menu
Geef een of meerdere zoektermen op.
Gebruik dubbele aanhalingstekens om in de exacte woordvolgorde te zoeken.

Werkbezoek ”Sprekende geschiedenis” Curaçao

 

Curaçao; de k’noekoe (1947/1948) door Hugo Wilmar

Curaçao heeft een rijke traditie van mondelinge overleveringen: verhalen, liederen, spreekwoorden en mythes die van generatie op generatie worden doorgegeven. Tijdens het project Storianan Skondi di Karibe wordt het oral history-materiaal van prof. Rose Mary Allen gedigitaliseerd, een belangrijke stap in het bewaren van deze waardevolle tradities. Om de context van deze geschiedenis beter te begrijpen, bracht  ”Sprekende geschiedenis” een werkbezoek aan Curaçao.

 

De Zikinzá-collectie: een schatkamer van verhalen 

 

Op Curaçao komen we meer te weten over de Zikinzá-collectie, een omvangrijke collectie met 1.400 liederen, verhalen en levensverhalen, verzameld door Paul Brenneker en Elis Juliana. Hun werk, onder andere vastgelegd in de Sambumbu-publicaties, beschrijft het leven, manieren en gebruiken op Curaçao vanaf de 19e eeuw, waaronder ook verhalen over slavernij en lokale tradities. 

Bij een bezoek aan Cultureel Landhuis Bloemhof treffen we bij toeval het verzamelboek ‘’Sambumbu: Mensen en Manieren’’ waarin niet alleen volksverhalen en mythes worden gedeeld, maar ook bijgeloof over dieren zoals leguanen en inzichten over het slavernijverleden. Een citaat uit het boek illustreert de discrepantie tussen officiële geschiedschrijving en mondelinge tradities: 

 

 Ondanks mooie wetten en mooie woorden in boeken over het lot van de slaven, dat het toch allemaal zó erg niet was, weet de overlevering wat anders te vertellen, vooral over de ellende op enkele grotere plantages  

 

 

 

 

 Bezoek aan het Nationaal Archief Curaçao (NAC) &

Verbinding tussen generaties

 

 

Een bezoek aan het Nationaal Archief Curaçao bracht ons in gesprek met prof. Rose Mary Allen, filmmaker en docent Clay Toppenberg, directeur van het Nationaal Archief Max Scriwanek en medewerker Julienne Fabias. Dit bezoek benadrukte niet alleen het belang van het behouden van oral history, maar liet ons ook zien hoe vernieuwende methoden deze verhalen tot leven kunnen brengen. 

 

Clay Toppenberg presenteerde een filmproject gemaakt door mbo-studenten van de richting Zorg en Welzijn. De studenten lieten zich inspireren door een oral history-fragment over een zuster die werkte met verslaafden en sekswerkers en mensen met een kwetsbare positie in de samenleving. Deze verhalen werden door de studenten herinterpreteerd in een zelfgemaakte fictiefilm, die binnenkort online te zien zal zijn. 

 

De aanwezigen waren onder de indruk van deze creatieve methode om immaterieel erfgoed toegankelijk te maken voor de jeugd, vooral in een tijd waarin zij steeds minder met verhalen van hun ouders en grootouders opgroeien. Er werd gesproken over de nieuwe mogelijkheden die deze benadering biedt om verbinding te creëren tussen archiefmateriaal en jongeren. Hoewel de traditie van orale overleveringen op Curaçao grotendeels is weggevallen, worden er samen nieuwe manieren gevonden om de geschiedenis levendig te houden.

 

Daarnaast werd gesproken over technologische vooruitgang, zoals de ontwikkeling van spraakherkenningssoftware in het Papiaments om belangrijk oral history-materiaal van prof. Allen te transcriberen. Dit materiaal, dat is opgenomen tussen 1980 en 1995, omvat interviews met mensen op enkele Caribische eilanden, migrerende gemeenschappen en (klein)kinderen van tot slaafgemaakten. Tijdens het project Storianan Skondi di Karibe is dit materiaal gedigitaliseerd. 

 

Ook kwam het Metamorfoze-project van de Koninklijke Bibliotheek aan bod, dat ondersteuning biedt bij de digitalisering van koloniaal archiefmateriaal. In de komende jaren zet het Nationaal Archief Curaçao een grote digitaliseringsslag in om haar koloniale archief toegankelijker te maken. Het bezoek werd afgesloten met een rondleiding door het archief, waarbij we de gelegenheid kregen om met de medewerkers in gesprek te gaan. 

 

 

Tour orale geschiedenis en musea 

 

Gebouw ”De Bruidstaart” Archivo Nashonal Korsou

 

Via prof. Rose Mary Allen kregen we contact met tourgids Gisella van Uytrecht, die ons een tour door Curaçao gaf met nadruk op de orale geschiedenis en het koloniaal verleden. De tour begon in de wijk Scharloo in Willemstad, waar we verhalen hoorden over de joodse gemeenschap die vele herenhuizen liet bouwen in de wijk. Tegenwoordig zijn daar overheidsinstellingen gevestigd, zoals het Nationaal Archief en de Nederlandse Ambassade.  

 

In de tour kwam ook de Tambú aan bod, een muziekgenre dat op Curaçao ontstond uit West-Afrikaanse tradities. De Tambú werd door plantage-eigenaren vaak verboden, maar tot slaaf gemaakten vonden creatieve manieren om het genre levend te houden. Zo verstopten vrouwen de trommels onder hun rokken, en werden bijeenkomsten gehouden op plekken waar de wind het geluid verspreidde zodat het niet te horen was in de landhuizen. 

 

We bezochten drie musea: 

 

1. Kura Hulanda Museum: Dit antropologisch museum richt zich op de slavernij, de trans-Atlantische slavenhandel en de banden tussen Curaçao en Afrikaanse culturen. We hoorden verhalen over de ontvoeringen, de reis en de gruweldaden die plaatsvonden tussen West-Afrika en Curaçao.

 

Museum Kura Hulandaa

 

2. Tula Museum:  In het museum wordt de opstand van 1795 herdacht, geleid door Tula, een tot slaaf gemaakte intellectueel. Het museum benadrukt verbeelding als middel om onbeschreven geschiedenis tot leven te brengen en biedt ruimte om met pijnlijke geschiedenis om te gaan, geïnspireerd door de Ubuntu-filosofie.  

 
In het Tula Museum zagen we een verbeelding van een vrouw die de Tambú verstopt onder haar rok en een schilderij over “vliegende mensen.” Dit beeld verwijst naar verhalen over tot slaaf gemaakten die geloofden dat zij zonder zout in hun lichaam konden terugvliegen naar Afrika. 

 

Kunstwerk over vliegende mensen in Museo Tula

 

Dit verhaal vonden we ook terug in Sambumbu:  ”Geen verhaal heb ik zo vaak moeten opnemen op de band als dit. Op twee punten komen de vele versies overeen. Ten eerste, dat de slaven, voordat ze op Curaçao aankwamen, de afspraak hadden gemaakt geen zout te eten, want zonder zout in hun lichaam zouden ze in staat zijn terug te vliegen.”

 

 

3. Museo Kas di Pal’i Maishi: Dit museum toont het dagelijks leven van de Afro-Curaçaose plattelandsbevolking tot 1950. Het traditionele kleistenen huis met rieten dak laat zien hoe men leefde, en we kregen uitleg over huishoudelijke attributen gemaakt van kalebassen, koraal en aloë vera. Samen zongen we liederen die gezongen werden tijdens dagelijkse bezigheden, wat de geschiedenis extra levendig maakte. 

 

Museo Kas di Pal’i Maishi

 

Onderweg over het eiland hoorden we vele verhalen, onder andere over begraafrituelen, de beruchte plantagehouder Willem van Uytrecht en kunst van de bekende kunstenaar Yubi Kirindingo. 

 

Conclusie 

 

Het werkbezoek aan Curaçao onderstreepte het belang van het bewaren en doorgeven van orale geschiedenis. Verhalen over vliegende mensen, de Tambú, en de opstand van Tula maken deel uit van het rijke immateriële erfgoed van het eiland. Het bezoek inspireerde niet alleen tot reflectie op de geschiedenis van Curaçao, maar ook op persoonlijke familiegeschiedenissen en de rol van archieven in het bewaren van cultureel erfgoed. 

 

Dit werkbezoek markeerde een betekenisvol einde van het project Storianan Skondi di Karibe en benadrukte de noodzaak om deze verhalen levend te houden voor toekomstige generaties.