Op zoek naar voedsel in Nijkerk tijdens de hongerwinter van 1944
Realisatie project:
Stichting Oud Nijkerk
Tijdsbestek: september 1944 tot april 1945
Locatie: Nijkerk, Gelderland
Aantal interviews: 10
Thematische collectie: Erfgoed van de Oorlog
DANS: https://doi.org/10.17026/dans-xzg-su4c
Een enkel interviews te zien via:
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was de Gelderse plaats Nijkerk een kleine, overwegend christelijke gemeenschap van ongeveer elfduizend inwoners. De bewoners buiten de vesting leefden vooral van de landbouw. In september 1944 werd Nijkerk geconfronteerd met een grote stroom vluchtelingen uit de omgeving van Arnhem, dat in september als gevolg van de geallieerde luchtlandingsoperatie Market Garden vrijwel onbewoonbaar was geworden. Veel burgers vluchtten, al dan niet door de Duitsers gedwongen, naar veiliger plaatsen. In de winter van 1944-1945 werd Nijkerk ook door duizenden mensen uit de grote steden aangedaan die op hongertocht waren. Op de drukste dagen kwamen dagelijks soms rond de 20.000 mensen door Nijkerk.
In het kader van het oral-history project zijn interviews gehouden met inwoners van Nijkerk die getuige zijn geweest van de grote stroom vluchtelingen en mensen die op zoek waren naar voedsel. Aan de hand van de interviews wordt nagegaan hoe de bevolking van de kleine, hechte gemeenschap reageerde op de komst van grote groepen mensen in nood. Omdat de christelijke kerken in het sociale leven van Nijkerk een grote rol speelden, wordt aan hun rol in de vraaggesprekken bijzondere aandacht besteed. Bovendien gaan de geïnterviewden in op de gebeurtenissen die op 1 oktober 1944 in het nabijgelegen Putten plaatsvonden. Die dag
vond daar, als vergelding voor een aanslag van het verzet, op last van de Duitse bezetter een razzia plaats, waarbij vrijwel de gehele mannelijke beroepsbevolking werd afgevoerd naar Duitse concentratiekampen.
Realisatie project:
Stichting Nationaal Monument Kamp Vught
Tijdsbestek: september 1944 – juni 1945
Locatie: Selfkant Duitsland, Vught
Aantal interviews: 9
Thematische collectie: Erfgoed van de Oorlog
DANS: https://doi.org/10.17026/dans-zgm-wjqr
In september 1944 werd het SS-concentratiekamp Vught ontruimd. Na de aankomst van de geallieerden kreeg het terrein vrijwel direct een nieuwe bestemming. Het geallieerde leger nam delen van het complex in gebruik en bovendien werden in het kamp duizenden van collaboratie met de Duitse bezetter verdachte Nederlanders geïnterneerd. Minder bekend is dat deze geïnterneerden spoedig gezelschap kregen van duizenden geëvacueerde Duitse burgers.
In het kader van dit interviewproject zijn negen vraaggesprekken gevoerd met Duitse burgers, die tussen november 1944 en mei 1945 gedwongen verbleven in het voormalige concentratiekamp Vught. Hun ervaringen werpen licht op een nog onbekend aspect van de naoorlogse geschiedenis van het kamp. In het bijzonder wordt uit de interviews veel duidelijk over de omgang van Canadese troepen met de gevangenen. Ook komt de verstandhouding tussen de Nederlandse collaborateurs en de geïnterneerde Duitse burgers aan de orde. Hoe hebben de Duitse burgergevangenen het ervaren om met Nederlandse collaborateurs opgesloten te zitten in één kamp? Hoe verliep het contact tussen beide groepen? De verklaringen van de Duitse burgers laten ook zien hoe direct na de oorlog in Nederland werd omgegaan met begrippen als ‘goed’ en ‘fout’.
De in Vught verblijvende Duitse burgers waren afkomstig uit het ‘Selfkantgebiet’, ten oosten van Sittard. In september 1944 was deze streek frontgebied en de rond 6000 bewoners moesten twee maanden later op last van de Britse legerleiding naar kamp Vught overgebracht. Wie achterbleef en werd ontdekt, zou worden doodgeschoten. De Duitse burgers werden overgebracht naar Vught, waar ook duizenden Nederlandse collaborateurs geïnterneerd waren en bovendien Canadese troepen gelegerd waren.
Realisatie project:
drs. E. van den Dungen, Liberty Park Overloon (©)
Tijdsbestek: 1944-1945
Locatie: Nederland
Aantal interviews: 7
Thematische collectie: Erfgoed van de Oorlog
DANS: https://doi.org/10.17026/dans-zba-ahpj
Dikwijls wordt de bevrijding van Nederland geassocieerd met feestelijke intochten van tanks. Veel minder bekend is met hoeveel geweld de bevrijdingsstrijd gepaard is gegaan en hoeveel slachtoffers er vooral in het zuiden van Nederland zijn gevallen tijdens de geallieerde poging om ons land nog in 1944 te bevrijden.
Zo vond bij Overloon in september 1944 een grote tankslag plaats. Die slag begon op 26 september 1944. De volgende dag beval de Duitse bezetter alle 1.300 inwoners uit Overloon hun dorp direct te verlaten. In de stromende regen bereikten de vluchtelingen Venray, waar zij in kloosters, een pensionaat en psychiatrische kliniek onderdak vonden. Maar daar zouden ze slechts kort veilig zijn. Op 18 oktober werd Venray bevrijd, maar bleef ook daarna door artillerievuur bestookt worden. Op last van de Britse legerstaf moest ook de Venrayse bevolking, inclusief de vluchtelingen uit Overloon, evacueren. De gehele winter van 1944/1945 bleef Venray onbewoond frontgebied. Toen de bevolking in 1945 geleidelijk terugkeerde, vond men een verwoest en leeggeroofd dorp.
In twee oral history projecten (‘Vluchten uit Overloon op last van de bezetter’ en ‘Vluchten uit Venray op aandrang van Brits Gezag’ – 2009) zijn de evacués van toen geïnterviewd. Hoe was het om op stel en sprong huis en haard te moeten verlaten? Om maandenlang elders ondergebracht te worden en terug te keren in een verwoest dorp? En maakte het nog uit of men moest vertrekken op last van de bevrijder of van de bezetter?
Realisatie project:
drs. E. van den Dungen, Liberty Park Overloon (©)
Tijdsbestek: 1944-1945
Locatie: Nederland
Aantal interviews: 9
Thematische collectie: Erfgoed van de Oorlog
Dikwijls wordt de bevrijding van Nederland geassocieerd met feestelijke intochten van tanks. Veel minder bekend is met hoeveel geweld de bevrijdingsstrijd gepaard is gegaan en hoeveel slachtoffers er vooral in het zuiden van Nederland zijn gevallen tijdens de geallieerde poging om ons land nog in 1944 te bevrijden.
Zo vond bij Overloon in september 1944 een grote tankslag plaats. Die slag begon op 26 september 1944. De volgende dag beval de Duitse bezetter alle 1.300 inwoners uit Overloon hun dorp direct te verlaten. In de stromende regen bereikten de vluchtelingen Venray, waar zij in kloosters, een pensionaat en psychiatrische kliniek onderdak vonden. Maar daar zouden ze slechts kort veilig zijn. Op 18 oktober werd Venray bevrijd, maar bleef ook daarna door artillerievuur bestookt worden. Op last van de Britse legerstaf moest ook de Venrayse bevolking, inclusief de vluchtelingen uit Overloon, evacueren. De gehele winter van 1944/1945 bleef Venray onbewoond frontgebied. Toen de bevolking in 1945 geleidelijk terugkeerde, vond men een verwoest en leeggeroofd dorp.
In twee oral history projecten (‘Vluchten uit Overloon op last van de bezetter’ – 2008 – en ‘Vluchten uit Venray op aandrang van Brits Gezag’ – 2009) zijn de evacués van toen geïnterviewd. Hoe was het om op stel en sprong huis en haard te moeten verlaten? Om maandenlang elders ondergebracht te worden en terug te keren in een verwoest dorp? En maakte het nog uit of men moest vertrekken op last van de bevrijder of van de bezetter?