menu

5 vragen aan Yvette Kopijn

In onze nieuwe rubriek ‘5 vragen aan’ gaan we in gesprek met interessante mensen, ons netwerk en relaties en duiken we zo de wereld van oral history in en alles wat ermee te maken heeft. Deze maand Yvette Kopijn: oral historian, onderzoeker, erfgoed- en educatiespecialist.

 

1/ Kun je jezelf introduceren?

‘Ik ben geboren op Aruba en ben het kind van een Indische vader en een Nederlandse moeder.  Als onderzoeker ben ik verbonden aan de Amsterdam School for Historical Studies (UvA) waar ik werk aan de voltooiing van mijn promotieonderzoek naar migratie, familie en overlevingskunst in de levensverhalen van drie generaties Javaans-Surinaamse vrouwen.

 

Niet alleen binnen de universiteit, ook daarbuiten houd ik mijn vanuit stichting VerhalenOverLeven bezig met het opsporen en vastleggen van verborgen (levens)verhalen en geschiedenissen van migranten en hun nakomelingen in boeken, publicaties en tentoonstelling. Daarnaast verzorg ik trainingen, workshops, lezingen en verhalensalons op het gebied oral history, interviewen en koloniale geschiedenis.

 

Tot slot ben ik de initiator van het programma Tracing Your Roots, waarin ik jongvolwassenen met wortels in Indië/ Indonesië uitnodig om op zoek te gaan naar hun voorouders en familiegeschiedenis en de verhalen van hun (groot)ouders’.

 

2/ Waarom is oral history methode zo belangrijk en hoe pas jij het toe binnen je werk?

‘Oral history geeft een stem aan groepen in de samenleving wiens stem we nauwelijks horen en ook niet terugvinden in de archieven. Ik focus mij daarbij vooral op de stem van (koloniale) migranten en hun nakomelingen. De eerste generatie is ondertussen op leeftijd en gezien de bijdrage die zij hebben geleverd aan de opbouw van ons land, verdienen zij het dat hun verhalen worden opgetekend’.

 

Een andere kracht van oral history is dat het begrip en empathie opwekt. Zodra we stoppen met praten en oordelen over en beginnen te luisteren naar (koloniale) migranten en hun nakomelingen, maakt dat de geschiedenis invoelbaar. Dat geeft de vertellers de mogelijkheid om letterlijk ‘op verhaal’ te komen en erkenning te krijgen voor hun ervaringen. Dit is een belangrijke voorwaarde om het verleden te verwerken en te helen.  

 

Voor hun nakomelingen is het belangrijk dat zij de verhalen van hun (groot)ouders kennen. Als je weet waar je vandaan komt en op wiens schouders je staat, weet je ook beter wie je bent en kun je vanuit een stevig verankerd zelfbeeld vormgeven aan je eigen toekomst. Ik zet oral history dus vooral in om (koloniale) migrantengemeenschappen – ervaringsgemeenschappen is wellicht een treffender benaming – van binnenuit te versterken’. 

 

3/ Waar ben je momenteel mee bezig?

‘Op het moment werk ik aan de afronding van mijn promotieonderzoek naar migratie, familie en overlevingskunst in de levensverhalen van drie generaties Javaans-Surinaamse vrouwen. Aan de hand van levensverhalen van grootmoeders, moeders en dochters probeer ik de geschiedenis van Javaans-Surinaamse contractarbeid te reconstrueren vanuit een vrouwelijk perspectief.

 

In Nederland is er nauwelijks aandacht voor de geschiedenis van contractarbeid. In die zin is het een verborgen koloniale geschiedenis die ik zichtbaar probeer te maken. Ik hoop mijn proefschrift dit najaar te verdedigen. Met het uitkomen ervan hoop ik een bijdrage te leveren aan het huidige debat rondom ons gedeelde slavernij- en koloniale verleden. Hield gebonden arbeid ten behoeve van de opbouw van de Nederlandse staat inderdaad op bij de afschaffing van de slavernij? Dat is een vraag die ik op wil werpen’.

 

4/ Met het initiatief ‘Tracing Your Roots’ krijgen de jongeren met wortels in Indië/Indonesië de kans om antwoorden te vinden over hun afkomst en identiteit. Kun je iets meer vertellen over dit project? 

‘In dit programma brengen we jongeren met wortels in Indië/ Indonesië in contact met hun voorouders en familiegeschiedenis via workshops en gastlessen. De lessen worden gegeven door experts uit onze eigen gemeenschappen. Deelnemers leren stamboomonderzoek doen in de archieven en waar deze tekort schieten in gesprek te gaan met (groot)ouders om zo de mondelinge familiegeschiedenis op te sporen en vast te leggen. Tracing Your Roots is een programma dat erop gericht is om het zogenaamde Indisch Zwijgen te doorbreken en het gesprek tussen generaties (weer) op gang te brengen. De deelnemers leren vooral hoe te vragen naar een verleden dat zo omgeven is door trauma, ontheemding en verlies, zonder dat de verteller in stukjes uiteenvalt. Het gaat er niet om het verleden zomaar op te rakelen. Het verleden, met respect voor wat een verteller wel en niet kan en wil vertellen, mag gedeeld worden zodat er ruimte ontstaat voor verbinding en daarmee voor heling’. 

 

5/ Zijn er nog leuke plannen of projecten in 2023 die je met ons wilt delen? 

‘Het hoogtepunt dit jaar wordt hopelijk toch wel het delen van mijn promotieonderzoek met de rest van de wereld! Ik wil aankomend jaar daarom bijzondere aandacht schenken aan de Javaans-Surinaamse gemeenschap, met een rondleiding & verhalensalon op 26 februari in de randprogrammering van de tentoonstelling ‘Mens op Zee’. In deze tentoonstelling is o.a. het migratieverhaal te zien van Satijem Martosentiko. Een van de vrouwen die ik sprak voor mijn promotieonderzoek, die in 1924 als contractarbeidster met de ss. Simaloer de oversteek maakte van Java naar Suriname. Dit besloten event wordt opgevolgd door een publieksmiddag rond Javaanse contractarbeid op 2 april in het Scheepvaartmuseum.

 

Met Tracing Your Roots zal ik in het voorjaar samenwerken het Haags Historisch Museum en het Drents Museum. In het najaar hoop ik met een Javaans-Surinaamse editie het Nationaal Archief aan te doen, gevolgd door een editie voor jongeren met wortels in Indië/Indonesië.

 

Daarnaast ligt het idee voor een volgend boek alweer klaar waarin ik in mijn eigen familiegeschiedenis induik! Ik ga op zoek naar het verhaal van mijn Indische opa en andere Indische jongens van zijn generatie die na overlijden van hun Hollandse vader bij hun Javaanse of Indische moeder werden weggehaald en in kindertehuizen werden gestopt. Reden hiervoor was dat hun moeder hen geen ‘gedegen Hollandse’ opvoeding zou kunnen geven. Weer een andere verborgen koloniale geschiedenis die het verdiend verteld te worden’!

 

Volg Yvette via LinkedIn 

 

5 vragen aan Dr. Arjan van Hessen

In onze nieuwe rubriek ‘5 vragen aan’ gaan we in gesprek met interessante mensen uit ons netwerk en experts en duiken we zo de wereld van oral history in en alles wat ermee te maken heeft. We trappen af met Dr. Arjan van Hessen die nauw betrokken is bij de techniek die voor oral history wordt gebruikt.

 

Dr. Arjan van Hessen /  Informatica – Universiteit TwenteGeesteswetenschappen – Universiteit UtrechtTelecom – Telecats

 

1/ Kun je jezelf kort introduceren?
‘Ik ben actief betrokken bij zowel het gebruik als de ontwikkeling van moderne spraaktechnologie vanuit de Universiteit Twente (in samenwerking met de Radboud Universiteit) en het bedrijf Telecats uit Enschede. Daarnaast ben ik ook stuurgroeplid van ‘Sprekende geschiedenis’. Ik houd me bezig met techniek die voor de transcriptie van gesproken documenten (zoals bij oral history) wordt gebruikt en met de ontwikkeling van betere dialogen in de telecom-wereld.  Daarnaast heb ik tot recent in het bestuur gezeten van Nederlandse Infrastructuurprojecten voor de Geesteswetenschap: CLARIN en CLARIAH (namens de Universiteit Utrecht)’.

 

2/ Wat is je expertise?
‘Mijn expertise is de combinatie van nieuwe en bestaande technologie bij het verbeteren en ontwikkelen van automatische spraakherkenning (omzetten van gesproken woord in tekst). Hoewel ik ongetwijfeld niet “de expert” ben op elk afzonderlijk gebied, ben ik goed in staat om op alle verschillende velden adequaat mee te praten’.

 

3/ Waar ben je momenteel mee bezig?
‘Op dit moment ben ik bezig met de implementatie en het gebruik van de nieuwste spraakherkenner Whisper. Die presteert veel beter dan de huidige KALDI-herkenner. Als het lukt om Whisper goed en voor iedereen beschikbaar draaiend te krijgen, is er alweer een enorme stap genomen’.

 

4/ Voor het Knooppunt ‘Sprekende geschiedenis’ heb je een tool ontwikkeld genaamd Labelmaker. Kun je daar iets meer over vertellen?

‘LabelMaker is een eenvoudige tool waarmee tekstfragmenten uit ondertitelfiles een label kunnen krijgen. Die labels worden gaandeweg samengesteld door projectteams van oral history projecten. Op die manier wordt het erg eenvoudig om snel een groot aantal audiovisuele bestanden van labels te voorzien. Als de labels zijn toegevoegd aan het bestand, kunnen die ingelezen worden en krijg je een overzicht van alle tekstfragmenten en bijbehorende labels.

Op dit moment moet de software op je computer geïnstalleerd worden, dat is het enige nadeel. Niet alle computers zijn namelijk in eigen beheer en je moet dan toestemming vragen (en krijgen) om het te mogen installeren.’

 

 

5/ De ambitie is om er een web based versie van te maken die door oral historians gebruikt kan worden. Hoe verloopt dit en heb je enig idee wanneer dit af zal zijn?
‘Ik ben nu bezig om te zien of er ook een webversie (het programma kun je direct via een webbrowser gebruiken) van LabelMaker gemaakt kan worden waarmee wel hetzelfde gedaan kan worden als met de stand-alone programma’s. Het lijkt wel te gaan lukken en ik hoop dat het eind februari klaar is’.

 

Volg Arjan via LinkendIn