Java, Sumatra en Celebes (Sulawesi). Joden afkomstig uit Irak, ook wel ‘Bagdad-joden’ genoemd, woonden vooral in Soerabaja en vormden daar een hechte gemeenschap. Ook joden uit Midden- en Oost-Europa vestigden zich in Indië. Later kwamen daar enkele honderden vluchtelingen bij, uit o.a. Duitsland, Oostenrijk en Palestina. De reden om naar Indië te gaan was voor zowel joden als niet-joden vaak dezelfde: de carrièremogelijkheden die de kolonie bood in een tijd dat de banen in Europa schaars waren.
De interviews gaan in op gebeurtenissen en ervaringen in de jaren 1930 – 2014.
Er wordt voornamelijk over Indonesië, Bandung, Jakarta, Surabaya, Israël/Palestina en Jeruzalem, Italië, Genua, Oostenrijk, Wenen en Nederland, Rotterdam gesproken. Thema’s zijn o.a. Tweede Wereldoorlog, Japanse bezetting, bevrijding, Anschluss, alia, Joden in de Indonesische archipel, zionistenbond, kinderen, kamp Adek.
Lijst met namen en korte beschrijving via online-database JCK
Het Joods Historisch Museum presenteerde van 13 oktober 2014 t/m 8 maart 2015 de tentoonstelling Selamat Sjabbat. Deze tentoonstelling vertelt het onderbelichte verhaal van de joden in Nederlands-Indië. De expositie neemt de bezoeker mee naar het einde van de negentiende eeuw, de koloniale tijd, de oorlog in de Pacific en de naoorlogse situatie. Unieke historische objecten, foto’s en interviews onthullen ontroerende verhalen. Het hedendaagse joodse leven in Indonesië is begin 2014 gefotografeerd door Pauline Prior. Het is voor het eerst dat er in een tentoonstelling aandacht wordt besteed aan het joodse leven in Nederlands-Indië en Indonesië, een relatief onbekend deel van de Nederlandse en joodse geschiedenis.
Voor het gebruik van de interviews voor onderzoeks- en educatieve doeleinden is het noodzakelijk vooraf toestemming aan te vragen bij het Herinneringscentrum Kamp Westerbork. De transcripten kunnen worden opgestuurd. De interviews zijn enkel op locatie te
beluisteren.
De hoofdvragen voor de interviews met voormalige Molukse bewoners zijn: Hoe was het dagelijks leven voor de Tweede Wereldoorlog? Hoe heeft u de migratie ervaren? Hoe heeft u uw tijd in woonoord Schattenberg ervaren. Hoe zag het dagelijks leven eruit? Hoe heeft u de verhuizing naar de wijken ervaren? Bij een deel van de interviews zijn egodocumenten en foto’s opgenomen.
De interviews gaan in op gebeurtenissen en ervaringen in de jaren 1930 – heden.
Er wordt voornamelijk over Indonesië en Nederland gesproken. Thema’s zijn o.a. Tweede Wereldoorlog, Indonesische revolutie, migratie, ontvangst in Nederland, dagelijks leven in woonoord Schattenberg, opvoeding, Molukse wijken, onderwijs, eten, geloof, Nederlandse cultuur.
Abuys, G., Martín, J., & Mulder, D. (2011). Molukkers in kamp Westerbork:
het verhaal van woonoord Schattenberg 1951 – 1971. Herinneringscentrum Kamp Westerbork
Molukkers in kamp Westerbork is een prachtig lees- en kijkboek met ruim 300 foto’s, documenten en tekeningen. Het geeft een fascinerend beeld van een Molukse wereld op de Drentse hei. Tal van oud-bewoners, zowel Molukkers als inwonend personeel, komen aan het woord en vertellen over het dagelijks leven in het kamp. Ook omstanders vertellen over hun contacten met een andere cultuur. Voor de meeste betrokkenen is woonoord Schattenberg een onvergetelijke ervaring geweest, waar ze met een warm gevoel en vaak heimwee aan terugdenken. Op 22 maart 1951 arriveerden de eerste Molukse gezinnen in het voormalige doorgangskamp Westerbork. Deze oud KNIL-militairen en hun families waren in opdracht van de Nederlandse overheid vanuit het voormalige Nederlands-Indië naar Nederland gekomen. De naam kamp Westerbork werd gewijzigd in woonoord Schattenberg. In de loop der jaren zouden er meer dan 3.000 Molukkers komen te wonen. Er kwam een school, een ziekenhuis, een schouwburg, een bioscoop en een badhuis. Gaandeweg ontstonden vele contacten met de Nederlandse bevolking. Zo boden handelaren hun koopwaar aan of openden na de invoering van de zelfzorg een winkel in Schattenberg. Het verblijf in het woonoord zou tijdelijk zijn. Maar de beloofde terugkeer naar hun vaderland bleek een illusie en zo werd de Molukse bewoningsgeschiedenis de langste van het kamp. De laatste Molukse gezinnen vertrokken pas in 1971.
Dorien Theuns maakte in 2013 een documentaire over Depok, Java. In die maanden ontmoette ze in Indonesië veel Indische mensen die Nederlands spraken en verhalen deelden met haar. Ze besefte dat dit de laatste generatie in Indonesië is die vanuit dit bi-culturele perspectief voormalig Nederlands-Indië hebben meegemaakt en wilde hun verhalen vastleggen voor een groter publiek. Martin Everaert van de Universiteit Utrecht – taalkundige, geboren in Surabaya wilde onderzoek doen naar de Nederlandse taal in Indonesië. Ze besloten om samen een interviewproject te starten waarvan het resultaat in de website www.indo-in-indonesie.com te zien is.
Op de website zijn 60 fragmenten te vinden met een lengte tussen de 1 – 5 minuten. In de interviews werd chronologisch het leven van de geïnterviewde doorlopen. De hoofdvragen waren: Wat is uw (familie) achtergrond? Hoe bent u opgegroeid en opgevoed? Welke invloed had de Nederlandse koloniale overheersing, Tweede Wereldoorlog/Japanse bezetting, de Indonesische vrijheidsstrijd en onafhankelijkheid op uw leven? Wat maakte dat u in Indonesië bent gebleven? Hoe veranderde uw leven na de onafhankelijkheid; hoe kijkt u terug op uw leven?
Everaert, M., Pinget, A-F., & Theuns, D. (2022).
Speaking Dutch in Indonesia: Language and Identity.
In The Riches of Intercultural Communication (3 ed., Vol. 37, pp. 3).
(Utrecht Studies in Language and Communication; Vol. 37).
Het materiaal is een schenking van E.H. (Rita) Vreugdenburg. Het betreft interviewmateriaal van kunstenaar Dane Beerling en Indo werkgroep Westcoast.
Doelstelling: het optekenen van de geschiedenis van de Indische buiten- en binnenkamp kinderen van de periode van voor de oorlog tot het heden ten behoeve van het project Ons boek.
De interviews gaan in op gebeurtenissen en ervaringen in de jaren 1930 – 1990.
Er wordt voornamelijk over Indonesië en Nederland gesproken. Thema’s zijn o.a. Tweede Wereldoorlog, Indonesische revolutie, migratie, Japanse interneringskampen, buitenkamp kinderen, Indo werkgroep Westcoast.
Sinds 1998 bewaard in het Centraal Historisch Archief
Taal: Papiamentu
Publicatie:
Mondelinge geschiedenis van Curaçaose migranten die in het begin van de 20ste eeuw naar Cuba vertrokken om te gaan werken op Cubaanse suikerrietvelden.
“Ta Cuba mi ke bai” is het resultaat van een onderzoek naar de emigratie van kinderen van Curaçao naar Cuba. Deze emigratie beleefde zijn hoogtepunt aan het einde van 1917 tot aan 1921. Veel Curaçaose arbeiders verhuisden naar Cuba om op de suikerrietvelden te werken. Daar ontmoetten zij arbeiders van andere Caribische eilanden, waaronder Haïti, Jamaica, Barbados en ook van Aruba, Bonaire en de eilanden daarboven.
In een paar jaar tijd zijn er zo’n 2300 Curaçaoënaars naar Cuba geëmigreerd. Rose Mary Allen bezocht oude Curaçaoënaars die in die tijd naar Cuba zijn gegaan en daarna weer op Curaçao zijn teruggekeerd. Ze waren oud, maar konden haar veel vertellen over Cuba en ook over de redenen waarom ze naar Cuba waren gegaan. En dat waren bijna altijd economische redenen. Er wonen nog steeds Curacaoenaars op Cuba die daar indertijd naar toegegaan en er zijn gebleven. Die groep intrigeerde Rose Mary Allen en zij vond dat haar onderzoek niet compleet was als zij niet ook deze mensen op Cuba had bezocht.
Om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van de emigratie naar Cuba, werd het onderzoek uitgebreid door getuigenissen te vergelijken met informatie uit documenten, zoals officiële brieven en kranten.