In het voorjaar van 2015 vierde STUK feest. Al 37,5 jaar begeeft het Leuvense kunstencentrum zich in de artistieke voorhoedes. Een boek (STUK, een geschiedenis 1977-2015; Uitgeverij Hannibal) en een tentoonstelling (Was het nu ’t Stuc, STUC of STUK?; STUK Expozaal) onderstreepten dit tegendraadse jubileum. Tegelijk diende de historische terugblik om even stil te staan en om te kijken, om vervolgens te kiezen voor een nieuwe toekomst als Huis voor Dans, Beeld en Geluid. Toch is zo’n ingrijpende koerswijziging in historisch perspectief allerminst uniek. Zichzelf opnieuw uitvinden zit in het DNA van de organisatie, als een logisch gevolg van de constante zoektocht naar artistieke vernieuwing.
Cultuurhistorica Marleen Brock (KU Leuven) vertelt in dit vlot geschreven boek het verhaal van 37,5 jaar STUK – geen mooi afgerond jubileum, maar even tegendraads als het kunstencentrum zelf. Leuke anekdotes en citaten uit interviews met sleutelfiguren, foto’s, affiches en documenten brengen de rijke geschiedenis tot leven.
Oudere Indonesiërs en Chinees-Indonesiërs in Yogyakarta
Het kunstproject Indonesische Portretten van Martin van den Oever, Petra Timmer en Jos Janssen is tot stand gekomen in het kader van het onderzoeksprogramma Van Indië tot Indonesië van het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies. Het bestaat uit twee delen. Dit deel bestaat uit interviews met oudere Indonesiërs in Yogyakarta, die Nederlands hebben geleerd tijdens de koloniale tijd.
De interviews gaan in op gebeurtenissen en ervaringen in de jaren 1920 – 2006.
Er wordt voornamelijk over Nederland en Indonesië gesproken. Thema’s zijn o.a. Tweede Wereldoorlog, Japanse bezetting, angst, band met de Nederlandse taal en Nederland, jeugd, Indonesische revolutie, scholing, Japanse taal.
De collectie is beperkt openbaar. Bij interesse kan contact opgenomen worden met Jos Janssen.
De collectie staat op DV-tapes. Om de interviews duurzaam te bewaren voor de toekomst is digitalisering en overdracht aan een e-depot gewenst.