menu
Geef een of meerdere zoektermen op.
Gebruik dubbele aanhalingstekens om in de exacte woordvolgorde te zoeken.

5 vragen aan Eline Pollaert

In onze rubriek ‘5 vragen aan’ hebben we het genoegen om in gesprek te gaan met Eline Pollaert, die PhD-onderzoek doet naar de geschiedenis van handicap in Nederland aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Eline is daarnaast ook bezig met het opzetten van een disability archief en is actief als spreker en belangenbehartiger op het gebied van handicap.
 

1/ Kun je jezelf (kort) introduceren?

“Sinds twee jaar ben ik verbonden aan de Vrije Universiteit Amsterdam, waar ik PhD onderzoek doe naar de geschiedenis van handicap in Nederland. Maar mijn interesse in handicap reikt verder dan de wetenschap. Zo ben ik ook actief als spreker, adviseur en belangenbehartiger op het gebied van handicap. Ik ben bijvoorbeeld onderdeel van het Kreukelcollectief, waarmee we werken aan een tentoonstelling op het snijvlak van handicap, geschiedenis en kunst. Daarnaast werken we aan het opzetten van een Nederlands handicap archief, in de lijn van IHLIA, The Black Archives en Atria. In de podcasts Op Frida’s Vleugels en Ziek De Podcast komt mijn brede interesse in handicap opnieuw naar voren.”

 

2/ Je onderzoekt ‘Het Dorp’ in Arnhem, kan je hier wat meer over vertellen?

“Als ik over Het Dorp vertel, krijg ik meestal twee soorten reacties: een wat glazige blik, ofwel een enthousiaste uitroep over luciferdoosjes, Mies Bouwman en de Tv-uitzending ‘Open het Dorp’. Het Dorp is het resultaat van de eerste Nederlandse telethon in 1962, waarbij geld werd ingezameld om een toegankelijke woonwijk in Arnhem te bouwen. Mensen met ernstige lichamelijke handicaps hadden in die tijd geen mogelijkheid om een volwaardig en zelfstandig leven op te bouwen. Het Dorp bracht een passende woning, werk en medezeggenschap voor het eerst binnen handbereik. Hoewel er in de loop der tijd veel veranderd is, bestaat Het Dorp nog steeds. Opvallend is dat er niet eerder historisch onderzoek naar Het Dorp is gedaan, ondanks het feit dat de Tv-uitzending in het collectieve geheugen gegrift staat. Daar proberen mijn collega’s en ik verandering in te brengen met het NWO-project ‘Handicap en zelfbestuur: een mondiale microgeschiedenis van Het Dorp en zijn cultureel erfgoed vanaf de jaren 1960”.

 

3/ Waarom de oral history methode?

“Oral history heeft een lange geschiedenis als emancipatoire onderzoeksmethode. Traditionele vormen van geschiedschrijving zagen bijvoorbeeld vrouwen, zwarte mensen, migranten en LHBTI+-ers vaak over het hoofd. Oral history biedt kansen om zogenaamde “geschiedenissen van onderaf” op te tekenen, van gemeenschappen die niet vaak aan het woord komen. Door in te zoomen op individuele verhalen, ontstaat een rijkdom aan perspectieven op historische, culturele en sociale ontwikkelingen. De verhalen van mensen met een handicap geven bijvoorbeeld een inkijkje in veranderende ideeën over zorg, burgerschap en mensenrechten. Door handicap als sociale categorie te benaderen, in plaats van een individuele gezondheidskwestie, biedt oral history een inkijkje in maatschappelijke verhoudingen en structuren”.

 

4/ Wie interview je en wat valt je op?

“De vroegere bewoners van Het Dorp staan centraal in mijn onderzoek. Hoe bouwden zij een eigen leven op? Welke betekenis gaven zij aan Het Dorp? Wat deed leven in Het Dorp met hun zelfbeeld? Veel van de oudere bewoners zijn helaas al weggevallen, dus ik interview ook jongere bewoners en (oud-)medewerkers van Het Dorp. Daarnaast vul ik mijn interviews aan met archiefmaterialen afkomstig uit archiefinstellingen en privécollecties.

 

De mensen die ik spreek kijken met wisselende gevoelens terug op Het Dorp. Voor sommigen was het de mooiste tijd van hun leven, anderen konden niet snel genoeg wegkomen. Men is wel eensgezind over de pioniersmentaliteit die er was onder bewoners en medewerkers, zeker in de beginperiode van Het Dorp. Ik krijg de mooiste herinneringen en anekdotes te horen, over maatkleding die bewoners zelf maakten bij de Naairing in het activiteitencentrum tot ontdekkingstochten op het gebied van liefde en seksualiteit. Die verhalen vormen voor mij een prachtige basis om te reconstrueren wat Het Dorp betekende in het dagelijks leven van mensen”.

 

5/ Waarom is dit onderzoek belangrijk volgens jou?

“Te vaak wordt er over mensen met een handicap gepraat, in plaats van met hen/ons. Het meeste bestaande oral history onderzoek naar mensen met een handicap gaat over twee uitersten: ofwel handicap activisme, ofwel leven in een zorginstelling. Het Dorp was geen van beiden. Juist de verhalen uit het dagelijks leven boeien mij. Mensen met een handicap zijn gewone mensen, met dezelfde dromen en behoeften als ieder ander. Ik kijk ernaar uit om verder te ontdekken hoe het gewone een eigen plek kreeg in een bijzondere omgeving als Het Dorp”.

 

VOLG ELINE OP LINKEDIN

 

Lees hier meer interessante interviews in de rubriek ‘5 vragen aan’.