menu
Geef een of meerdere zoektermen op.
Gebruik dubbele aanhalingstekens om in de exacte woordvolgorde te zoeken.

5 vragen aan Gerdien Smit

In onze rubriek ‘5 vragen aan’ gaan we in gesprek met interessante mensen en duiken we dieper in het werkveld van oral history. Gerdien Smit is Beleidsmedewerker Collectie en Assistent Hoofdconservator bij Eye Filmmuseum. Ze onderzoekt de beginjaren van Feministisch Filmkollektief Cinemien.

 

1/ Kun je jezelf (kort) introduceren?  

“Dit jaar werk ik alweer 10 jaar bij Eye Filmmuseum: een archief, bioscoop, kennisinstituut en filmmuseum in Amsterdam-Noord, gewijd aan het verzamelen, restaureren, bewaren, toegankelijk maken, presenteren, onderzoeken en promoten van filmkunst, filmerfgoed en filmcultuur.

 

In 2022 kreeg ik de kans om binnen Eye een oral history pilotstudie op te zetten dankzij een Museumbeurs van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Het vertrekpunt was oral history en een onderwerp dat me nauw aan het hart ligt: de onderbelichte rol van vrouwen in de filmgeschiedenis.”

 

2/ Je onderzoek richt zich specifiek op Feministisch Filmkollektief Cinemien. Kun je wat meer vertellen over wie zij waren? 

“Feministisch Filmkollektief Cinemien werd tijdens de hoogtijdagen van de tweede feministische golf in Amsterdam opgericht. Cinemien vond dat er te weinig vrouwen werkzaam waren in de productie, distributie en de vertoning van films. Door de aankoop en distributie van vrouwenfilms wilden ze niet alleen de positie van vrouwelijke regisseurs verbeteren, maar ook tegenwicht bieden aan het stereotiepe vrouwbeeld in mainstream films, en een bijdrage leveren aan de bewustwording van de filmcultuur van vrouwen.”

 

3/ Hoe kwam je bij Cinemien terecht en hoe heb je de oral history methode toegepast?

“Eye heeft onlangs de omvangrijke collectie van Cinemien verworven, die bestaat uit 2000 filmprints, affiches, promofoto’s, filmdossiers en het bedrijfsarchief (1974-2006). Hoewel veel mensen Cinemien vandaag de dag kennen als een arthouse filmdistributeur, weten maar weinig dat ze een activistisch verleden hadden als feministisch filmcollectief, en destijds internationaal veel aanzien genoten. Met behulp van de oral history methode ben ik op zoek gegaan naar persoonlijke getuigenissen die verdere context en verdieping konden geven aan deze bijzondere en tot nu toe onderbelichte collectie. Ik heb hiervoor oral history interviews gehouden met vijf vrouwen, zowel de ‘Cinemienen’ zelf als vrouwen die van buitenaf betrokken waren bij de organisatie. Er staan nog veel meer mensen op mijn wensenlijstje, maar die interviews moeten wachten tot een vervolgproject.”

 

4 / Welke rol speelt oral history voor archieven als Eye en wat zijn de ambities voor de toekomst? 

“Binnen een archief is oral history van onschatbare waarde om ondervertegenwoordigde groepen een podium te bieden wanneer geschreven bronnen ontbreken. Voor Eye is oral history dan ook een waardevolle methode om bij te dragen aan een meer inclusieve weergave van de filmgeschiedenis, met diverse stemmen en perspectieven. Dit kan leiden tot een herinterpretatie van de filmgeschiedenis en erkenning voor bijdragen die eerder over het hoofd werden gezien. Daarnaast is het belangrijk en urgent om de verhalen en herinneringen van oudere generaties filmmakers, verzamelaars en professionals veilig te stellen.

Een van de doelstellingen van dit project was ook het vergaren van kennis en ervaring binnen Eye die we op de lange termijn kunnen gebruiken. Achter deze pilotstudie schuilt namelijk ook een grotere ambitie: een duurzaam oral history programma dat ingebed wordt binnen de activiteiten van Eye.”

 

5/ Wanneer is het materiaal van dit onderzoek toegankelijk en heeft iedereen er toegang tot?

“De video-opnames van de interviews en de transcripties worden opgeslagen in de catalogus en het digitale archief van Eye, en zullen voor iedereen beschikbaar zijn in het expertisecentrum van het Eye Collectiecentrum, de Eye Study. De opnames zullen medio 2024 openbaar worden gemaakt, ruim voor het 50-jarige jubileum in 2025, zodat onderzoekers, studenten, journalisten, filmmakers en liefhebbers toegang hebben tot nieuw bronnenmateriaal voor hun werk.”

 

VOLG GERDIEN OP LINKEDIN