menu
Geef een of meerdere zoektermen op.
Gebruik dubbele aanhalingstekens om in de exacte woordvolgorde te zoeken.

Wij overleefden

Wij overleefden – De laatste ooggetuigen van de Duitse bezetting

Sytze van der Zee

Prometheus, 2019

ISBN: 9789044638424

Het lijkt alweer zo lang geleden, de Tweede Wereldoorlog. Bijna 75 jaar na de Duitse capitulatie. Maar nog steeds zijn er mensen die het allemaal hebben meegemaakt. De tachtig-, negentig-, honderdjarigen. Zij waren erbij, maar binnen afzienbare tijd zullen ze niet meer onder ons zijn om hun persoonlijke verhaal te kunnen vertellen. In Wij overleefden komen aan de hand van gesprekken met de betrokkenen vooral de specifieke gebeurtenissen aan de orde die van de naziterreur de meest dramatische en traumatische periode in de Nederlandse geschiedenis hebben gemaakt. Het is een van de laatste kansen om deze ooggetuigen aan het woord te laten. Iedereen heeft zijn eigen herinneringen, die in chronologische vorm geboekstaafd een gezicht aan de bezetting geven. Zoals de voormalige joodse onderduiker die een liefdesgedicht schreef voor het boerenmeisje dat hij vanuit zijn zolderkamertje kon gadeslaan _ als hij het voorleest, raakt hij nu nog ontroerd. Een vrouw die als meisje ’s nachts haar joodse moeder op de begraafplaats Zorgvlied in een kartonnen doos moest helpen begraven. Een man die als de zoon van de chauffeur van NSB-leider Mussert alle partijbonzen leerde kennen. De uitgebakken kaantjes die mevrouw Mussert voor hun hond meebracht aten ze zelf op. In totaal sprak de auteur zo’n tachtig mannen en vrouwen van wie hij het relaas optekende. Het resultaat is een aangrijpend en belangrijk boek, met aandacht geschreven door Sytze van der Zee. Sytze van der Zee (1939) is de auteur van een groot oeuvre, met onder meer Potgieterlaan 7, over zijn jeugd als zoon van een ‘foute’ vader, en Verslaggever van beroep, zijn journalistieke memoires.

 

Lang is in de vaderlandse geschiedschrijving over de Tweede Wereldoorlog de oral history genegeerd. Zo weigerde dr. Loe de Jong in de jaren zestig voor zijn televisieserie De Bezetting nog levende NSB-kopstukken te spreken. Terzelfder tijd besloot in Duitsland een redacteur van Der Spiegel anders: hij interviewde tal van SS’ers. Voor Sytze van der Zee (1939) was dat een eyeopener.

Zijn meesterstuk in dezen volvoerde hij nu met Wij overleefden. De laatste ooggetuigen van de Duitse bezetting. De gehele oorlog – van voorspel tot en met de bevrijding (ook in Nederlands-Indië), al die bekende gebeurtenissen, van het bombardement op Rotterdam, de Hongerwinter, Dolle Dinsdag, Auschwitz – trekt vanuit Nederlands ooggetuigenperspectief verrassend, rauw, ongekend beeldend en daarmee vitaal voorbij door de stemmen die hij liet spreken. Nipt op tijd, gezien hun hoge leeftijd. Van koeriersters, studenten, verzetsmensen, Waffen-SS’ers tot gedeporteerde Joden – iedereen komt aan het woord, veelal ‘gewone’, onbekende mensen. Van der Zee schreef een belangrijk geschiedenisboek – door de indrukwekkende verhalen. Neem dat van Nol Koot (1932), de zoon van de tijdens een straatgevecht in 1941 doodgeslagen W.A.-man Hendrik Koot. Hij herinnert zich zijn vader in de open kist: ‘Ik zag wel dat een wond aan zijn neus met grove steken was gehecht en dat er geronnen bloed op zat. Zo te zien was hij ook in zijn oorlel gebeten. Zijn gezicht was blauw-blauw-blauw. Bont en blauw. (…) Ik was erg geschokt en moest huilen.’ Of de wijze berusting van de zigeuner Zoni Weisz (1937): ‘Ik had zelf heel lang last van vreselijke dromen. Altijd weer die grauwe broeken en zwarte laarzen, de honden, de drukte op het station van Assen. (…) Maar je hebt in Birkenau een klein meertje. Zo vredig en mooi. Je hoort er de kikkers kwaken. Daar ligt de as van tienduizenden mensen. Ik beschouw die plek als het graf van mijn familie.’

Van der Zee kon uiteraard bij dit project niet onder de vraag uit hoe betrouwbaar het geheugen is. Zijn repliek overtuigt: ‘Bepalend voor oral history is hoe dramatisch een gebeurtenis voor de persoon zelf is. (…) bij een oorlogskind staan alle zintuigen voortdurend op scherp.’ De oorlog bleek gruwelijker dan gedacht.