Het Levend Verleden van de Jordaan
Autobiografie van een zich vernieuwende stadswijk
Gerard Lutke Meijer
Europese Bibliotheek, 1984
Meijer heeft een kleine veertig, merendeels stokoude, Jordaners/Jordanezen geïnterviewd over het verleden van hun befaamde buurt. Je krijgt de indruk van een idyllische gemeenschap vol vrolijke en moppentappende mensen. Het straattoneel werd beheerst door draaiorgels van de familie Perlée, kindercircus Elleboog, gemoedelijke dronkaards als De Schele en De Suikermop, de even gemoedelijke agenten Zwik-Zwak en Sijs de Bromneus, en stalletjes als die van De Apostelen waar je warme peren kon kopen. De enige dissonant vormde de jeugdbende De Rooie Heuvels, maar ach, die jongens hoorden er eigenlijk ook bij. In de herinnering van vrijwel alle ondervraagden is geen spoor meer te bekennen van de vroegere ellende en grimmigheid.
In Het Levend Verleden van de Jordaan, komt ook de jonge generatie aan het woord. Sociologisch gezien is de winst enorm. In deze ,,autobiografie van een zich vernieuwende stadswijk” vinden we, naast het realistische beeld van een felbewogen verleden, de onmiskenbare dynamiek van onze eigen tijd terug, die tevens de dynamiek is van de hele stad Amsterdam. Men vindt in dit boek de lijnen, waarlangs zich beide zullen ontwikkelen: het eigen leven van de Jordaan en het eigen leven van Amsterdam. Wat men er ook in vindt – en dat bijna op iedere bladzijde – dat is de liefde voor de eigen stadswijk en haar bewoners met hun volstrekt eigen karakter, het besloten patroon van de smalle straten en de intact gebleven stille grachten, èn het raak-me-niet-aan van de echte Jordaanse levensstijl.