Elke stad heeft wel een reden om in de geschiedenisboeken te staan, en Lokeren verdient een hoofdstuk in de geschiedenis van de industrie. Tijdens de eerste helft van de 20ste eeuw was Lokeren hét centrum van de haarsnijderijnijverheid, een voorbereidende industrie die konijnen- en hazenvellen prepareerde tot vilthaar voor de hoedenfabricage over de hele wereld. Vanaf de jaren 1960 begon de industrie om allerlei redenen te tanen, en vandaag is ze zo goed als uitgestorven.
Omdat de haarsnijderij uniek én belangrijk was voor Lokeren, is het evident en noodzakelijk dat er in het Stedelijk Museum een duidelijke klemtoon op wordt gelegd. De nakende verbouwing en herinrichting van het museum bieden bovendien de kans om de huidige, relatief kleine haarsnijderijafdeling om te bouwen tot een centraal thema binnen de vaste opstelling.
Over de haarsnijderijnijverheid bestaan geschreven bronnen, maar des te sprekender zijn de tastbare en immateriële ‘overblijfselen’: de sites, het materiaal, en vooral de verhalen van de ex-werknemers. Zij zijn als experts het best geplaatst om de industrie in al haar facetten uit de doeken te doen. De interviews met mensen die in de haarsnijderijindustrie hebben gewerkt of er nauw bij betrokken waren, zullen gebruikt worden als informatiebron én als presentatie-element.
De interviews zullen beluisterd kunnen worden binnen de permanente tentoonstelling en op een aparte informatie-dvd. Er wordt ook een documentaire gemaakt, die gefilmde interviews met een achttal respondenten en een sitebezoek met een van de voormalige werknemers bevat. Verder blijven de interviews in het Stadsarchief bewaard als bronnenmateriaal voor andere onderzoeken, want de mensen in kwestie vertellen vaak veel meer verhalen dan dat van de haarsnijderij alleen.
Zowel voor de mensen met een verleden in de haarsnijderij als voor mezelf is dit project bijzonder. Naast hun persoonlijke relaas, veel technische uitleg en namen van andere getuigen, schonk een aantal mensen een persoonlijk aandenken- hun eigen mes of schaar, een vel van hun allerlaatste lading – aan het museum. Ze zijn blij dat het museum ‘hun erfgoed’ behartigt, en wij zijn blij dat we er zorg voor mogen dragen.
Leen Heyvaert,
adjunct-conservator
Stedelijk Museum Lokeren