De bijeenkomst stond in het teken van de ondertekening van een “Memorandum of Understanding” tussen de USC Shoah Foundation en het EHRI, waarmee de toegang tot het grootste oral history-archief, met meer dan 55.000 getuigenissen, verder wordt vergemakkelijkt. De middag bestond uit keynote presentaties, paneldiscussies en een rondetafelgesprek, waarin sprekers reflecteerden op de waarde van getuigenissen en hoe deze kunnen bijdragen aan onderzoek en herinnering.
De workshop benadrukte het belang van oral history als historische bron, maar ook de noodzaak om deze methode meer ruimte te geven in de toekomst. In de Verenigde Staten wordt de waarde van oral history al langer erkend en ondersteund door technologische innovaties, terwijl Nederland nog een inhaalslag moet maken om oral history breder inzetbaar te maken. De snelle ontwikkelingen in transcriptie- en zoektechnologieën bieden echter veel nieuwe mogelijkheden om oral history als krachtige en toegankelijke bron voor onderzoek en herinnering in te zetten.
Robert J. Williams, Executive Director van de USC Shoah Foundation, gaf de keynote speech en sprak over de evolutie van getuigenissen sinds 1945. Hij benadrukte de cruciale rol van getuigenissen bij het documenteren van massale misdaden en genocides. Ook ging hij in op de ethische en praktische vraagstukken rondom het vastleggen en presenteren van dit soort verhalen, en de invloed van technologie op dit proces. Dit vormde de basis voor de verdere discussie: hoe kunnen we getuigenissen gebruiken als betrouwbare historische bron en hun waarde behouden voor toekomstig onderzoek?
Het eerste panel, gemodereerd door Nanci Adler van het NIOD en de UvA, behandelde de lessen die we kunnen trekken uit het luisteren naar ooggetuigenverslagen. Selma Leydesdorff, Emeritus-hoogleraar Oral History en Cultuur aan de Universiteit van Amsterdam, reflecteerde op haar persoonlijke ervaring als tweede generatie overlevende. Ze benadrukte de complexiteit van geheugen en slachtofferschap en wees op de gevaren van politieke invloeden die historische herinneringen vervormen en exclusieve nationale verhalen creëren die collectief lijden verhullen. Lees haar volledige speech hier
Volgens Leydesdorff zijn persoonlijke, menselijke ervaringen essentieel voor het begrijpen van de menselijke dimensie van historische gebeurtenissen. Tony Kushner, James Parkes Professor van Joodse/niet-Joodse relaties aan de Universiteit van Southampton, stelde dat oral history niet alleen persoonlijke verhalen biedt, maar ook helpt om de collectieve herinnering te begrijpen. Er werd een discussie gevoerd over de betrouwbaarheid van oral history als historische bron. Hoewel oral history-interviews soms minder betrouwbaar lijken dan geschreven bronnen, werd opgemerkt dat alle bronnen in wezen subjectief zijn. Het panel concludeerde dat er in de toekomst meer ruimte moet komen voor oral history in zowel onderzoek als onderwijs en dat deze bronnen essentieel zijn voor de menselijke dimensie in ons collectief geheugen.
In het tweede panel, gemodereerd door Karel Berkhoff, Senior Onderzoeker bij het NIOD en Co-Directeur van EHRI, werd de waarde van getuigenissen als bron voor onderzoek en herinnering besproken. Stephen Naron, Directeur van het Fortunoff Video Archief voor Holocaust Getuigenissen, Dienke Hondius, Hoogleraar Geschiedenis aan de Vrije Universiteit Amsterdam, en Gelinada Grinchenko van de Ludwig Maximilian Universiteit van München en de Dnipro Nationale Universiteit in Oekraïne, gaven hun visie op de rol van audiovisuele getuigenissen. Naron benadrukte de rol van technologie, zoals transcripties en digitale archieven, bij het toegankelijk maken van getuigenissen. Hij besprak ook de uitdaging om verschillende oral history-archieven met elkaar te verbinden. Hondius presenteerde haar project “Mapping Hiding Places”, dat locaties in kaart brengt waar mensen zich tijdens de Holocaust en andere massale misdaden verborgen hielden, en benadrukte de waarde van het behoud van deze herdenkingsplaatsen. Grinchenko sprak over de vele lopende opnameprojecten die zich richten op de huidige oorlog in Oekraïne, waarbij zowel geïnterviewden als interviewers vaak direct betrokken zijn bij het conflict, wat de dynamiek van de getuigenissen beïnvloedt. Na het gesprek volgde een vragenronde.
De workshop werd afgesloten met een rondetafelgesprek en een Q&A, waar verschillende sprekers hun visie gaven op nieuwe mogelijkheden voor het betrekken van audiovisuele getuigenissen bij onderzoek en onderwijs. De discussie ging over hoe oral history meer ruimte kan krijgen in het onderwijs en hoe technologie de kwaliteit en impact van deze getuigenissen kan versterken. De recente ontwikkelingen in spraakherkenningsmodellen en AI zijn hier een voorbeeld van. Er werd gesteld dat de toekomst van oral history ligt in het vinden van een balans tussen technologie en menselijke ervaring, waarbij ethische overwegingen en de verhalen van de getuigen centraal staan.
Bij “Sprekende geschiedenis” zien we deze uitdagingen als kansen. De technologische vooruitgang in spraakmodellen, transcriptie- en zoeksoftware, gekoppeld aan de verschuiving naar een meer visueel ingestelde samenleving, bieden ons de mogelijkheid om oral history breder en dieper in te zetten dan ooit tevoren. Het eenvoudiger toegankelijk maken van de getuigenissen uit de USC Shoah Foundation creëert nieuwe mogelijkheden om massale misdaden en hun diepgaande en langdurige impact op de geschiedenis en de samenleving te begrijpen.