Metadatering is essentieel voor de toegang tot oral history collecties en voor het hergebruik van het bronmateriaal van een collectie.
Belangrijke vraag is: Welke metadata moeten precies worden vastgelegd en hoe dat je dat?
Informatie over allerlei achterliggende gegevens van oral history interviews is essentieel voor het samenstellen, beheren en vindbaar zijn van een collectie of interview.
Er zijn globaal vier verschillende onderdelen van de metadata:
Bij oral history verwijzen beschrijvende metadata naar informatie over het interview of het besproken onderwerp.
Technische metadata verwijzen naar de technische informatie waaruit het (digitale) gegevensbestand met het interview bestaat, zoals bestandstype, codec, bestandsgrootte en resolutie.
Administratieve metadata zorgen ervoor dat onderdelen gecategoriseerd en geordend worden. Deze metadata verwijzen naar informatie met betrekking tot zaken als rechtenbeheer.
Structurele metadata verwijzen naar hoe individuele onderdelen zich verhouden tot het geheel. Structurele metadata worden gebruikt om de zoekresultaten op internet of in een intern systeem te beïnvloeden, bijvoorbeeld door het gebruik van labels (tags) om de vindbaarheid te verbeteren.