Vijfenzeventig jaar na dato wordt het bombardement op Mortsel uitgebreider dan ooit herdacht. Niet alleen lokaal, maar in heel België en zelfs in de internationale literatuur krijgt 5 april 1943 haar plaats. Centraal daarin staat het boek Tranen over Mortsel van historicus Pieter Serrien, dat voor de derde keer een heruitgave kreeg. Het boek vertelt niet alleen de geschiedenis van de oorlogsramp, maar bundelt ook tientallen aangrijpende getuigenissen, opgetekend in een uniek jongerenproject.
Pieter Serrien (°1985) is een Belgisch historicus, gespecialiseerd in de sociale geschiedenis van beide wereldoorlogen. In 2007 studeerde hij af aan de Universiteit van Leuven met zijn thesis over het leven onder de bommen in België tijdens WOII.
Zijn debuut Tranen over Mortsel (Manteau, 2008) vertelt het verhaal van het Amerikaanse bombardement op het stadje ten zuiden van Antwerpen op 5 april 1943. Pieter leidde een jongerenonderzoeksproject waarbij meer dan 200 zeventien-achttienjarigen de laatste getuigen van het bombardement interviewden. Hun interviews werden gebruikt voor het boek, dat het verhaal vertelt van de slachtoffers van het zwaarste bombardement in België en Nederland tijdens WOII. 936 van hen stierven, waarvan meer dan 250 kinderen. Het was een groter verlies dan bij de bombardementen op Coventry, Rotterdam of Guernica.