Op eigen houtje – De ongelooflijke verhalen van vrouwen in de elfstedentocht
Jessica Merkens
Ambo | Anthos uitgevers
ISBN: 9789026360930
Op eigen houtje gaat over de achtergebleven positie van vrouwen op het ijs. Rode draad in het onthullende boek is de geschiedenis van de Elfstedentocht, een volksfeest. Maar wel eentje waarbij de vrouwen pas in 1985 mochten deelnemen in wedstrijdverband.
Jessica Merkens baseert haar onderzoek op oral history, bezocht tientallen oud-deelnemers of nazaten van hen.
Met het project Friese Oorlogskinderen heeft het Verzetsmuseum Friesland vijftien verhalen op film vastgelegd van Friezen die de Tweede Wereldoorlog als kind hebben meegemaakt. Naast de authentieke objecten in de tastbare collectie werkt het Verzetsmuseum met deze verhalen aan een digitale kerncollectie “oral history”. Deze collectie is ook al een opmaat voor de nieuwe presentatie van het Verzetsmuseum in het nieuw Fries Museum.
Kinderen van de oorlog. Verhalen uit Sneek en Zuidwest Friesland 1940-1945
Ton van den Berg
Uitgeverij Louise, 2013
Kinderen van de oorlog bevat persoonlijke herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog in Sneek en Zuidwest Friesland. De kern van dit boek bestaat uit dertien korte en drie lange getuigenissen van direct betrokkenen. In woord en beeld wordt een persoonlijke inkijk gegeven van het leven van een kind tijdens de oorlog. Het zijn niet alleen verhalen over gebeurtenissen in Sneek en Zuidwest Friesland. Het zijn vooral ook aangrijpende getuigenissen over spanning en emotie, over angst en vriendschap. De vele foto’s komen meest uit persoonlijke archieven, waardoor de verhalen nog dichterbij komen. De getuigenissen worden in perspectief geplaatst met een historische beschouwing over ingrijpende oorlogsgebeurtenissen in Sneek en Zuidwest Friesland, geschreven door historica Meike Jongejan. Het voorwoord is geschreven door oud-burgemeester Bernhard Van Haersma Buma, zoon van de in de oorlog in een concentratiekamp omgekomen burgemeester Sybrand Marinus van Haersma Buma.
Op de praatstoel – Verhalen uit Noordoost Friesland vanaf 1850
Historische Vereniging Noordoost Friesland, 2008
In 2008 bestond de Historische Vereniging Noordoost Friesland 20 jaar. In het kader daarvan gingen 14 leden op stap om 31 oudere personen te interviewen.
In deze interviews komen allerlei onderwerpen aan bod, zoals het [verdwenen] beroep van de geïnterviewden, het dorps- en stadsleven van de afgelopen eeuw en belevenissen in oorlogstijd.
Omdat er niet alleen verteld wordt vanuit de eigen ervaring, maar er ook verhalen doorverteld worden van ouders en grootouders en in een enkel geval van overgrootouders, beslaat het boek een tijdspanne van wel 150 jaar.
De interviews worden aangevuld met een aantal egodocumenten, door mensen zelf al eerder geschreven verhalen van een deel van hun leven.
De in dit boek gepubliceerde 37 verhalen geven een mooi en levendig tijdsbeeld van het leven in de afgelopen 100 jaar in de regio Noordoost Friesland. Enkele verhalen zijn in het Fries opgetekend.
Meer dan 200 foto’s, in het ± 300 pagina’s dikke boek zorgen voor een waardevolle aanvulling en maken het geheel tot een fraai lees- en kijkboek van de eigen omgeving.
Leden van de vereniging en belangstellenden kunnen bij voorintekening tot 1 maart 2008 het boek bestellen voor slechts 15 euro + 3,35 porto. Na 1 maart zal het boek iets meer kosten + eventuele porto. Medio april komt het boek uit en zal op de ledenvergadering van zaterdag 19 april in Dokkum gepresenteerd worden.
Cover: Heren op de praatstoel bij de Sint Caeciliakerk te Oosternijkerk
Op de Praatstoel – 2. Verhalen uit Noordoost-Friesland vanaf 1850”
Vanaf 2009 zijn acht leden van de Historische vereniging langs 29 oudere personen getrokken om tijdens interviews hun verhalen vast te leggen. Daarnaast zijn er twee egodocumenten over de houthandel in Dokkum opgenomen.
Het boek is een behoorlijke pil geworden van meer dan 400 bladzijden en ongeveer 350 nog niet eerder gepubliceerde foto’s en andere illustraties.
Naast verhalen uit Dongeradeel, zoals in het eerste deel, staan er nu ook verhalen in van personen uit Kollumerland (de Oudheidkamer aldaar had daar specifiek naar gevraagd, gezien het succes van het eerste boek) en uit Dantumadeel.
Om een indruk te geven van de inhoud van het boek volgen hieronder de geïnterviewde personen, hun beroep/bezigheid en (voornaamste) woonplaats; een zestal bijdragen is in het Fries geschreven.
1.Sjouke Starkenburg, carrosseriebouwer, Kollum
2.Meindert Meindersma, karrider, Mitselwier
3.Jan Smit, het Wierum van toen, Wierum
4.Klaas Elzinga, wegenbouwer, Dokkum
5.Klaas Baarsma, manufacturier, De Westereen
6.Oeds Radema, juwelier, Kollum
7.Klaske de Haan, boargemastersfaam, Mitselwier
8.Lieuwe van der Zee, dykwurker, Mitselwier
9.Richtsje Mollema, gezinsverzorgster, Nes
10.Wiebe van Klaarbergen, houtmolenaarsknecht, Dokkum
11.Klaas van Klaarbergen, boekhouder, Dokkum
12.Jantje Visser, houthandel Oberman, Dokkum
13.Siebe de Vries, heftruckchauffeur, Dokkum
14.Hendrik Dijkstra, loodgieter, De Westereen
15.Ljibbe Rekker, beheerder buitenplaats, Veenklooster
16.Grietje van der Mossel, kosteresse, Nijewier
17.Former Idsardi, boer op Uilsmahorn, Holwerd
18.Hein Joustra, sigarenmaker, Dokkum
19.Age de Jong, loonbedrijf, Paesens
20.Andries Meinema, grafdelver, Nes
21.Tjalling de Jong, secretarie-ambtenaar, Metslawier
22.Oane Visser, frijwillich mûnder, Hantum
23.Sofrides Viet, technisch ambtenaar, Dokkum
24.Johannes Poortinga, jammaker, Dokkum
25.Cornelis Wijga, brugwachter, Dokkum
26.Sjoerd de Boer, dorpshuisbeheerder, Kollumerzwaag
27.Durk Geertsma, vertegenwoordiger, Kollumerzwaag
28.Joop Bosgraaf, dirigent, Kollum
29.Roel Nicolai, kraanmachinist, Westergeest
30.Lubbert Visser, kuiper en rij-instructeur, Ee
31.Fokke vd Veen, schoenlapper en kapper, Engwierum
Kening op sokken
Hylke Speerstra
Friese Pers Boekerij/Uitgeverij Noordboek,1983
ISBN: 9033001608
Hylke Speerstra heeft een tiental oud-kaatsers geraadpleegd over wat hen bezielde in de eerste helft van de 20e eeuw te gaan kaatsen. Zo ontstonden er 6 portretten van kaatsers die in die tijd voor “Master” opsloegen. Speerstra heeft met veel gevoel voor dramatiek en sentiment de verhalen opgeschreven, die veel lezers aan zullen spreken. De schrijver heeft zich niet beperkt tot wie de regels van het spel kent, zodat ook de niet-kaatser mee kan proeven van de sfeer en de humor van het spel.
Op redens oer, schaatsverhalen
Hylke Speerstra
Bornmeer, 1984
Speerstra heeft het over de helden van het ijs: hardrijders én -rijdsters en ook over enkelen, die deelnamen aan Elfstedentochten. Die tochten zijn boeiend beschreven; de wijze waarop de worsteling en het doorzetten op de zwaarste er van wordt weergegeven, is soms adembenemend.
De grote Friese ijskampioenen van de kortebaan waren wereldberoemd in eigen landschap. Namen die doorleven. Mannen en vrouwen die in het begin van de 20ste eeuw soms een hele boerderij met land en vee bij elkaar rijden. Ja, het ging niet alleen om de eer; in arme tijden gaat soms nog meer om het geld.
Zo vormen hun verhalen ook een afspiegeling van de scherpe sociale verschillen en de bikkelharde strijd om het bestaan in de eerste helft van de 20ste eeuw. Hier zijn vrouwen en mannen aan het woord die weten van buigen en barsten, van doorzetten en – soms – ook wel eens een rare misslag. Op verzoek van sommige vertellers zijn in de eerste en tweede druk de namen van de vertellers niet genoemd. Na overleg met de nabestaanden in latere drukken wel. Want zij zijn helden, ze zijn een voorbeeld voor alle Friezen, ook voor de ijsprofessionals van vandaag.
Sterke karakters, en hoe sterk waren ze ook van lijf en lichaam. De 15 geinterviewden van 1982 zouden ruim 88 jaar worden!
Inhoud
Iisleafde – Anne Visser-van Keimpema (1893-1985) Himpens/Earnewâld
De deserteur – Hilbrand Rudolphy (1897-1989) De Gordyk
It ferbûn fan Beets – Pyt Dykstra (1895-1986) Nij Beets
De erflike ferplichting – Albert Koning (1907-1998) Nijetrine/Wolvegea
De faam fan Spaltenbrêge – Easger van der Meer (1889-1987) Grou/Akkrum
It geile iis – Bouke de Vries (1907-1988) Sint Nyk
De Alvestêderider – Abe de Vries (1907-1995) Dronryp/Parys
Sipke Castelein (1911-1995), Wergea/Warten
It koarte draachflak – Gepke Fokkema (1895-1986) Feanwâldsterwâl/Hurdegaryp
De fiifentweintich-gûne-rider – Piter Brouwer (1904-1985) Langwar/De Wylgen
It bline momint – Thys Klompmaker (1903-1987) Aldehaske
It wûnder fan Snikswaach – Jolle de Jong (1907-1989) Sniksweach
Jaap Slof (1902-2002) De Jouwer
Trije oan de stok – Marie de Groot (1911-1999) Wergea
Klompen – Pietsje Feitsma (1918-1991) Hilaard/It Hearrenfean
Simmerlân
Hylke Speerstra
Friese Pers Boekerij/Uitgeverij Noordboek, 1996
ISBN: 9789033014734
Ook Simmerlân (1996), waarin Hylke Speerstra verslag deed van de wandeltochten die hij (toen nog als hoofdredacteur van de Leeuwarder Courant) twee zomers achtereen door Friesland maakte, werd weer volgens dit procedé geschreven.
It Simmerlân, gebaseerd op nieuws dat te klein was om de krant te halen. ‘Dan sprak ik mensen op straat aan. In een mum van tijd keerden ze zich helemaal binnenstebuiten over hun bestaan, over hun eenzaamheid.’
Simmerlân is een bundel met 27 verhalen die Speerstra aanvankelijk als journalistieke impressies in de Leeuwarder Courant publiceerde, toen hij in de zomers van 1994 en 1995 door Friesland wandelde. Die impressies werden – uitgebreid en verwerkt – in 1996 als boek uitgegeven. Eén van die verhalen heet In dauwiete moarn yn Spears (Een ochtend – nat van de dauw – in Spears). Tijdens die wandeling ontdekt Speerstra dat de aloude familieboerderij er niet meer was. Hij mijmert dan even over Hantsje Jans: ‘Hy hat myn famylje erflik belêste mei it reedriden’ (Hij heeft mijn familie erfelijk belast met het schaatsen).
Op klompen troch de dessa, Indiëgongers fertelle
Hylke Speerstra
Uitgeverij Bornmeer, 2014
ISBN: 9789056156237
Op klompen door de dessa, Indiëgangers vertellen
Hylke Speerstra
Olympus, 2015
ISBN: 9789046706251
Speerstra tekent in Op klompen door de dessa in totaal achttien verhalen op van Friese ‘Indiëgangers’.
Speerstra is de oral history specialist van Friesland en één van de meest gelezen auteurs van de provincie. Zijn faam zal er zeker aan hebben bijgedragen dat deze mannen – de meesten zijn rond de negentig – hun ervaringen over de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog (1945-1950) wilden delen.
Over het Nederlandse optreden in Nederlands-Indië. Een koloniale oorlog, de meeste jongens hadden geen idee wat ze te wachten stond. Aan Hylke Speerstra konden ze eindelijk hun hele verhaal kwijt.
Het Nederlandse militair optreden in Nederlands-Indië kort na de Tweede Wereldoorlog was een koloniale oorlog. Op klompen door de dessa vertelt wat die oorlog betekende voor de mannen die het vuile werk moesten doen. Een enkeling vindt nog altijd dat het goed is geweest, maar de meeste jongens hebben hun trauma’s nooit verwerkt. Letterlijk op klompen banjerden ze door de dessa – ze hadden geen idee wat hun te wachten stond: guerrilla, executies, oorlog dus, terwijl ze die in Nederland net achter de rug hadden. De mannen zijn nu ver in de tachtig en willen eindelijk hun hele verhaal kwijt. In Hylke Speerstra troffen ze iemand die goed kan luisteren en meesterlijk kan vertellen.
Heil om seil
Hylke Speerstra
Friese Pers Boekerij/Uitgeverij Noordboek
ISBN: 9789033012464
Speerstra debuteerde in 1968 in het Fries met Heil om seil, een succesvolle bundel schippersverhalen, die driemaal in het Nederlands zou worden vertaald. Hierin toonde hij voor het eerst de werkwijze waarmee hij bekend zou worden: die van een journalist die verhalen schrijft, waarin de door hem verzamelde feiten op literaire wijze worden weergegeven. Zelf betitelde hij dit in 1999 tijdens een vraaggesprek als “nieuwe journalistiek”.
Speerstra is wel vergeleken met Geert Mak, die zich in het Nederlandse taalgebied op een gelijkaardige wijze bezighoudt met het optekenen van oral history. Voor Heil om seil voerde hij gesprekken met allerhande schippers, bergers, baggeraars en slepers.
Neaken en bleat foar de dokter, ferhalen út ‘e sprekkeamer
Hylke Speerstra
Uitgeverij Bornmeer, 2006
ISBN: 9789056151348
In zijn tweede boek, Neaken en bleat foar de dokter (Naakt en bloot voor de dokter) (1978), paste Speerstra de oral history werkwijze toe: het werd geschreven op basis van vraaggesprekken met artsen en veeartsen.
Speerstra heeft de herinneringen op papier gezet van vijftien Friese artsen, onder wie een chirurg, een tandarts en een dierenarts. Het is een leesbaar, spannend boek geworden waarin een prachtig stuk volksleven is vastgelegd. Het speelt geheel op het platteland. De verhalen zijn anecdotisch, grappig en vaak zeer gevoelig, in een natuurlijke, idiomatische taal. Zo worden ook de grote sociale tegenstellingen, die de artsen-in-ruste hebben meegemaakt, raak getekend.
De Oerpolder, het boerenleven achter de dijken
Hylke Speerstra
Olympus, 2006
ISBN: 9789025429775
Speerstra’s grote project, waarmee hij in 2002 begon, was het beschrijven van het negentiende-eeuwse leven in It Heidenskip, een kleine dorpsgemeenschap ten zuidoosten van het Friese stadje Workum. Hiervoor hield hij vraaggesprekken met meer dan tweehonderd bewoners, oud-bewoners en andere betrokkenen en bestudeerde hij onder meer (familie)archieven en oude dagboeken. De ontbrekende feiten vulde hij aan met fictie. Het resultaat was De oerpolder, dat onder grote belangstelling op 8 juni 2006 werd gepresenteerd in de Hervormde Kerk van It Heidenskip.
In dit boek schetst Speerstra het harde plattelandsbestaan van die tijd, waarin de vaak armoedige boerenarbeiders en hun kinderen bijna volledig afhankelijk waren van hun boeren, die zelf weer de grillen moesten ondergaan van de landeigenaren van wie ze hun boerderij pachtten – terwijl allen konden worden getroffen door bijvoorbeeld watersnoden, cholera en veeziekten. De oerpolder werd in 2007 in een Nederlandse vertaling met dezelfde titel op de markt gebracht.
Over zijn motieven om De oerpolder te schrijven en zijn werkwijze daarbij verklaarde Speerstra in het nawoord van het boek: “Het is een vorm om een werkelijkheid gestalte te geven die zo dicht mogelijk bij dé werkelijkheid ligt. Tegelijk is het een zoektocht naar het boerenkind dat ik zelf was en blijf. Het is het eigenaardige verlangen naar de plaats waar mijn voorouders opgroeiden, trachtten te overleven en een bestaan hoopten te vinden; het is de hang naar een levenssfeer die ik liefhad, soms vreesde, die me soms bedrukte, die ik uiteindelijk verlaten zou. Omdat de taaie grond blijkbaar te veel vroeg en te weinig teruggaf. En omdat een andere wereld en toekomst mij trokken.”