menu

Kaarders en snijdsters

Haarsnijder aan het werk in de fabriek. Epouse Jacobs. Foto: Stedelijk Museum Lokeren

Als kaarders en snijdsters hun verhaal vertellen…

Elke stad heeft wel een reden om in de geschiedenisboeken te staan, en Lokeren verdient een hoofdstuk in de geschiedenis van de industrie. Tijdens de eerste helft van de 20ste eeuw was Lokeren hét centrum van de haarsnijderijnijverheid, een voorbereidende industrie die konijnen- en hazenvellen prepareerde tot vilthaar voor de hoedenfabricage over de hele wereld. Vanaf de jaren 1960 begon de industrie om allerlei redenen te tanen, en vandaag is ze zo goed als uitgestorven.
Omdat de haarsnijderij uniek én belangrijk was voor Lokeren, is het evident en noodzakelijk dat er in het Stedelijk Museum een duidelijke klemtoon op wordt gelegd. De nakende verbouwing en herinrichting van het museum bieden bovendien de kans om de huidige, relatief kleine haarsnijderijafdeling om te bouwen tot een centraal thema binnen de vaste opstelling.
Over de haarsnijderijnijverheid bestaan geschreven bronnen, maar des te sprekender zijn de tastbare en immateriële ‘overblijfselen’: de sites, het materiaal, en vooral de verhalen van de ex-werknemers. Zij zijn als experts het best geplaatst om de industrie in al haar facetten uit de doeken te doen. De interviews met mensen die in de haarsnijderijindustrie hebben gewerkt of er nauw bij betrokken waren, zullen gebruikt worden als informatiebron én als presentatie-element.
De interviews zullen beluisterd kunnen worden binnen de permanente tentoonstelling en op een aparte informatie-dvd. Er wordt ook een documentaire gemaakt, die gefilmde interviews met een achttal respondenten en een sitebezoek met een van de voormalige werknemers bevat. Verder blijven de  interviews in het Stadsarchief bewaard als bronnenmateriaal voor andere onderzoeken, want de  mensen in kwestie vertellen vaak veel meer verhalen dan dat van de haarsnijderij alleen.
Zowel voor de mensen met een verleden in de haarsnijderij als voor mezelf is dit project bijzonder. Naast hun persoonlijke relaas, veel technische uitleg en namen van andere getuigen, schonk een aantal mensen een persoonlijk aandenken- hun eigen mes of schaar, een vel van hun allerlaatste lading – aan het museum. Ze zijn blij dat het museum ‘hun erfgoed’ behartigt, en wij zijn blij dat we er zorg voor mogen dragen.

 

Leen Heyvaert,
adjunct-conservator
Stedelijk Museum Lokeren

Uitgebeend!

Uitgebeend! Vlaamse beenhouwers in Brussel na W.O. II

Philippe Braem en Mariet Calsius (red.)

AMVR, 2005

Bij het onderzoek naar het beenhouwersambacht in Brussel heeft het Archief en Museum van het Vlaams Leven via de onderzoeksmethode van de mondelinge geschiedenis, in drie fasen gewerkt.
Tijdens de voorbereidende fase maakte een onderzoeker zich niet alleen de wereld van de beenhouwers stiel eigen, maar hij stelde ook vragenlijsten op en zocht naar respondenten. Het onder de knie krijgen van de specifieke terminologie, het consulteren van literatuur, het bezoeken van beenhouwersateliers, slachthuizen en musea met uitgebreide beenhouwerscollecties vormden de eerste stappen naar een inleving in deze aparte wereld.
Kennis en interesse van de interviewer voor het beenhouwers leven in Brussel werden groter. Later bleek dit een essentiële voorwaarde voor het vertrouwen tussen interviewer en respondent te zijn.
De tweede fase, het zoeken naar respondenten, vroeg een grotere inspanning. Beenhouwers op rust verhuizen immers vaak, soms binnen Brussel, maar vooral weg van Brussel terug naar hun geboortestreek. Een eerste aanknopingspunt in de samenstelling van een goede respondentenlijst, was een lijstje van enkele actieve beenhouwers met namen en adressen van ex-collega’s. Een ander aanknopingspunt waren de ledenlijst van de Brusselse Confederatie van Beenhouwers en de ledenlijst van de Belgische Landsbond van Beenhouwers en Spekslagers (wat Brussel betrof).
Oproepen via het AMVB-ledenblad en in lokale kranten, leverden behoorlijk wat reacties op.
Voor de representativiteit hield het project rekening met de geografische afbakening van het Brussels hoofdstedelijk gewest en met de categorieën in de beenhouwerijstiel (spekslagerijen, beenhouwerijen, paardenbeenhouwerijen, triperieën, gevogelteverkopers). Speciaal voor Brussel werd het verschil tussen de inwijkelingen en de autochtonen meegenomen.
Uit de lijst van mogelijke respondenten heeft het AMVB een selectie gemaakt. Uiteindelijk werden 46 middenstanders (bakkers, kruideniers en 33 beenhouwers) geïnterviewd. Bij de uitnodiging zaten een informatiefiche en de vraag naar een mogelijk bedrijfsarchief. Het AMVB plande de interviews altijd bij de informant thuis.
Foto’s (bijvoorbeeld van familie, interieurs en vitrines), samen bepaalde gebeurtenissen ophalen, inspelen op de beroepstrots of confronteren met feiten, waren technieken die het geheugen van de respondenten prikkelden. Op basis van de vragenlijst werd het unieke biografische verhaal van elke getuige vastgelegd.
De uitvoerende of derde fase bestond uit twee delen. De archivalische ontsluiting door de interviews te  transcriberen, te coderen en ter beschikking te stellen via het geluidsarchieven overzicht enerzijds.
De publieksgerichte ontsluiting anderzijds. Een studiedag over mondelinge geschiedenis communiceerde naar de archievensector, terwijl het grote publiek kennismaakte met deze vorm van geschiedenis in de tentoonstelling Uitgebeend!

STUK, een geschiedenis 1977-2015

Stuk, een gechiedenis

Marleen Brock

Uitgeverij Hannibal, 2015

 

In het voorjaar van 2015 vierde STUK feest. Al 37,5 jaar begeeft het Leuvense kunstencentrum zich in de artistieke voorhoedes. Een boek (STUK, een geschiedenis 1977-2015; Uitgeverij Hannibal) en een tentoonstelling (Was het nu ’t Stuc, STUC of STUK?; STUK Expozaal) onderstreepten dit tegendraadse jubileum. Tegelijk diende de historische terugblik om even stil te staan en om te kijken, om vervolgens te kiezen voor een nieuwe toekomst als Huis voor Dans, Beeld en Geluid. Toch is zo’n ingrijpende koerswijziging in historisch perspectief allerminst uniek. Zichzelf opnieuw uitvinden zit in het DNA van de organisatie, als een logisch gevolg van de constante zoektocht naar artistieke vernieuwing.

 

Cultuurhistorica Marleen Brock (KU Leuven) vertelt in dit vlot geschreven boek het verhaal van 37,5 jaar STUK – geen mooi afgerond jubileum, maar even tegendraads als het kunstencentrum zelf. Leuke anekdotes en citaten uit interviews met sleutelfiguren, foto’s, affiches en documenten brengen de rijke geschiedenis tot leven.

SOLIGION

Dit onderzoek naar katholiek geïnspireerde armoedezorg in Brussel tussen 1945 en 2000 wordt uitgevoerd door doctoraatsstudent Els Minne. Centraal in het onderzoek staat de vraag hoe katholieke armoedeorganisaties hun religieuze identiteit beheersten in een samenleving die stevig geworteld was in katholieke tradities, maar waar de druk van ‘secularisatie’ en ‘moderniteit’ begon toe te nemen. Het onderzoek vertrekt vanuit acht casestudies van zowel katholieke persoonlijkheden als katholiek geïnspireerde organisaties die de strijd aangingen tegen armoede.

 

Via een analyse van brieven, krantenartikelen, publicaties en mondelinge geschiedenis worden de praktijken en discoursen van deze actoren onderzocht. Welke hulp boden deze organisaties aan, en welke doelgroep hadden ze voor ogen? Welke rol speelde religie, van vrijwilligers of van cliënten, in de organisaties? Op welke manier probeerden ze het politieke beleid of academisch onderzoek rond armoede te beïnvloeden? Hoe speelden de organisaties in op de steeds diverser wordende groep van mensen die in armoede leven? Door een antwoord te zoeken op deze vragen wil het project de kennis over de rol van religie en verzorgingsstaten aanvullen met lokale ervaringen, gedachten en praktijken.

De sociabiliteit van patiënten in België

KU Leuven

 

Tim Debroyer – Joris Vandendriessche (Promotor) 

Organisaties, expertise, en ervaringen (1950-2000)

 

Dit project voert verkennend historisch onderzoek naar zelfhulpgroepen en patiëntenverenigingen in België in de tweede helft van de twintigste eeuw. Het zal een overzicht bieden van de ontwikkeling van deze verenigingen en belangrijke bronnencollecties (archieven, publicaties, tijdschriften, …) identificeren om verder onderzoek naar dit thema mogelijk te maken binnen de medische geschiedenis en de health humanities. Het project bestaat uit een bibliografisch onderzoek, gevolgd door een diepere inhoudsanalyse van tijdschriften. In samenwerking met het Trefpunt Zelfhulp vzw treedt het ook in contact met actuele patiëntenverenigingen om archiefcollecties te identificeren en om een selectie van interviews met vroege leden af te nemen. Dankzij deze verkennende analyses en interviews zal het project inzicht bieden in de ziektes of medische aandoeningen waarrond sociabiliteit onder patiënten voor het eerst vorm kreeg, en in wat patiëntenverenigingen wel of niet gemeenschappelijk hadden in historisch perspectief (Bijvoorbeeld in hun relatie tot artsen, de media of de overheid).

Van bezorgde zussen tot waardevolle buddy’s

Historica nr. 1 2023 – jaargang 46

Artikel

“Lotgenoten…die hebben mij enorm geholpen.” Met die woorden duidde Johan C., één van de negentien historische getuigen in mijn onderzoek, op het belang van informele informatie-uitwisseling tijdens de aidsepidemie naast officiële en medische communicatie zoals overheidscampagnes en doktersconsultaties. Toch bleef het zowel in de getuigenis van Johan als in de andere historische getuigenissen niet alleen bij lotgenotencontact, maar bleek er sprake van een veel breder informeel informatiecircuit van familie en vrienden tot buddysystemen en andere initiatieven. Maar welke opties waren er nu concreet in Vlaanderen en Brussel, hoe werden die ervaren, welke informatie circuleerde er binnen die informele netwerken en was er ook sprake van circulatie van onwetendheid?

 

Ellen Van Laer

 

Niet alleen officiële en medische netwerken bleken belangrijk in de circulatie van informatie tijdens de aidsepidemie. De historische getuigen waarmee Ellen Van Laer in het kader van haar scriptie in gesprek ging benadrukten ook het belang van meer informele netwerken zoals familie, vrienden en lotgenoten. Op die netwerken, hun geschiedenis, de ervaringen ermee en herinneringen eraan gaat dit artikel dieper in.

 

Herinneringen verwoord

Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Master of Arts, Master of history
Publicatiejaar: 2022

 

Persbericht 2022

PDF van de masterproef

De vergeten stemmen van aids in België

1 december 2021: hiv ‘viert’ haar veertigste verjaardag. Met ruim 40 miljoen slachtoffers op haar naam is het humaan immunodeficiëntie-virus het dodelijkste virus ter wereld. Ook vandaag gaan ruim 38 miljoen mensen, waaronder meer dan 17.000 Belgen, met de ziekte door het leven. Maar waarom de doemtoon van deze schrijver? Met medicatie die de virale lading niet-detecteerbaar maakt en Prep die beschermt tegen besmetting is de ziekte toch niet langer dodelijk? Jazeker, vanuit medisch perspectief is de ziekte, op een genezing na, zo goed als opgelost. Een bevragingen onder hivpositieve Belgen toonde echter aan dat het stigma doorleeft. Dit onderzoek is dan ook van een sociale aard.

Recente series als “It’s a sin” en “Pose” introduceerden met succes de geschiedenis van de globale aidscrisis bij een breder publiek. Tegelijkertijd maakten ze duidelijk hoe weinig we weten over de Belgische aidscrisis en wat het betekent te leven met hiv en aids in België. Kwalitatief onderzoek van onderuit kan hier verandering in brengen. Aan de hand van 16 diepte-interviews onderzocht Viktor Flamand hoe homomannen, zowel hivpositief als negatief, de aidscrisis ervaarden in België. Daarbij aansluitend analyseerde hij hoe diezelfde mensen hun herinneringen structureren en opbouwen.

 

Het resultaat was geen eenduidige uitspraak over een leven met hiv, maar wel een divers, gelaagd verhaal van 16 mensen met eigen verlies, pijn en unieke herinneringen.  

Vlaamse vissers

Archiefbeeld uit 'De zee van toen'. © RV

VRT

uitzenddatum: 17 april 1984
 

“Mondelinge geschiedenis van de Vlaamse Vissers” (17/4/1984).

Hoe waren de werkvoorwaarden rond de eeuwwisseling in België (en elders)? De weemoed en de trots die telkens weer in de verhalen opklinkt, treft en ontroert altijd opnieuw. Niet alleen in de visserij maar ook in vele andere takken van de nijverheid moest er toen hard gezwoegd worden, verdiende men zijn weinige geld letterlijk in het zweet zijns aanschijns.

Geen wonder dan ook dat de meeste bewuste arbeiders uit die tijd zich gingen inzetten voor een verbetering van hun bestaansvoorwaarden, dat het socialisme voor hen zoveel betekende en gezien werd als een uitkomst, een verlossing van de zorgen. Dankzij de strijd van vele dapperen uit die periode is er in de loop van de jaren heel wat veranderd en verbeterd, zijn de werkvoorwaarden menselijker geworden.

De reeks bevat unieke tijdsdocumenten die later nog aan waarde zullen winnen.

Vogels die niet vliegen gaan dood

Levensverhalen

 

Aantal interviews: 5

Korte geluidsfragmenten

Toegankelijkheid bronmateriaal: onbekend

 

Een project van COJG (Centrum voor de Ontwikkeling van de Jeugd van Ghana). Het project wordt uitgevoerd door Ghanese en Belgische vrijwilligers van COJG en Ghendtsche Tydinghen (H.H.K.G.). Ze worden hierbij ondersteund door de medewerkers van Heemkunde Vlaanderen, Amsab-ISG, Trefpunt, FZO-VL en de Foreign Shop. Het project kreeg de steun van de Stad Gent en de Provincie Oost-Vlaanderen.

De levensverhalen van enkele Ghanezen of Belgen met Ghanese roots in Gent en Oost-Vlaanderen.

 

30 jaar Ghanezen in Gent en Oost-Vlaanderen
Sinds 1982 groeit in Gent en Oost-Vlaanderen een Ghanese gemeenschap. Ondertussen is er een zichtbare groep Ghanezen in Gent. Met een erfgoedproject willen we het geheugen van de Ghanese gemeenschap en de ontvangende Oost-Vlaamse en Gentse samenleving opfrissen door de geschiedenis van de gemeenschap en haar link met de regio te onderzoeken.

 

Gekneed als bakker

De Oostendse bakker Desmedt aan het werk in zijn bakkerij, 1945 - 1968. Collectie Bakkerijmuseum.

 

 

Audiovisueel materiaal: Bakkerijmuseum

Aantal interviews: 35

Toegankelijkheid: 

 

In de toekomst wordt de audiovisuele collectie volledig gedigitaliseerd. Ondertussen is onze collectie video’s gedigitaliseerd door meemoo. Wat er allemaal in deze collectie zit, kun je via Het Archief alvast raadplegen.

 

 

Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG) en het Bakkerijmuseum Walter Plaetinck in Veurne startten midden 2010 een interviewproject rond bakkersgeneraties in Vlaanderen.

Medewerkers van beide erfgoedinstellingen interviewden een 35-tal bakkersfamilies (met minstens twee generaties in leven) uit de vijf Vlaamse provincies.

 

Leven als bakker in woord en beeld

Met het project werd er gepolst naar het reilen en zeilen in de bakkerij, in de winkel en het atelier. Ook het samenwerken binnen de familie kwam aan bod, net als het sociale leven van het bakkersgezin. De informatie uit de interviews werd aangevuld met inzichten uit (vak)literatuur.

 

Het eindproduct van de samenwerking was de expo ‘Gekneed als bakker. Bakkersgeneraties en hun geschiedenis’, die liep van 11 juni tot 30 november 2011 in het Bakkerijmuseum. Een kleine brochure begeleidde de expo.

 

Werknemers met bakkerswagens van bakkerij Goossens in Antwerpen
1934. Collectie Patrick Goossens.