In onze rubriek ‘5 vragen aan’ gaan we in gesprek met interessante mensen en duiken we zo het werkveld van oral history in en alles wat ermee te maken heeft. Deze maand een waardevol gesprek met Marie Claire Dangerfield die haar kennis en tips met ons deelt vanuit haar functie als Specialist Informatiebeheer bij het Stadsarchief Rotterdam.
“Ik ben geboren en getogen in Ierland en mijn passie voor mijn werk komt voort uit het streven om mensen dichter bij hun geschiedenis te brengen en oral history is een fantastische methode om dat te bereiken. Sinds 2012 woon ik in Nederland, mijn eerste baan was bij Stichting Europeana in Den Haag en sinds 2015 werk ik voor het Stadsarchief Rotterdam als Expert Informatiebeheer. In mijn werk in Rotterdam heb ik me beziggehouden met de vraag hoe we mensen dichter bij het archief kunnen brengen, of dat nu is door het ondersteunen van community archiefprojecten, bevorderen van oral history of stimuleren van technologische ontwikkelingen”.
“Mijn expertise ligt met name in het stimuleren en bevorderen van de praktische werkwijzen voor erfgoedpraktijken. Denk aan het combineren van de juridische en technische behoeften van archieven en de behoeften van o.a. community-/oral history-projecten en hoe die elkaar kunnen versterken en ondersteunen. Dit kwam samen in het project ‘Stories in Motion’ met Norah Karrouche en Marjan Beijerings. Dit project richtte zich op het bieden van de tools aan de mensen die bezig waren om een oral history project op te zetten. Dus vanaf het idee, de initiatie, het interviewen, de transcripties en uiteindelijk het overdragen aan een archief. Zo heb ik geholpen bij het maken van sjablonen voor zowel toestemmingsformulieren voor geïnterviewden en onderzoekers (zodat alle interviews als data kunnen worden gebruikt) als voor metadata (zodat ze toegankelijker en beter vindbaar zijn in een database)”.
“Ik vond het altijd fascinerend om te zien hoe mensen zich verbinden met de maatschappij om hen heen en mede hierdoor besloot ik Folklore en Sociologie te gaan studeren aan het University College Dublin (UCD). Geïnspireerd door het gebruik van het fantastische folklore-archief aan UCD tijdens mijn Bachelors, zette ik mijn koers op het behalen van een Master in Archives and Records Management ook bij UCD, in de hoop dat ik mensen zou kunnen helpen met het vastleggen en delen van hun verhalen en identiteit(ten). Toen ik afgestudeerd was, werkte ik voor een landelijk oral history project dat zich inzette voor het belang van de GAA (Gaelic Athletic Association), een landelijke sportorganisatie in Ierland. Zo ben ik, naast de folkloreverzamelingen in mijn studie, in aanraking gekomen met oral history, en vind ik het nog steeds een geweldig verbindingsmiddel dat nieuwe perspectieven binnen de hedendaagse geschiedenis laat zien en een belangrijke aanvulling vormt op de archiefbronnen”.
“Ierland is in zijn huidige staat een relatief nieuw land (de Irish Free State is gesticht in 1922 en onafhankelijk geworden in 1949). Bij het dekoloniseren van de Ierse geschiedenis was oral history een belangrijk hulpmiddel voor het vastleggen van de eigen verhalen en identiteiten. Oral history blijft populair, vooral waar mensen het gevoel hebben dat hun geschiedenis als minder belangrijk wordt gezien. Ik denk dat de populariteit van oral history in Ierland vanuit een bottom-up perspectief is ontstaan, toen en nu. Er zijn veel groepen die hun eigen projecten initiëren en er zijn in Ierland meer educatieve mogelijkheden in oral history voor allerlei mensen op verschillende niveaus. Veel bibliotheken in Ierland faciliteren het verzamelen en bijhouden van deze projecten, waardoor de projecten en praktijken toegankelijker worden. De Oral History Association of Ireland, waar ik nog steeds lid van ben, promoot oral history vanuit een bottom-up approach. Dit werkt erg goed en is zeer versterkend en ik denk dat ‘Sprekende geschiedenis’ dit heel goed zou kunnen voortzetten in de Nederlandstalige gebieden”.
“Een archief is geen bibliotheek of museum, het is niet een plek waar je zomaar naartoe gaat en daarom staat het misschien niet op de kaart van mensen of denken ze dat het archief niet voor hen is. Vaak wordt het gezien als een plek waar oude objecten en documenten worden bewaard. Het duidelijk maken wat een rol van een archief is en welke rol het speelt in een stad is het eerste wat nodig is om te doen. Als dat gelukt is, is het gemakkelijker om uit te leggen waarom mensen hun materiaal aan een archief zouden willen overdragen. Als mensen begrijpen dat wij hun materiaal en bijdragen waarderen, staan ze veel meer open voor samenwerking met het archief en wordt het gemakkelijker om hen bij het archief te betrekken.
Het is natuurlijk een langetermijnproces, dat weerspiegeld wordt in de missie/visie van het archief, het acquisitiebeleid en het werk dat het acquisitieteam doet. Voor mij is het nuttig geweest om met andere partijen in de stad samen te werken, zoals DIG IT UP, omdat zij een breder netwerk en andere contacten hebben die groepen meer vertrouwen dan een overheidsinstantie. Om verschillende groepen communities te betrekken werkt het beste om naast samenwerken, duidelijke kaders en tools aan te bieden, zodat ze niet voor elk project het wiel opnieuw hoeven uit te vinden. Maar ook in gesprek gaan met communities over hoe ze willen dat hun materiaal gedeeld wordt maakt ons werk een stuk toegankelijker en transparanter”.
Op het Forum ‘Sprekende geschiedenis’ geeft Marie Claire praktische en handige tips voor als je vanuit een vereniging of community je oral history materiaal bij een archief wilt onderbrengen. Bekijk de tips hier, en praat mee!
Fotocredit: NRC
In Nederland wordt elk jaar op 1 juli de afschaffing van de slavernij herdacht en de vrijheid gevierd. Ongeveer 150 jaar geleden kwam er een einde aan de slavernij in Suriname en de Nederlandse Antillen, die toen koloniën van Nederland waren. Het vieren van Keti Koti is belangrijk voor de maatschappij, omdat het ons herinnert aan het verleden, ons inspireert voor de toekomst en ons aanzet tot actie in de strijd tegen ongelijkheid en racisme.
Door heel Nederland worden allerlei activiteiten georganiseerd, we hebben er een aantal op de rij gezet:
Keti Koti, Amsterdam
Het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee) organiseert voor de 21ste keer op zaterdag 1 juli de jaarlijkse Nationale Herdenking Nederlands Slavernijverleden van 14.00 uur tot 15.15 uur in het Oosterpark in Amsterdam. De Nationale Herdenking is tevens de officiële start van het Herdenkingsjaar Slavernijverleden en wordt bijgewoond door een afvaardiging van het kabinet. Het Keti Koti Festival, waar feestelijk wordt stilgestaan bij de afschaffing van de slavernij in Suriname en het Caribisch deel van het Koninkrijk, vindt dit jaar plaats op het Museumplein in Amsterdam. Meer informatie via link.
Keti Koti Festival Utrecht
Een middag vol verbinding, optredens en eten tijdens het Keti Koti Festival in Utrecht. Het festival verwelkomt op zaterdag 1 juli vanaf 14:00 uur iedereen in het Griftpark, gelegen in het hart van Utrecht.
Keti Koti Haarlem
Stichting Keti Koti Haarlem en het Frans Hals Museum bundelen hun krachten en organiseren Keti Koti Haarlem, een dynamisch evenement in het kader van Koloniaal Haarlem op 1 juli op locatie Hof in het museum, compleet met muziek, workshops, hapjes en culturele uitwisseling. Het evenement vindt plaats van 15:00 tot ongeveer 20:00 uur en is gratis te bezoeken.
Filmhuis Den Haag, Den Haag
In samenwerking met Pepr, het Nederlandse streamingplatform voor films van zwarte makers en verhalen uit de Afrikaanse diaspora, en het Huis van Gedichten, presenteert Filmhuis Den Haag een uiteenlopend dag- en avondprogramma vol aangrijpende films en inspirerende spoken word, van 10:45 tot 22:40 uur. Informatie over tickets en prijzen zijn hier te vinden.
Keti Koti Festival, Rotterdam
Op 30 juni is de herdenking en het bevrijdingsfeest wordt gevierd op 1 juli met een Keti Koti Festival. In Rotterdam staat het monument ter herdenking van de slavernij aan de Lloydkade, op de plek waar schepen van de Rotterdamse slavenhandelsmaatschappij Coopstad en Rochussen vertrokken naar Afrika. Het programma vind je hier.
Spot, Groningen
Op zaterdag 1 juli viert Groningen met Keti Koti de afschaffing van de slavernij. Op die dag verandert de binnenstad van Groningen in een groot festivalterrein. Op allerlei locaties worden bijzondere activiteiten georganiseerd in het kader van het slavernijverleden van Groningen en de doorwerking daarvan op het heden. Meer informatie via de website van Spot Groningen.
Uitgelicht: Oral History
Op vrijdag 30 juni vindt in het stadhuis van Nijmegen een Keti-Koti lezing en Herdenking plaats met oral histories over o.a. onderdrukking, verminking en culturele ontworteling, met een lezing van Rose Mary Allen (University of Curaçao): ‘Naar een meerstemmig perspectief op het Nederlandse slavernijverleden, de doorwerking en de heling‘.
Meer tips en het volledige interview lees je hier.
Tim Debroyer behaalde in 2021 zijn Master in de Geschiedenis aan de KU Leuven met een masterproef over de geschiedenis van tuberculose in België na de Tweede Wereldoorlog.
In het pdf-document vind je het verslag van de expertmeeting.
‘Ik ben universitair docent cultuurgeschiedenis aan de Open Universiteit (OU). Sinds kort geef ik ook een aantal vakken aan de VU in Amsterdam. Voorheen heb ik de OU lange tijd gecombineerd met een aanstelling als docent en onderzoeker aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam, waar ik ook heb gestudeerd en ben gepromoveerd’.
‘Ik ben gespecialiseerd in de omgang met het verleden, bijvoorbeeld in herdenkingen, monumenten en historische musea. Ik ben me steeds meer gaan richten op de ooggetuige als historische bron. Het wegvallen van de ooggetuigengeneratie van de Tweede Wereldoorlog heeft tot talloze interviewprojecten en –collecties geleid, die met allerlei technologische middelen beschikbaar en doorzoekbaar worden gemaakt. Die veranderingen en de effecten daarvan ben ik gaan volgen en op verschillende manieren gaan onderzoeken, bijvoorbeeld door geschiedenisleraren in opleiding met een video-interviewcollectie te laten werken en te interviewen over hun bevindingen. Of door de gebruikersstatistieken van een online-interviewcollectie uit te pluizen om te weten te komen welke onderwerpen, sprekers en fragmenten het meest en minst bekeken worden. De laatste jaren richt ik me steeds meer op oral history theorie en methoden’.
‘Binnenkort ga ik naar een congres in Duitsland waarin ik samen met Vincent Baptist (EUR) een studie presenteer over gentrificatie en historische authenticiteit, gebaseerd op wandel-interviews in de Rotterdamse wijk Katendrecht. Daar heb ik heel veel zin in.
Verder ben ik een handboek aan het schrijven over oral history. Als alles goed gaat verschijnt het dit voorjaar 2024 bij Amsterdam University Press. Ik doe dat samen met Marloes Hülsken van de Radboud Universiteit. Het wordt een praktisch boek gericht op de Nederlandstalige praktijk, mèt de nodige theoretische achtergronden om in elke stap van het interviewproces weloverwogen keuzes te kunnen maken. En ook gaan we uitgebreid in op het gebruiken van bestaande interviewcollecties, want daarvan zijn er steeds meer.
En ik heb net een nieuw project gefinancierd gekregen over de sociale, culturele, economische en ecologische doorwerking van het verleden in de voormalige wingewesten in Limburg en Groningen. Twee postdoc-onderzoekers gaan interviews doen in de oostelijke mijnstreek en in Gronings aardgasgebied. En daar betrekken we al in een vroeg stadium mogelijke ‘eindgebruikers’ van de interviewcollecties bij, zoals het Nationaal Mijnmuseum en het Sociaal Historisch Centrum Limburg. Zo zijn onze interviews ook voor andere onderzoekers bruikbaar en toegankelijk voor een breder publiek’.
‘Ha, ja ik snap dat die uitspraak wat vreemd oogt, zeker zonder context. Ik scheef dat het merkwaardig was dat we geschiedschrijving op basis van archiefonderzoek geen written history of schriftelijke geschiedenis noemen. Door geschiedschrijving gebaseerd op interviews ‘oral history’ te noemen maak je bijzonder wat eigenlijk tot het standaard methodologische arsenaal van elke historicus (m/v/x/) zou moeten behoren. Afhankelijk van je onderwerp en je onderzoeksvraag kies je immers passende bronnen en een passende methode, en dat kan interviewen zijn (of gebruik maken van bestaande interviews). Oral history is dus gewoon history, of zou dat moeten zijn. Helaas wordt oral history maar aan een enkele universiteit gedoceerd, en dan vaak als keuzevak. Mijn uitspraak was vooral bedoeld om aan het denken te zetten. En dat lijkt dus gelukt!’
‘Het Huizinga Instituut is de landelijke onderzoeksschool voor promovendi en researchmasterstudenten op het gebied van cultuurgeschiedenis. Er zijn werkgroepen rond allerlei thema’s waarin promovendi en studenten met meer gevorderde onderzoekers lopend onderzoek en actuele ontwikkelingen rond het vak bespreken. De oral history werkgroep bestaat al heel lang, voorheen gecoördineerd door Selma Leydesdorff, die toen hoogleraar Oral history and culture was aan de Universiteit van Amsterdam. Na haar pensioen namen Dienke Hondius (Vrije Universiteit), Barbara Henkes (Rijksuniversiteit Groningen) en ik de coördinatie over. Om het jaar geven we een oral history cursus voor promovendi en studenten. En ongeveer elke twee maanden organiseren we een bijeenkomst, online of in Utrecht. Die bijeenkomsten zijn open voor iedereen die met oral history bezig is, niet alleen voor promovendi, en ook niet alleen voor onderzoekers verbonden aan een universiteit. We hebben een lezing gehad van Stef Scagliola over het hergebruiken van bestaande interviewcollecties, en de voorlaatste bijeenkomst ging over het oral history onderwijs aan de universiteiten. Afgelopen vrijdag sprak onderzoeker Annelot Hoek over haar onderzoek naar de dekolonisatie van Indonesië. Meer informatie over de bijeenkomsten en aanmelden kan op onze website’.
Volg Susan op LinkedIn
‘Ik ben geboren op Aruba en ben het kind van een Indische vader en een Nederlandse moeder. Als onderzoeker ben ik verbonden aan de Amsterdam School for Historical Studies (UvA) waar ik werk aan de voltooiing van mijn promotieonderzoek naar migratie, familie en overlevingskunst in de levensverhalen van drie generaties Javaans-Surinaamse vrouwen.
Niet alleen binnen de universiteit, ook daarbuiten houd ik mijn vanuit stichting VerhalenOverLeven bezig met het opsporen en vastleggen van verborgen (levens)verhalen en geschiedenissen van migranten en hun nakomelingen in boeken, publicaties en tentoonstelling. Daarnaast verzorg ik trainingen, workshops, lezingen en verhalensalons op het gebied oral history, interviewen en koloniale geschiedenis.
Tot slot ben ik de initiator van het programma Tracing Your Roots, waarin ik jongvolwassenen met wortels in Indië/ Indonesië uitnodig om op zoek te gaan naar hun voorouders en familiegeschiedenis en de verhalen van hun (groot)ouders’.
‘Oral history geeft een stem aan groepen in de samenleving wiens stem we nauwelijks horen en ook niet terugvinden in de archieven. Ik focus mij daarbij vooral op de stem van (koloniale) migranten en hun nakomelingen. De eerste generatie is ondertussen op leeftijd en gezien de bijdrage die zij hebben geleverd aan de opbouw van ons land, verdienen zij het dat hun verhalen worden opgetekend’.
Een andere kracht van oral history is dat het begrip en empathie opwekt. Zodra we stoppen met praten en oordelen over en beginnen te luisteren naar (koloniale) migranten en hun nakomelingen, maakt dat de geschiedenis invoelbaar. Dat geeft de vertellers de mogelijkheid om letterlijk ‘op verhaal’ te komen en erkenning te krijgen voor hun ervaringen. Dit is een belangrijke voorwaarde om het verleden te verwerken en te helen.
Voor hun nakomelingen is het belangrijk dat zij de verhalen van hun (groot)ouders kennen. Als je weet waar je vandaan komt en op wiens schouders je staat, weet je ook beter wie je bent en kun je vanuit een stevig verankerd zelfbeeld vormgeven aan je eigen toekomst. Ik zet oral history dus vooral in om (koloniale) migrantengemeenschappen – ervaringsgemeenschappen is wellicht een treffender benaming – van binnenuit te versterken’.
‘Op het moment werk ik aan de afronding van mijn promotieonderzoek naar migratie, familie en overlevingskunst in de levensverhalen van drie generaties Javaans-Surinaamse vrouwen. Aan de hand van levensverhalen van grootmoeders, moeders en dochters probeer ik de geschiedenis van Javaans-Surinaamse contractarbeid te reconstrueren vanuit een vrouwelijk perspectief.
In Nederland is er nauwelijks aandacht voor de geschiedenis van contractarbeid. In die zin is het een verborgen koloniale geschiedenis die ik zichtbaar probeer te maken. Ik hoop mijn proefschrift dit najaar te verdedigen. Met het uitkomen ervan hoop ik een bijdrage te leveren aan het huidige debat rondom ons gedeelde slavernij- en koloniale verleden. Hield gebonden arbeid ten behoeve van de opbouw van de Nederlandse staat inderdaad op bij de afschaffing van de slavernij? Dat is een vraag die ik op wil werpen’.
‘In dit programma brengen we jongeren met wortels in Indië/ Indonesië in contact met hun voorouders en familiegeschiedenis via workshops en gastlessen. De lessen worden gegeven door experts uit onze eigen gemeenschappen. Deelnemers leren stamboomonderzoek doen in de archieven en waar deze tekort schieten in gesprek te gaan met (groot)ouders om zo de mondelinge familiegeschiedenis op te sporen en vast te leggen. Tracing Your Roots is een programma dat erop gericht is om het zogenaamde Indisch Zwijgen te doorbreken en het gesprek tussen generaties (weer) op gang te brengen. De deelnemers leren vooral hoe te vragen naar een verleden dat zo omgeven is door trauma, ontheemding en verlies, zonder dat de verteller in stukjes uiteenvalt. Het gaat er niet om het verleden zomaar op te rakelen. Het verleden, met respect voor wat een verteller wel en niet kan en wil vertellen, mag gedeeld worden zodat er ruimte ontstaat voor verbinding en daarmee voor heling’.
‘Het hoogtepunt dit jaar wordt hopelijk toch wel het delen van mijn promotieonderzoek met de rest van de wereld! Ik wil aankomend jaar daarom bijzondere aandacht schenken aan de Javaans-Surinaamse gemeenschap, met een rondleiding & verhalensalon op 26 februari in de randprogrammering van de tentoonstelling ‘Mens op Zee’. In deze tentoonstelling is o.a. het migratieverhaal te zien van Satijem Martosentiko. Een van de vrouwen die ik sprak voor mijn promotieonderzoek, die in 1924 als contractarbeidster met de ss. Simaloer de oversteek maakte van Java naar Suriname. Dit besloten event wordt opgevolgd door een publieksmiddag rond Javaanse contractarbeid op 2 april in het Scheepvaartmuseum.
Met Tracing Your Roots zal ik in het voorjaar samenwerken het Haags Historisch Museum en het Drents Museum. In het najaar hoop ik met een Javaans-Surinaamse editie het Nationaal Archief aan te doen, gevolgd door een editie voor jongeren met wortels in Indië/Indonesië.
Daarnaast ligt het idee voor een volgend boek alweer klaar waarin ik in mijn eigen familiegeschiedenis induik! Ik ga op zoek naar het verhaal van mijn Indische opa en andere Indische jongens van zijn generatie die na overlijden van hun Hollandse vader bij hun Javaanse of Indische moeder werden weggehaald en in kindertehuizen werden gestopt. Reden hiervoor was dat hun moeder hen geen ‘gedegen Hollandse’ opvoeding zou kunnen geven. Weer een andere verborgen koloniale geschiedenis die het verdiend verteld te worden’!
Volg Yvette via LinkedIn
De productmanager wordt verantwoordelijk voor het ontwikkelen en coördineren van (inter)nationale projecten waarbij samenwerking met collega erfgoedinstellingen en eindgebruikers centraal staat.
De projecten in het portfolio van de productmanager dragen bij aan het meerjarenbeleidsplan van Beeld en Geluid en aan de missie van initiatieven waar Beeld en Geluid bij betrokken is, zoals Europeana, EUscreen Foundation, het Netwerk Digitaal Erfgoed, PublicSpaces, het Cultural AI Lab, Musea Bekennen Kleur, CLARIAH en het oral history programma “Sprekende geschiedenis”.
➡️ De vacature vind je hier: https://lnkd.in/ey7FJFzS
Dr. Arjan van Hessen / Informatica – Universiteit Twente / Geesteswetenschappen – Universiteit Utrecht / Telecom – Telecats
1/ Kun je jezelf kort introduceren?
‘Ik ben actief betrokken bij zowel het gebruik als de ontwikkeling van moderne spraaktechnologie vanuit de Universiteit Twente (in samenwerking met de Radboud Universiteit) en het bedrijf Telecats uit Enschede. Daarnaast ben ik ook stuurgroeplid van ‘Sprekende geschiedenis’. Ik houd me bezig met techniek die voor de transcriptie van gesproken documenten (zoals bij oral history) wordt gebruikt en met de ontwikkeling van betere dialogen in de telecom-wereld. Daarnaast heb ik tot recent in het bestuur gezeten van Nederlandse Infrastructuurprojecten voor de Geesteswetenschap: CLARIN en CLARIAH (namens de Universiteit Utrecht)’.
2/ Wat is je expertise?
‘Mijn expertise is de combinatie van nieuwe en bestaande technologie bij het verbeteren en ontwikkelen van automatische spraakherkenning (omzetten van gesproken woord in tekst). Hoewel ik ongetwijfeld niet “de expert” ben op elk afzonderlijk gebied, ben ik goed in staat om op alle verschillende velden adequaat mee te praten’.
3/ Waar ben je momenteel mee bezig?
‘Op dit moment ben ik bezig met de implementatie en het gebruik van de nieuwste spraakherkenner Whisper. Die presteert veel beter dan de huidige KALDI-herkenner. Als het lukt om Whisper goed en voor iedereen beschikbaar draaiend te krijgen, is er alweer een enorme stap genomen’.
4/ Voor het Knooppunt ‘Sprekende geschiedenis’ heb je een tool ontwikkeld genaamd Labelmaker. Kun je daar iets meer over vertellen?
‘LabelMaker is een eenvoudige tool waarmee tekstfragmenten uit ondertitelfiles een label kunnen krijgen. Die labels worden gaandeweg samengesteld door projectteams van oral history projecten. Op die manier wordt het erg eenvoudig om snel een groot aantal audiovisuele bestanden van labels te voorzien. Als de labels zijn toegevoegd aan het bestand, kunnen die ingelezen worden en krijg je een overzicht van alle tekstfragmenten en bijbehorende labels.
Op dit moment moet de software op je computer geïnstalleerd worden, dat is het enige nadeel. Niet alle computers zijn namelijk in eigen beheer en je moet dan toestemming vragen (en krijgen) om het te mogen installeren.’
5/ De ambitie is om er een web based versie van te maken die door oral historians gebruikt kan worden. Hoe verloopt dit en heb je enig idee wanneer dit af zal zijn?
‘Ik ben nu bezig om te zien of er ook een webversie (het programma kun je direct via een webbrowser gebruiken) van LabelMaker gemaakt kan worden waarmee wel hetzelfde gedaan kan worden als met de stand-alone programma’s. Het lijkt wel te gaan lukken en ik hoop dat het eind februari klaar is’.
Volg Arjan via LinkendIn
Barbera Wolfensberger (l) (DGCM OCW) ontvangt de Uitvoeringsagenda Faro van Martine van Lier (FIM) en Mariëlle Hendriks (r)
(Erfgoedhuis Provincie Zuid-Holland)
Meer dan 80 grote erfgoedkoepels, instellingen, opleidingen en personen hebben woensdag 21 december met een intentieverklaring hun steun betuigd aan ondertekening van het Verdrag van Faro door Nederland. Zij overhandigden de verklaring samen met een Uitvoeringsagenda aan Barbera Wolfensberger, directeur-generaal Cultuur en Media van het ministerie van OCW. In deze agenda heeft het brede erfgoedveld opgetekend wat het belangrijk vindt aan het verdrag en hoe het daar invulling aan wil geven.
Ja, wij stellen het belang van de samenleving, waarin mensen die zorgdragen voor cultureel erfgoed en cultureel erfgoed mee willen vormgeven, in ons werk centraal.
Oral history was één van de vier voorbeeldprojecten die gepresenteerd werden. Britt van der Kolk liep stage bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en heeft voor haar scriptie oral history interviews gehouden over de Koude Oorlog. Zij liet een filmfragment zien en vertelde meer over haar onderzoek. Saskia Moerbeek (initiatiefnemer ‘Sprekende geschiedenis’) ging in op de relatie tussen oral history en erfgoed, de betekenis van oral history en de maatschappelijke impact doordat het onbekende historische narratieven naar boven haalt. Oral history geeft niet alleen betekenis aan erfgoed, het is, als het methodisch goed wordt uitgevoerd, op zichzelf ook erfgoed.
Het Verdrag van Faro van de Raad van Europa gaat over de maatschappelijke waarde van cultureel erfgoed en het belang van betrokkenheid van de hele samenleving bij het benoemen van en zorgen voor erfgoed.
Onderweg naar Faro. Uitvoeringsagenda Faro (deel 1)
Intentieverklaring Erfgoedveld Onderweg naar Faro – 15 december 2022
Wil jij meehelpen met het doorzoekbaar maken van veteraneninterviews? Wij zijn op zoek naar vrijwilligers die transcripties van interviews met veteranen willen controleren en labelen. Het werk kan thuis achter de computer gedaan worden en je kan zelf bepalen hoeveel interviews je uitschrijft en/of labelt.
Het Nederlands Veteraneninstituut heeft een unieke collectie oral history interviews. Vanuit het Oral History-Knooppunt Sprekende geschiedenis is het initiatief gekomen om een koppeling te maken tussen de Interviewcollectie Nederlandse Veteranen en interviews uit andere oral history collecties. Opzet is dat de interviews doorzoekbaar worden gemaakt op de betekenis die mensen aan het begrip vrijheid geven.
Vind je het leuk om op deze manier bij te dragen aan de interviewcollectie van het Nederlands Veteraneninstituut en het project ‘Het thema vrijheid’, meld je dan aan bij Annabel de Ruijter: a.d.ruijter@nlveteraneninstituut.nl.