In onze rubriek ‘5 vragen aan’ spreken we met Stef Koenis, coördinator onderzoek bij de Zuiderwaterlinie en initiatiefnemer van het project ‘De oorlog achter de voordeur’. Dit oral history-project onderzoekt hoe Brabantse gezinnen Oekraïense vluchtelingen opvingen en plaatst deze verhalen in de bredere context van inkwartiering en vluchtelingenopvang binnen de Zuiderwaterlinie. Belangrijk aan dit oral history project is dat het laat zien dat het opvangen van vreemde mensen in een oorlogscontext iets van alle tijden is. De ervaringen van zowel gastgezinnen als vluchtelingen geven inzicht in de impact van opvang en de menselijke kant van oorlog.

 

1/ Kun je iets vertellen over je achtergrond en hoe je betrokken bent geraakt bij het Zuiderwaterlinie onderzoeksproject?

“Tijdens mijn bachelor aan University College Twente onderzocht ik de rol van vestingstad Heusden tijdens het Rampjaar (1672). Vervolgens studeerde ik theoretische natuurkunde in Kopenhagen en geschiedenis in Amsterdam. In 2022 droeg ik bij aan het boek Rampjaar of Jubeljaar? over het Zuiderwaterlinie-perspectief op het Rampjaar, met een hoofdstuk over Heusden. Net toen ik besloot de natuurkunde (voorlopig) niet beroepsmatig te vervolgen, vroeg de Zuiderwaterlinie mij als onderzoekscoördinator. Sindsdien is het een gelukkig huwelijk gebleken.

 

Als coördinator onderzoek bij de Zuiderwaterlinie wilde ik een nieuw liniebreed onderzoeksproject starten met heemkundigen en vrijwilligers. Dit is een unieke en waardevolle werkwijze waarbij we lokale kennis – binnen en buiten historische verenigingen – benutten. Waar eerdere studies over de waterlinie vooral militair-strategische en waterbouwkundige aspecten belichtten, richt ik me op de impact van de waterlinie op gewone inwoners. Inkwartiering, waarbij soldaten bij burgers thuis verbleven, was eeuwenlang de meest directe manier waarop de lokale bevolking met het leger in aanraking kwam. Dit sluit thematisch aan bij de opvang van oorlogsvluchtelingen, waarbij mensen met een andere achtergrond en cultuur in een oorlogssituatie onderdak krijgen.

 

Met het huidige onderzoeksproject ‘De oorlog achter de voordeur’ onderzoeken we met een groep van zo’n 15 vrijwilligers langs de hele linie de inkwartiering van militairen en de opvang van oorlogsvluchtelingen door de eeuwen heen in het Zuiderwaterliniegebied (grofweg tussen Tholen in Zeeland en Grave bij Nijmegen). We onderzoeken hoe deze inkwartiering/opvang praktisch werd vormgegeven, tot wat voor culturele uitwisseling het leidde, wat voor relaties het opleverde en wat er vandaag de dag nog van te zien is.

 

Met het uitbreken van de oorlog in Oekraïne zijn er in dit gebied (en de rest van Nederland) op redelijk grote schaal weer oorlogsvluchtelingen opgevangen bij mensen thuis. Met mijn oral history project wil ik deze geschiedenis vastleggen en in de context van ons bredere onderzoeksproject plaatsen.”

 

2/ In het project ‘De oorlog achter de voordeur’ onderzoek, documenteer en presenteer je de ervaringen van zowel gastgezinnen als Oekraïense vluchtelingen. Welke belangrijke thema’s of ervaringen heb je tot nu toe vastgelegd of wil je nog vastleggen?

“In dit project wil ik dezelfde dimensies onderzoeken als in ons bredere Zuiderwaterlinie-onderzoeksproject. Enerzijds kijk ik naar de praktische kant: hoe werd de opvang georganiseerd en hoe kwamen vluchteling en gastgezin met elkaar in contact? Daarnaast speelt de culturele uitwisseling een rol: welke gewoonten en ervaringen werden gedeeld, waarover verbaasden mensen zich, en welke uitdagingen of leerzame momenten ontstonden? Ook de relationele dynamiek is van belang: heeft de opvang geleid tot blijvende banden en wat betekenen de betrokkenen nu voor elkaar? Tot slot richt ik me op de erfgoedwaarde: wat blijft er van deze gebeurtenissen bewaard, nu en in de toekomst?”

 

3/ Wat maakt deze methode volgens jou geschikt om dit soort persoonlijke en historische verhalen vast te leggen?

“We hebben nu de unieke kans om al deze mensen zelf naar hun ervaringen te vragen omdat vele Oekraïners door het voortduren van de oorlog nog in Nederland zijn. De oral history methode is bij uitstek geschikt om persoonlijke ervaringen en verhalen te documenteren, en dat is waar we in ons onderzoeksproject met name in geïnteresseerd zijn. Andere onderzoekers binnen ons project, die bijvoorbeeld de opvang van Belgische vluchtelingen tijdens de Eerste Wereldoorlog of de opvang van vluchtelingen uit Bergen op Zoom in Tholen tijdens de Oostenrijkse Successieoorlog onderzoeken, moeten het doen met administratieve bronnen (inkwartieringsbiljetten, rekeningen) en als ze geluk hebben een enkel dagboek, brief of ander egodocument. Met de oral history methode heb ik de rijkdom om zelf mijn bronnen mede vorm te geven en ze ontzettend persoonlijk en menselijk te maken.”

 

4/ Kun je uitleggen waarom het belangrijk is om zowel de verhalen van gastgezinnen als vluchtelingen te documenteren en hoe dit project bijdraagt aan het grotere Zuiderwaterlinie onderzoek?

“Voor dit project ga ik zowel Oekraïense vluchtelingen als (Nederlandse) gastgezinnen in het Zuiderwaterliniegebied interviewen. Ik vind het belangrijk om beide kanten van het verhaal te horen omdat het voor beide partijen een ontzettend ingrijpende situatie was/is. Ook in de andere bijdragen aan het bredere Zuiderwaterlinie-onderzoeksproject proberen de onderzoekers steeds oog te hebben voor beide kanten van het verhaal: de ingekwartierde soldaat of opgevangen vluchteling en het lokale ‘gastgezin’ dat deze mensen al dan niet vrijwillig opving.

 

Met dit hoofdstuk wil ik laten zien dat het opvangen van vreemde mensen in een oorlogscontext iets van alle tijden is. Het is niet alleen maar een vreemd verschijnsel uit de Tachtigjarige Oorlog maar eerder een diepmenselijke situatie die iedereen zich wel enigszins voor kan stellen: hoe zou jij het vinden als er een paar Canadese soldaten of een Oekraïense moeder met een baby bij jou in de logeerkamer of de woonkamer zouden komen wonen?”

 

5/ Wat doen jullie met de interviews en hoe verbinden jullie deze verhalen met de geschiedenis van vluchtelingenopvang en inkwartiering in het Zuiderwaterliniegebied?

“Met de informatie uit de interviews schrijf ik in ieder geval een hoofdstuk voor het boek dat we binnen het bredere project De oorlog achter de voordeur uitbrengen in oktober 2025. Daarnaast overweeg ik andere publicatievormen, zoals een (wetenschappelijk) artikel in een tijdschrift of op een website. Het BHIC is ook betrokken bij het project en de interviews en transcripten zullen bij hen worden gearchiveerd.”

 

VOLG STEF OP LINKEDIN