menu
Geef een of meerdere zoektermen op.
Gebruik dubbele aanhalingstekens om in de exacte woordvolgorde te zoeken.

Een oral history interview over ‘oral history’ met Tim Debroyer

Onze stagiair Liesbeth Knaeps (Open Universiteit) interviewde Tim Debroyer over zijn masterthesis over Tuberculose en het leven in een sanatorium. Zij vroeg hem naar zijn ervaringen met mondelinge geschiedenis en welke adviezen hij zou geven aan iemand die een oral history project wil beginnen. Zo werd het een oral history interview over oral history.

 

In dit artikel doet Liesbeth verslag van het interview.

Een oral history interview. Hoe begin je daar nu aan? We delen alvast een paar tips en tricks die uit het interview met Tim Debroyer naar boven kwamen, alle tips lees je terug in het interview.

 

  • Bereid je goed voor. Lees jezelf goed in op voorhand. Als je een ooggetuige gaat interviewen over een bepaalde gebeurtenis, is het belangrijk dat je zelf al iets weet over de geschiedenis hiervan. Zo kan je tijdens het interview goede en gerichte vragen stellen. Stel voor je interviews een lijst op met topics of onderwerpen waarover je vragen wil stellen.

 

  • Bereid je voor op gevoelige onderwerpen. Een oral history interview kan voor een geïnterviewde ooggetuige zeer confronterend werken, waarin de impact van een bepaalde gebeurtenis op zijn of haar leven duidelijker kan worden. Dit kan gaan over ziekte in het algemeen of over traumatische gebeurtenissen. Je moet m.a.w. goed op de hoogte zijn van wat de gevoeligheden kunnen zijn.

 

  • Probeer mensen te zoeken met een divers profiel. Het is heel uniek dat je, door de interviews te bewaren, je eigen bronnen gaat construeren. Daarom is het belangrijk dat je een zo’n divers mogelijk beeld over een onderwerp geeft. Ga dus op zoek naar mensen van verschillende generaties, gender, sociale achtergrond, enz.

 

  • Het is belangrijk om als interviewer te leren om te zwijgen. Hoe moeilijk het ook is om als interviewer te zwijgen, blijf zoveel mogelijk op de achtergrond. Stel je vragen zo kort en bondig mogelijk. Het is als interviewer jouw taak om de ooggetuige zoveel mogelijk aan het woord te laten. 

 

  • Tijdens een interview ben je echter nooit een neutrale observator. Een interview is een interactie tussen twee personen. Wees dus bewust van je positie als interviewer. Zorg ervoor dat je de geïnterviewde niet te veel beïnvloed. Probeer eerder in zijn of haar mindset te geraken en zijn of haar levensverhaal te volgen.

 

  • Zorg voor een geïnformeerde toestemming. Na het interview is het belangrijk dat je toestemming vraagt aan de geïnterviewde voor het gebruik van de opname. Wat hier nu juist de bedoeling van is en hoe het gebruikt wordt, leg je uiteraard wel uit. Daarin zijn twee vragen belangrijk. Wil je anoniem blijven? En mag het bewaard worden voor later onderzoek?

 

Meer tips en het volledige interview lees je hier

 

 

Tim Debroyer behaalde in 2021 zijn Master in de Geschiedenis aan de KU Leuven met een masterproef over de geschiedenis van tuberculose in België na de Tweede Wereldoorlog.

5 vragen aan Dr. Susan Hogervorst

In onze nieuwe rubriek ‘5 vragen aan’ gaan we in gesprek met interessante mensen, ons netwerk en relaties en duiken we zo de wereld van oral history in en alles wat ermee te maken heeft. Deze maand Susan Hogervorst; universitair docent cultuurgeschiedenis aan de Open Universiteit. Daarnaast is ze als docent verbonden aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

 

1/ Kun je jezelf (kort) introduceren?

‘Ik ben universitair docent cultuurgeschiedenis aan de Open Universiteit (OU). Sinds kort geef ik ook een aantal vakken aan de VU in Amsterdam. Voorheen heb ik de OU lange tijd gecombineerd met een aanstelling als docent en onderzoeker aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam, waar ik ook heb gestudeerd en ben gepromoveerd’.

 

2/ Wat is je expertise?  

‘Ik ben gespecialiseerd in de omgang met het verleden, bijvoorbeeld in herdenkingen, monumenten en historische musea. Ik ben me steeds meer gaan richten op de ooggetuige als historische bron. Het wegvallen van de ooggetuigengeneratie van de Tweede Wereldoorlog heeft tot talloze interviewprojecten en –collecties geleid, die met allerlei technologische middelen beschikbaar en doorzoekbaar worden gemaakt. Die veranderingen en de effecten daarvan ben ik gaan volgen en op verschillende manieren gaan onderzoeken, bijvoorbeeld door geschiedenisleraren in opleiding met een video-interviewcollectie te laten werken en te interviewen over hun bevindingen. Of door de gebruikersstatistieken van een online-interviewcollectie uit te pluizen om te weten te komen welke onderwerpen, sprekers en fragmenten het meest en minst bekeken worden. De laatste jaren richt ik me steeds meer op oral history theorie en methoden’.  

 

3/ Waar ben je momenteel mee bezig?

‘Binnenkort ga ik naar een congres in Duitsland waarin ik samen met Vincent Baptist (EUR) een studie presenteer over gentrificatie en historische authenticiteit, gebaseerd op wandel-interviews in de Rotterdamse wijk Katendrecht. Daar heb ik heel veel zin in.

 

Verder ben ik een handboek aan het schrijven over oral history. Als alles goed gaat verschijnt het dit voorjaar 2024 bij Amsterdam University Press. Ik doe dat samen met Marloes Hülsken van de Radboud Universiteit. Het wordt een praktisch boek gericht op de Nederlandstalige praktijk, mèt de nodige theoretische achtergronden om in elke stap van het interviewproces weloverwogen keuzes te kunnen maken. En ook gaan we uitgebreid in op het gebruiken van bestaande interviewcollecties, want daarvan zijn er steeds meer.

 

En ik heb net een nieuw project gefinancierd gekregen over de sociale, culturele, economische en ecologische doorwerking van het verleden in de voormalige wingewesten in Limburg en Groningen. Twee postdoc-onderzoekers gaan interviews doen in de oostelijke mijnstreek en in Gronings aardgasgebied. En daar betrekken we al in een vroeg stadium mogelijke ‘eindgebruikers’ van de interviewcollecties bij, zoals het Nationaal Mijnmuseum en het Sociaal Historisch Centrum Limburg. Zo zijn onze interviews ook voor andere onderzoekers bruikbaar en toegankelijk voor een breder publiek’.

 

4/ Je bent als redacteur verbonden aan het Tijdschrift voor Geschiedenis, waar je regelmatig schrijft over actuele thema’s of gebeurtenissen. In een van de commentaren schreef je dat we de term ‘oral history’ zouden moeten afschaffen. Kun je dit uitleggen en is je kijk hierop veranderd?

‘Ha, ja ik snap dat die uitspraak wat vreemd oogt, zeker zonder context. Ik scheef dat het merkwaardig was dat we geschiedschrijving op basis van archiefonderzoek geen written history of schriftelijke geschiedenis noemen. Door geschiedschrijving gebaseerd op interviews ‘oral history’ te noemen maak je bijzonder wat eigenlijk tot het standaard methodologische arsenaal van elke historicus (m/v/x/) zou moeten behoren. Afhankelijk van je onderwerp en je onderzoeksvraag kies je immers passende bronnen en een passende methode, en dat kan interviewen zijn (of gebruik maken van bestaande interviews). Oral history is dus gewoon history, of zou dat moeten zijn. Helaas wordt oral history maar aan een enkele universiteit gedoceerd, en dan vaak als keuzevak. Mijn uitspraak was vooral bedoeld om aan het denken te zetten. En dat lijkt dus gelukt!’  

 

5/ Je bent lid van de werkgroep Oral History van het Huizinga Instituut, kun je hier iets meer over vertellen en wat staat er op de planning de komende tijd?  

Het Huizinga Instituut is de landelijke onderzoeksschool voor promovendi en researchmasterstudenten op het gebied van cultuurgeschiedenis. Er zijn werkgroepen rond allerlei thema’s waarin promovendi en studenten met meer gevorderde onderzoekers lopend onderzoek en actuele ontwikkelingen rond het vak bespreken. De oral history werkgroep bestaat al heel lang, voorheen gecoördineerd door Selma Leydesdorff, die toen hoogleraar Oral history and culture was aan de Universiteit van Amsterdam. Na haar pensioen namen Dienke Hondius (Vrije Universiteit), Barbara Henkes (Rijksuniversiteit Groningen) en ik de coördinatie over. Om het jaar geven we een oral history cursus voor promovendi en studenten. En ongeveer elke twee maanden organiseren we een bijeenkomst, online of in Utrecht. Die bijeenkomsten zijn open voor iedereen die met oral history bezig is, niet alleen voor promovendi, en ook niet alleen voor onderzoekers verbonden aan een universiteit. We hebben een lezing gehad van Stef Scagliola over het hergebruiken van bestaande interviewcollecties, en de voorlaatste bijeenkomst ging over het oral history onderwijs aan de universiteiten. Afgelopen vrijdag sprak onderzoeker Annelot Hoek over haar onderzoek naar de dekolonisatie van Indonesië. Meer informatie over de bijeenkomsten en aanmelden kan op onze website’.

 

Volg Susan op LinkedIn