Britta Hosman maakte een documentaireserie over misbruik en dwangarbeid in de kloosters van de Goede Herder, waaronder een klooster in Almelo. Ze sprak met voormalige meisjes, zusters en de huidige leiding van de orde. Tijdens haar onderzoek ontdekte ze een verborgen begraafplaats op het terrein van de Goede Herder in Almelo, vergelijkbaar met eerdere vondsten in Ierland en Canada.
Oud-pupillen Lies Vissers, Joke de Smit en R. Riet, die als kinderen opgesloten zaten en moesten werken, eisen nu excuses en compensatie. Hosman onderzoekt samen met hen hun verleden. Van 1860 tot 1978 werden in vijf Nederlandse tehuizen 20.000 meisjes opgevangen. Demografisch onderzoek toont aan dat er in deze tehuizen 2 tot 4 keer meer meisjes stierven dan normaal.
De serie belicht beide kanten van het verhaal, inclusief de reactie van de Goede Herder, die bij erkenning van schuld mogelijk met vele rechtszaken te maken krijgt.
Titel: Brabantia Nostra: een gewestelijke beweging voor fierheid en ‘schoner’ leven 1935-1951
Auteur: Jan van Ousheusden
Uitgever: Stichting Zuidelijk Historisch Contact, Tilburg, 1990
ISBN: 9070641348
Voor zijn proefschrift interviewde Jan van Oudheusden tussen 1987-1989 tien oprichters en leden van Brabantia Nostra. Brabantia Nostra (=ons Brabant) was een Nederlands sociaal-cultureel tijdschrift dat heeft bestaan van 1935 tot 1951. Het tijdschrift zette zich in voor de ontwikkeling van een eigen (Noord-)Brabantse cultuur, die onder meer geïnspireerd was door de Rooms-Katholieke Kerk en de Bourgondische levenswijze.
De volgende personen werden geïnterviewd:
Het project Ooggetuigen van de Gaswinning legt de komende twee jaar (vanaf april 2024) de verhalen van ten minste 100 mensen op video vast. Zo wordt op een unieke manier de recente geschiedenis aan de hand van persoonlijke verhalen verteld. De afgelopen jaren zijn al veel verhalen verzameld. Maar niet eerder zijn de getuigenissen van de inwoners en betrokkenen bij de gaswinning op een systematische en wetenschappelijke wijze vastgelegd. Dit initiatief wordt geleid door onderzoeker Nienke Busscher en geestelijk verzorger Marjo van Bergen. Naar verwachting worden de eerste interviews vanaf april 2024 opgenomen. U kunt dus nog meedoen aan dit project!
Hier kunt vindt u meer informatie over dit project.
En hier kunt u contact opnemen om mee te doen aan de interviews.
Hier is een (NPO-)interview met de leiders van het project.
Ooggetuigen van de Gaswinning is een initiatief van negen organisaties met wortels in Groningen naar een idee van Diepduik Media. Iedere partij brengt eigen expertise in, waardoor de (wetenschappelijke) kwaliteit wordt gegarandeerd. Speciaal voor dit project wordt een stichting opgericht. Zo wordt de onafhankelijkheid geborgd en kan de opbrengst van het project goed en zorgvuldig worden beheerd.
Titel: Tewerkgesteld: Getuigenissen van de Arbeitseinsatz
Auteur: Renske Krimp-Schraven
Uitgever: Boom, Amsterdam, 2024
ISBN: 9789024464913
Over de lotgevallen van de Arbeitseinsatz is maar weinig bekend. Zij werden te werk gesteld in Duitsland. Ze kwamen terug uit ‘het land van de vijand’ met de meest uiteenlopende ervaringen. De een had ondervoed zware graafwerkzaamheden moeten verrichten in de vrieskou en sprak over ‘werken als een slaaf’. Een ander memoreerde dat hij het ‘voor geen goud had willen missen’. Vele mannen maakten zware bombardementen mee en stonden doodsangsten uit in de schuilkelders.
Welke herinneringen gaven de mannen door en waarover zwegen zij liever? Renske Krimp-Schraven sprak tientallen tewerkgestelden en las honderden dagboeken en memoires. Uitendelijk hield zij in totaal 51 interviews. In haar boek Tewerkgesteld brengt ze de ervaringen met de Arbeitseinsatz tot leven en maakt ze duidelijk hoe de Nederlandse samenleving en de mannen zelf met deze pijnlijke geschiedenis zijn omgegaan.
Renske Krimp-Schraven is historicus en werkt als onderzoeker aan een gezamenlijk onderzoeksproject van het Nationaal Comité 4 en 5 mei en het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies over de herinnering van Nederlanders die in het kader van de Arbeitseinsatz werden tewerkgesteld.
Eind jaren ’70 werd in de voormalige Jannink textielfabriek aan de Haaksbergerstraat in Enschede een textielmuseum geopend. Om inzicht te krijgen in de wijze waarop mensen leefden en (samen)woonden in de arbeiderswoningen van Textielstad Enschede in de periode van circa 1900/1920 tot in de jaren 60 werden in 1982 en 1983 een aantal gesprekken met bejaarde textielarbeiders gehouden.
In de interviews is aandacht voor de woning, de woninginrichting en voorzieningen als water en licht, de grote gezinnen, de omgang met elkaar, de armoede, het alcoholgebruik en geweld. Hoofdthema’s waren de drie W’s: Wonen, Werken en Welzijn. Aan de hand van de beschrijvingen werden themakamers in het museum ingericht . De interviews zijn afgenomen door Carla Bruynel, destijds educatief museum medewerker, en Mieke Grobbink, zij liep stage bij het nieuwe museum. De interviews zijn terug te vinden op de website van Erfgoed Enschede.
Toen gewoon, achteraf bijzonder
Henny van Harten-Boers
Uitgever: Stichting landgoed Fraeylemaborg, Slochteren
ISBN: 9789080484603
De oral history van het landgoed Fraeylemaborg in Slochteren. De Fraeylemaborg is nog tot 1972 particulier bewoond, daarna werd het een museum. Daardoor waren er lange tijd nog mensen die uit eigen beleving konden vertellen over het leven op dit historische landgoed. Henny van Harten sprak met leden van de familie, kamermeisjes, pachters en omwonenden. De herinneringen van deze mensen zijn levendig en gedetailleerd en beslaan de periode van 1920 tot 1970.
De titel van het boek is ontleend aan een uitspraak van Louise Thomassen à Thuessink van der Hoop van Slochteren (1915-2008): ,,We vonden het altijd heel gewoon, maar achteraf besef je: nou, dat was toch wel bijzonder!”
Oudere Indonesiërs en Chinees-Indonesiërs in Yogyakarta
Het kunstproject Indonesische Portretten van Martin van den Oever, Petra Timmer en Jos Janssen is tot stand gekomen in het kader van het onderzoeksprogramma Van Indië tot Indonesië van het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies. Het bestaat uit twee delen. Dit deel bestaat uit interviews met oudere Indonesiërs in Yogyakarta, die Nederlands hebben geleerd tijdens de koloniale tijd.
De interviews gaan in op gebeurtenissen en ervaringen in de jaren 1920 – 2006.
Er wordt voornamelijk over Nederland en Indonesië gesproken. Thema’s zijn o.a. Tweede Wereldoorlog, Japanse bezetting, angst, band met de Nederlandse taal en Nederland, jeugd, Indonesische revolutie, scholing, Japanse taal.
De collectie is beperkt openbaar. Bij interesse kan contact opgenomen worden met Jos Janssen.
De collectie staat op DV-tapes. Om de interviews duurzaam te bewaren voor de toekomst is digitalisering en overdracht aan een e-depot gewenst.
Wendy Janssen . De vrouwelijke held. In Wim Willems & Jaap de Moor (red.), Het Einde van Indië: Indische Nederlanders tijdens de Japanse bezetting en de dekolonisatie.
Sdu Uitgeverij, 1995
Promotieonderzoek naar identificatieprocessen in een postkoloniale context; een onderzoek naar intergenerationele overdracht bij drie generaties vrouwen met een Indische achtergrond.
Wendy Janssen was promovendus bij het Belle van Zuylen Instituut voor Multiculturele Genderstudies waar Selma Leydessdorff directeur was. Ze wilde onderzoeken hoe narratieven binnen families worden doorgegeven, en hoe verschillende generaties kijken naar de ontvangst van hun familie in Nederland en de plek van de families in de maatschappij door de jaren heen. Vragen waren o.a.: Hoe word je gezien? Hoe zie je jezelf? En hoe ga je daar mee om?
De interviews gaan in op gebeurtenissen en ervaringen in de jaren 1920 – 1996.
Er wordt voornamelijk over Indonesië en Nederland gesproken. Thema’s zijn o.a. Tweede Wereldoorlog, Indonesische revolutie, aankomst en ontvangst in Nederland, identiteit, Nederlandse maatschappij, positionering, aanpassing.
Beheer: De collectie wordt beheerd door Wendy Janssen.
Behoud: De collectie staat op cassettebandjes. Om de interviews duurzaam te bewaren voor de toekomst is digitalisering en overdracht aan een e-depot gewenst.
Deelstudie 4: ‘Veteranen’
Momenteel in uitvoering door het Nederlands Veteraneninstituut (NLVi)
In deze studie worden verschillende generaties binnen veteranenfamilies gevraagd naar de herinneringen, verhalen en beelden van de Tweede Wereldoorlog die bij hen leven, en hoe zij zelf vrijheid en onvrijheid beleven. Onderzocht wordt hoe herinneringen aan het oorlogsverleden van de (groot)ouder (veteraan) doorwerken in volgende generaties en hoe de collectieve maatschappelijke bekendheid en omgang met een bepaald oorlogsverleden invloed heeft op de herinneringen van de verschillende generaties.
Met de deelstudie Veteranen draagt het Nederlands Veteraneninstituut bij aan het meerjarige onderzoek van het Nationaal Comité 4 en 5 mei, waarbinnen ook andere herinneringsgemeenschappen bevraagd worden.
Het onderzoeksproject ‘Oorlog en vrijheid in drie generaties’ loopt van 2021 tot 2025. Elk jaar worden er een of twee deelstudies uitgevoerd. In elke deelstudie staat een andere herinneringsgemeenschap centraal waarbinnen telkens vijf families worden geïnterviewd. De interviews beslaan drie verschillende generaties, naast de oorlogsgeneratie zelf wordt ook afzonderlijk met representanten uit de tweede en derde generatie gesproken.
Met deze studie wil het comité onderzoeken hoe herinneringen aan het oorlogsverleden van (groot)ouders doorwerkt in volgende generaties en hoe familieverhalen zich in de praktijk vormen.
Heeft de maatschappelijke bekendheid en collectieve omgang met een bepaald oorlogsverleden (bijvoorbeeld erkenning, ontkenning, verzwijgen of desinteresse) invloed op de herinneringen van de verschillende generaties en op de familieverhalen die worden doorgegeven? Beïnvloeden deze oorlogsherinneringen de opvattingen over of de beleving van vrijheid? En hoe positioneren de jongere generaties zich binnen dit herinneringslandschap?
Deelstudies
Deelstudie 1: ‘Arbeidsinzet’
Deelstudie 2: ‘Nederlands-Indië/Indonesië’
Momenteel in uitvoering
Deelstudie 3: ‘Roma en Sinti’
Momenteel in uitvoering
Deelstudie 5: ‘Joodse families’
Momenteel in voorbereiding
Jarenlang lag de nadruk in Herinneringscentrum Kamp Westerbork op de periode 1939 – 1934 en de overgang naar het kamp als interneringskamp. Eind jaren 1990 vindt er een kentering gaande. Het uitgangspunt wordt de gehele geschiedenis van de plek. Er komt onder andere meer aandacht voor de Indische periode 1950 – 1951 en de Molukse periode 1951 – 1971. Ook wordt het steunpunt Gastsprekers (gefinancierd door het ministerie van
VWS) ondergebracht bij het Herinneringscentrum Kamp Westerbork. Sommige gastsprekers zijn geïnterneerde of krijgsgevangene geweest tijdens de Tweede Wereldoorlog in Indonesië. Een deel hiervan heeft objecten die in verschillende kampen zijn gebruikt geschonken aan Herinneringscentrum Kamp Westerbork. Naar aanleiding van die schenkingen zijn zij geïnterviewd over het gebruik van de objecten en hun levensverhalen.
De interviews gaan in op gebeurtenissen en ervaringen in de jaren 1940 – 1950.
Er wordt voornamelijk over Indonesië, Sulawesi, Nederland en Nieuw-Guinea gesproken. Thema’s zijn o.a. Tweede Wereldoorlog, Indonesische revolutie, levensverhaal, verwerkingskunst, interneringskamp, repatriëringskamp, ganzenbord, zeemleer.
Beheer: De collectie wordt beheerd door Herinneringscentrum Kamp Westerbork.
Toegang: De collectie is beperkt openbaar. Voor het gebruik van de interviews voor onderzoeks- en educatieve doeleinden is het noodzakelijk vooraf toestemming aan te vragen bij het Herinneringscentrum Kamp Westerbork.
De transcripten kunnen worden opgestuurd. De interviews zijn enkel op locatie te beluisteren.
Behoud: De collectie is gedigitaliseerd en deels duurzaam opgeslagen bij een e-depot.
Database/inventaris: In ontwikkeling, in 2025 toegankelijk voor publiek
Geluidsdrager: Digitale audiobestanden, vanaf 2010 videobestanden