menu
Geef een of meerdere zoektermen op.
Gebruik dubbele aanhalingstekens om in de exacte woordvolgorde te zoeken.

Uitgebeend!

Uitgebeend! Vlaamse beenhouwers in Brussel na W.O. II

Philippe Braem en Mariet Calsius (red.)

AMVR, 2005

Bij het onderzoek naar het beenhouwersambacht in Brussel heeft het Archief en Museum van het Vlaams Leven via de onderzoeksmethode van de mondelinge geschiedenis, in drie fasen gewerkt.
Tijdens de voorbereidende fase maakte een onderzoeker zich niet alleen de wereld van de beenhouwers stiel eigen, maar hij stelde ook vragenlijsten op en zocht naar respondenten. Het onder de knie krijgen van de specifieke terminologie, het consulteren van literatuur, het bezoeken van beenhouwersateliers, slachthuizen en musea met uitgebreide beenhouwerscollecties vormden de eerste stappen naar een inleving in deze aparte wereld.
Kennis en interesse van de interviewer voor het beenhouwers leven in Brussel werden groter. Later bleek dit een essentiële voorwaarde voor het vertrouwen tussen interviewer en respondent te zijn.
De tweede fase, het zoeken naar respondenten, vroeg een grotere inspanning. Beenhouwers op rust verhuizen immers vaak, soms binnen Brussel, maar vooral weg van Brussel terug naar hun geboortestreek. Een eerste aanknopingspunt in de samenstelling van een goede respondentenlijst, was een lijstje van enkele actieve beenhouwers met namen en adressen van ex-collega’s. Een ander aanknopingspunt waren de ledenlijst van de Brusselse Confederatie van Beenhouwers en de ledenlijst van de Belgische Landsbond van Beenhouwers en Spekslagers (wat Brussel betrof).
Oproepen via het AMVB-ledenblad en in lokale kranten, leverden behoorlijk wat reacties op.
Voor de representativiteit hield het project rekening met de geografische afbakening van het Brussels hoofdstedelijk gewest en met de categorieën in de beenhouwerijstiel (spekslagerijen, beenhouwerijen, paardenbeenhouwerijen, triperieën, gevogelteverkopers). Speciaal voor Brussel werd het verschil tussen de inwijkelingen en de autochtonen meegenomen.
Uit de lijst van mogelijke respondenten heeft het AMVB een selectie gemaakt. Uiteindelijk werden 46 middenstanders (bakkers, kruideniers en 33 beenhouwers) geïnterviewd. Bij de uitnodiging zaten een informatiefiche en de vraag naar een mogelijk bedrijfsarchief. Het AMVB plande de interviews altijd bij de informant thuis.
Foto’s (bijvoorbeeld van familie, interieurs en vitrines), samen bepaalde gebeurtenissen ophalen, inspelen op de beroepstrots of confronteren met feiten, waren technieken die het geheugen van de respondenten prikkelden. Op basis van de vragenlijst werd het unieke biografische verhaal van elke getuige vastgelegd.
De uitvoerende of derde fase bestond uit twee delen. De archivalische ontsluiting door de interviews te  transcriberen, te coderen en ter beschikking te stellen via het geluidsarchieven overzicht enerzijds.
De publieksgerichte ontsluiting anderzijds. Een studiedag over mondelinge geschiedenis communiceerde naar de archievensector, terwijl het grote publiek kennismaakte met deze vorm van geschiedenis in de tentoonstelling Uitgebeend!